Posts

Posts uit april, 2024 tonen

379 Nacht, trottoir – als a-lipogram

Afbeelding
   Wie a-tal zegt, zegt a-lipogram . Het een kan niet zonder het ander, het ander vraagt om het een. Geen a’s is eenvoudiger dan alleen maar a’s, maar de uitdaging is nog steeds zo dicht mogelijk bij het origineel blijven. Hoe dan ook: er verschijnen nieuwe woorden en met de nieuwe woorden nieuwe inzichten, nieuwe beelden. Het gedicht muteert, groeit, vertakt zich. Hier krijgen we er bedauwde, benevelde, beparelde spinnewebben bij. Steeds krijgen we nieuwe puzzelstukjes toegeworpen uit de donkere kamer naast ons. Nul uur nul. Drogisterij. Trottoir – En licht, stompzinnig vies en voos. De tijd, het leven: illusoir. Dit blijft zo. Uitzicht-, uitwegloos. Sterf – en weer moet je beginnen, Weer omringd door kille mist, Licht, geweven door de spinnen. Nul uur nul. Trottoir. Drogist. _____ Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier .

378 AI is op de mars

Afbeelding
   AI is op de mars, wijst een rondvraag ondernomen door de Engelse krant De Voogd uit, en de vertalers voelen de hitte. Als ze niet snel hun bedrijf samenbrengen, vrezen ze, kunnen ze hun tassen inpakken. Dan is de grap op hen. Voor jaren en jaren malen ze weg, knokken zich buiten westen voor een liedje, en nu worden ze afgelegd – met het fruit van hun eigen weeën, wil je geloven. Daar ga je!    Dit bleke zicht wordt niet door iedereen genomen. Idiomatisch, knoperig en complex schrijven zal waarschijnlijk in handen van mensen blijven, commentarieert een vertaalster uit het Zweeds en Noors hoopvol. Echter vertalers van misdaad en romantiek krijgen tegenwoordig minder werk te doen ‘en gaan dan allemaal het complexe spul in en dan vechten we allemaal om ruimte in die niche,’ voegt ze toe.    Tja. Geef een dief genoeg touw en hij verhangt zichzelf. Ik voor één verwelkom onze nieuwe generatieve bovenbazen. Vertalen is een ingewikkelde zaak die veel creativiteit betrekt. En zolang die c

377 Verkeerde benen

Afbeelding
   Op het literaire juice-kanaal Tzum lees ik een recensie – een mooie lange onbekrompen – over een boek dat Meridiaan liet samenstellen met de best of Hilary Mantels interviews, essays en passages over haar schrijfbedrijf. De recensie is ruimschoots van citaten voorzien om jezelf ook een oordeel te vormen, en aan de inhoud ligt het niet dat Mantel overkomt als iemand die zeer behartenswaardige dingen zegt. Maar wat een rare zinnen kom ik in de citaten een paar keer tegen. Zinnen die me steevast op het verkeerde been zetten. Nou kan dat in scheppend proza best mogen en hoeven en moeten, maar een essay wil toch, net als journalistiek, begrepen worden, ook al is dat begrijpen altijd maar vluchtig als de wind. Maar dit zijn zinnen die ik een paar keer moet overlezen voor ik ze begrijp, en voor ik erachter kom wat er in het Nederlands mis mee is. Eerst dacht ik dat het Vertaliaans was, maar de vertalers, Niek Miedema en Harm Damsma hebben een te grote staat van dienst om daar in te trapp

376 Delina Delaney, hoofdstuk II

Afbeelding
   Hoofdstuk II van Delina Delaney begint waar hoofdstuk I ophoudt. De kostwinner, visserman Joe Delaney rust in vrede, waarna de armoede in het naar Ierse begrippen zeer kleine gezin hard toeslaat. Delina en haar moeder wenen vele zakdoeken vol, als een klop op de deur redding brengt: Lady Gifford (echtgenote van wijlen Lord Gifford) komt Delina naaiwerk aanbieden op het kasteel. (O! Men ziet de bui reeds hangen!) En als Delina zich maandagochtend, beschenen door Sol, in zijn blikkerende majesteit, ten kastele vervoegt, loopt zij bij de ingang Lady Giffords zoon Lord (een andere naam krijgt hij het hele boek niet) tegen het lijf, die een coup de foudre krijgt, een scheut van een schicht van liefde op het eerste gezicht door zijn bast. ‘Hemelse goedheid,’ mompelt hij, ‘een juweel, een juweel van onschatbare waarde.’ Na afloop van haar eerste werkdag wacht hij haar op en begeleidt haar naar het nederige stulpje dat zij haar huis noemt, waar hij kennismaakt met haar moeder, die hij ver

375 Nacht, trottoir – als Herman Gorter

Afbeelding
   Er zijn vele Herman Gorters, en een Nacht, trottoir zo lang en breed uitwaaierend als de Mei behoort zeker tot mijn wensen, maar dat zal voor later zijn. Deze Gorter is die van de sensitieve verzen, van de Zie je, ik hou van je -gedichten, van Mijn grijze tintelreine , van Het gouden zongezwier , van De heide is maar stil en Ik wilde ik kon u iets geven . Heel prachtig allemaal.    Het gedicht van Blok is ook mooi, maar door het door de OuLiPoliaanse molen te halen komen er elke keer weer meer kaleidoscopische kanten bij. Je ziet het tafereel op vele manieren voor je en het wordt steeds mooier, absoluter en raadselachtiger. En we zitten pas op drie. Ik stond op het gestoepte in de nacht en ik roepte, roepte, maar geen die mij wacht. Slechts het lantarenlicht was mijn kleed, Slechts de bliksemschicht die vrieskou heet. Hoe wriemelend meanderde hier de stad, hoe nooiteens-ooit veranderde dit webomspannen rad. In de gracht keek ik mijn ik in de ziel, hoe beveder

374 Nacht, trottoir – als sonnet

Afbeelding
   Een sonnet om erin te komen. Ik hou niet bijzonder van sonnetten. Op mij maken ze altijd de indruk iets te zijn om... om erin te komen. Ik probeer mijn pen, of eerder nog Ik probeer mijn piemel en zal ze eens laten zien wat ik allemaal in mijn mars heb. Uitsloverij. De sonnetten van Vestdijk bijvoorbeeld – net zo’n berg om met een grote boog omheen te lopen als zijn romans.    De sonnetten van Shakespeare vind ik voornamelijk heel erg moeilijk. Het sonnet lijkt wel een versvorm om alles zo spits en ingewikkeld mogelijk te zeggen, om de taalspieren te warmen en het vocabulaire ochtendgymnastiek te laten doen, en de gedachten – if any – op een rijtje te krijgen. Vooruit, luiwammesen, je nest uit en in het gelid! De A bij de A en de B bij de B, en de rijmwoorden netjes op jaapbakker!    Gerard Reve schreef brieven om in zijn dagritme te komen, Willem Wilmink vertaalde een potje, en op mijn en Eriks studentenplet heel lang geleden hadden we iemand op de gang die elke ochtend voor het

373 Nacht, trottoir – als a-tal

Afbeelding
   Het a-tal , ook wel bekend als a-tautogram , a-saga of a-spraak is een OuLiPoliaanse exercitie avant la lettre , hoewel niet vaak beoefend als poëzie. In Opperlandse taal- en letterkunde uit 1981 (het roze, behapbare boek) wordt het ook wel een eiouij-lipogram genoemd. Het oudst bekende voorbeeld, Paaschmaandag ( een a-saga ), dateert uit 1841 en is van J. Bosscha. Battus neemt verder ook nog op (blz. 27-31) de verhalen Van Agt stapt af , A-spraak en Zaans drama . In Opperlans! uit 2002 (het groene, onhandelbare boek) blijven daarvan alleen Paaschmaandag en de A-spraak over (onder ma-mc).    Het is platgetreden terrein, de lipogrammatica, zegt Battus, en dat is het ook, maar intussen ben ik nog nooit een gedicht tegengekomen met maar één klinker. Nacht. Zwart. Waar? Stad. Straat. Tabakszaak. Laf straalt lantaarn, slap als prak van patat. Rap gaan acht maal acht jaar zwartgatwaarts, Maar ach, af-aan, af-aan, zal rad maar gaan. Barst, graaf graf alvast, kwak last af,

372 Nacht, straat, straatlantaarn, apotheek

Afbeelding
_____ Ночь, улица, фонарь, аптека, Бессмысленный и тусклый свет. Живи еще хоть четверть века – Все будет так. Исхода нет. Умрешь – начнешь опять сначала, И повторится все, как встарь: Ночь, ледяная рябь канала, Аптека, улица, фонарь.    Van het wereldberoemde gedicht van Blok dat begint met Notsj, oelitsa, fonar, apteka bestaan in het Nederlands (bij mijn weten) vijf vertalingen. Alle vijf klampen ze zich krampachtig vast aan het oorspronkelijke rijm en het oorspronkelijke ritme – en bijna nog krampachtiger aan de feitelijke gegevenheden in het gedicht, de woorden, het verhaal, ‘wat er staat’.    Met als gevolg dat geen van de vijf gedichten meer een gedicht zijn, maar hoogstens een ongelukkige parafrase.    Ja, zo kan ik het ook!    Letterlijk, woordenboekgewijs, machinaal vertaald staat er dit: Nacht, straat, straatlantaarn, apotheek, Zinledig-onnozel en dof-mat licht. Leef al was het nog een kwart eeuw – Alles zal zo zijn. Er is geen uitweg. Je sterft – je be