Posts

Posts uit februari, 2022 tonen

153 Uilsex

Afbeelding
   Dit jaar bestaat Ulysses honderd jaar.    En Ulixes wordt tien.    Hoera!    Die laatste titel heeft nogal wat voeten in de aarde gehad.    Vele alternatieven passeerden de revue.    Hieronder een kleine greep uit de pogingen om tot de enige juiste te komen.    Het was een lange weg, maar het is uiteindelijk gelukt.    Oef! – mogen we wel zeggen.

152 De Dostojevski heeft geld nodig-kalender (eeuwigdurende ellender)

Afbeelding
    Het is niet genoeg om van geld te houden – geld moet ook van jou houden. (Baron de Rothschild) Wie schrijft die blijft en komt nooit ergens anders: hij heeft er gewoon het geld niet voor. Hij moet werken voor de eeuwigheid, leven van de wind en bijten op een potloodje. Hij moet maar zien van wat er voor hem van de kar valt, of welke gek iets voor hem geeft. Voor schrijvers geen gegarandeerd minimumloon, collectieve arbeidsovereenkomsten of dertiende maand. Voor hun zijn er schnabbels en paraliteraire activiteiten. En schrijversbeurzen natuurlijk, maar die komen gek genoeg vaak altijd bij de verkeerden terecht. Fjodor Michajlovitsj Dostojevski (1821-1881) had altijd geld nodig, midden in de week en ’s zondags ook, geld om te leven en geld om de schulden te betalen. Zijn leven was één groot financieel probleem, een gat dat steeds maar dieper werd. De eerste brief waarin hij zijn geldproblemen ter sprake brengt is van 27 september 1837, als hij op zestienjarige leeftijd zijn vade

151 De Dostojevski heeft geld nodig-kalender

Afbeelding
   Een kalender is een beperkt houdbaar genre.    Is het jaar voorbij, gaat de kalender bij het oud papier.    Of eeuwig houdbaar, hoe je het maar bekijkt.    Want elk jaar heb je weer een nieuw jaar. En komt er weer een nieuwe kalender op de plee. Of in de hal achter de jassen. Of in de keukenla, onder de overgebleven kerstservetjes. Of meteen bij het oud papier.    Je hebt ook eeuwigdurende kalenders, waar je alleen zelf de dagen van de week moet invullen. En de schrikkeldag overslaan in de voorkomende gevallen.    De Dostojevski heeft geld nodig -kalender behoorde tot de eerste soort. Het was de opvolger van de Nietzsche is ziek -kalender van het jaar 2000, met elke dag een vrolijkstemmende jammerklacht van de hamerende filosoof over zijn lichamelijke gesteldheid.    In 2001 mocht Dostojevski dagelijks klagen over geldnood.    De goedlachse en altijd enthousiaste René Gude bracht het uit voor het Filosofie Magazine . We hadden altijd plezier met René. Toen daar onder de nokba

150 Haha Paul Beers

Afbeelding
   Op mijn stuk in de Filter reageerde Paul Beers, die indertijd de Hawinkels-vertaling van Ecce Homo dezelfde zandstraling gaf als Prins en Fondse de Fondse-vertaling van De meester en Margarita . De reactie werd afgedrukt in het daaropvolgende nummer van Filter , 28:1, maart 2021, p.120-124. Als er één stuk de plank mis slaat...    Ik schreef een korte reactie naar de Filter , die niet is afgedrukt, maar dat hoefde ook niet. Hij staat onder de scans voor wie er zin in heeft.    Haha, Paul Beers! Beetje zielepoot wel. Beetje veel zelfs. En een zielepoot moet Nietzsche vertalen?! Ga toch weg! Het is precies waar we het over hadden: geen enkel gevoel voor de tekst maar acribisch als de neten. Hij stoort zich aan vertaalfouten, ik stoor me aan zijn saaiheid. Hij vindt de vertaalfouten vertaalfouten. Ik zie ze als vrijheden die de vertaler zich als auteur heeft veroorloofd. Had hij maar een lijstje met emendabilia bijgeleverd in plaats van de tekst van Hawinkels te vertoondoven en daa

149 Wijlen, rip en voor de raven: mijn canonieke vertaalkanon (slot)

Afbeelding
   Even magistraal van muziek en melodie als Hawinkels’ Ecce Homo was de vertaling van een boek dat voor heel veel mensen een lijfboek is geworden, De meester en Margarita van Michaïl Boelgakov. Ook van mij, toen ik het nog steeds pre-ironisch las, en lang voordat ik Russisch kende of zelfs maar kon. Op een broeihete lentedag daagden omtrent zonsondergang twee staatsburgers op in het park rond de Patriarchvijver. Eén hunner, een in grijs zomertenue gestoken veertiger, was klein van stuk, donkerharig, weldoorvoed en kaal. Hij hield zijn onberispelijke hoed in de hand alsof het een broos pasteitje was en zijn zorgvuldig geschoren gelaat was getooid met in donkerhoornen montuur gevatte brillegazen van metafysische afmetingen. De ander was een breedgeschouderde jonkman met een onverzorgde pruik rood haar, op de kruin waarvan scheef een ruitjespet hing. Hij droeg een cowboyhemd, een kreukelige witte broek en zwarte gymnastiekschoenen.    Zo begint de vertaling van Marko Fondse uit 196

148 Wijlen, rip en voor de raven: mijn canonieke vertaalkanon

Afbeelding
   Vraag vertalers nooit wat hun favoriete vertaling is, want ze zullen antwoorden: ‘Van mijn hand?’ En als zulke egomanie niet de bedoeling blijkt, zullen ze het niet weten.       En wat is het ook, een ‘favoriete vertaling’? Een favoriet boek, een favoriet gedicht, oké, alhoewel het misschien wat armoeiig is om er maar één te hebben en dat ook nog eens je leven lang. Dan zit het er dik in dat er sindsdien aan leesvoer weinig tot niets is bijgekomen.    Maar een favoriete vertaling? Hallo! Doen je collega’s eigenlijk ooit wel iets goed? Misschien levert het meer op om vertalers naar hun minst favoriete vertaling te vragen. Dan zul je wat horen! Dan komen de tongen los, wat zeg ik, hele hoofden. Alle goede boeken zijn mislukt in vertaling – als ze door een ander zijn vertaald. Jeuken bij een pracht- en schitterboek je handen niet om het beter te willen doen dan de vertaler van dienst? Bij flauwe, saaie, slechte rotboeken heb je dat niet. Die vertalingen mogen even belabberd als prima

147 Oorwurmen uitdrijven: Ach, verdrink ik in de Westlijke Dviná

Afbeelding
   Een lied van Gennadi Sjpalikov, die ook de klassieker Я шагаю по Москве ( Ik slenter door Moskou ) schreef, het lied én het scenario van de klassieke film uit 1964, met in de hoofdrol een piepjonge Nikita Michalkov, die al meteen meesterlijk een personage van uiterst dubieus allooi weet neer te zetten.    Vier regels worden door de zwierige journalist Busch gezongen in Dovlatovs Compromis , in ochtendlijke keukenbeurtzang met zijn rijpere vriendin Galina, die een aria uit Tsjaikovski’s Poesjkin-opera Schoppenvrouw ten beste geeft.    In Compromis is er sprake van de Noordelijke Dviná, in het origineel van Sjpalikov van de Westelijke. Het zijn twee verschillende rivieren. In de vele versies van het lied wordt de Westelijke het vaakst bezongen, onder meer door Vysotski, maar soms ook de Noordelijke, door Beljaëv bijvoorbeeld.    Sjpalikov zingt twee keer iets anders dan in zijn overgeleverde tekst staat. In regel vijf brengen ze hem op papier naar de begraafplaats (снесут) en ge

146 Vliegende woorden (over Achmatova)

Afbeelding
De woorden vliegen, zijn op straat aanwezig Van liefde en bevrijding klinkt de wijs Maar ik sta trillend al in prelieds vreze Met lippen die nog kouder zijn dan ijs Maar spoedig zullen daar waar dunne berken Zich ruisend vlijen tegen het kozijn Er rozen rood opranken uit de perken En stemmen klinken die onzichtbaar zijn... En daarna – is er licht, ondraaglijk kwistig Gelijk een rode, broeiend hete wijn... Er is de wind, die geurend, gloeiend-mistig Een hoopje as gemaakt heeft van mijn brein.    Voor het vertalen van gedichten (en liedjes) zijn slechts drie dingen nodig:    1) de kunst en kunde om de betekenis over te zetten;    2) de kunst en kunde om rijm, ritme, stijlkenmerken te herkennen en om te zetten;    3) gevoel voor wat de poëzie uitmaakt van de woorden, regels, het geheel, en dat alles kunnen equivaleren.    Vertalers hebben doorgaans één van de drie in huis. Twee van de drie is al een grote zeldzaamheid. Drie van de drie komt eigenlijk alleen voor in de