Posts

Posts uit september, 2021 tonen

109 De Nicoline van der Sijs

Afbeelding
   Goed, er is een standaardtaal. Dat zal niemand ontkennen. Maar die is er ook als je je er niet aan houdt. Dus waarom die drang tot conformeren, die van binnen en van buiten komt?    De standaardtaal en de standaardwoordenschat blijven heus wel bestaan in de immer klotsende wirwarwereld van dialecten, archaïsmen en nieuwvormingen.    Sterker nog: de standaardtaal bestaat bij gratie van de niet-standaardtaal. Als er niets anders dan standaardtaal was, was dat ‘taal’ en anders niet. Standaardtaal is de sticker die je plakt op goedgekeurd taalgedrag. Uitingen die aan de norm voldoen. Als er geen overtredingen van de norm meer waren had niemand die sticker meer nodig.    Toen ik dit overdacht gevoelde ik de behoefte er de Nicoline van der Sijs op na te slaan.    Nu ja, dé Nicoline van der Sijs. Ik verdenk haar ervan het geheim van het Maken van Tijd te hebben uitgevonden. Elke paar jaar voltooit ze een levenswerk waar een normaal mens van op zijn eeuwige lauweren kan gaan zitten uit

108 Vlaams

Afbeelding
   Op het feest van alle Nederlands blijft Vlaams een onwelkome gast. Een gast die met de dikke abeluinige habbezakkerige Hollandse speknek wordt aangekeken. Het zwarte schaap van de Hollandse taalfamilie die zich verder zo voorstaat op haar vrijzinnigheid, openarmigheid, inclusiviteit en permissiviteit met alle aankleve van dien.    Alles mag, maar Vlaams: nee.    Nievers nergens nieverans.    Vlaams is het ondergeschoven kindje van de extended family inheemse lands- en streektalen.    Hoe komt dat? Hoe komt het dat Vlaamse vertalers en schrijvers hun benoordenrivierse collega’s nog steeds in strikt vertrouwen vragen om de Vlaamsismen uit hun manuscripten te vissen – ook als ze eigener handen en beweging alle plekken waar ze denken dat het schoentje knelt al hebben opgepoetst om maar vooral hun herkomst niet te verraden?    Weinig bekreunen ze zich kennelijk dat ze met het badwater bloedjes van kinderen wegspoelen.    Waarbij komt dat eenieder zich het vrijst uitdrukt in zijn mo

107 Dhr. Duffy en het pijnlijk geval

Afbeelding
   ‘Een tragisch geval’ heet de vertaling van Rolf en Edo Loeber van ‘A Painful Case’ uit Dubliners van James Joyce. We schrijven 1967.    In 1968 vertaalt Rein Bloem het als ‘Een pijnlijke zaak’. Die titel blijft tot 1997, zeven drukken lang behouden – en ook in de achtste druk uit 2004, waarin Erik Bindervoet en ik de tientallen dingen die hij had overgeslagen hebben teruggezet en de honderden ergste fouten, missers, blunders, slordigheden etc. hebben proberen te verwijderen – zeer tegen de zin van de vertaler, die er in samenspraak met de redacteur een heleboel weer in ere herstelde en en passant een hele hoop verse miskleunen beging. (Jongens en meisjes, doe dat nooit, andermans vertaling herzien: heel slecht voor je hart.) (En laat jouw vertaling ook nooit herzien!)    In 2016 mochten Erik en ik het dan eindelijk helemaal zelf doen en vertaalden we de titel als ‘Een pijnlijk geval’.    De hoofdpersoon, meneer Duffy, is een harteloos mens die dat van zichzelf niet weet. Hij de

106 Vroege Joyce-vertalers

Afbeelding
   De eerste Joyce-vertaling in Nederland was van Max Schuchart in 1962, Het portret van de jonge kunstenaar . Schuchart vertaalde eerder In de ban van de Ring , waarmee hij de Martinus-Nijhoffbrug won. Ik las dat boek (in het Engels) toen ik zeventien was achter elkaar uit, met de flinterdunne lp Hot Chocolate 20 Greatest Hits als soundtrack, en toen ik het uithad was de naald door het vinyl gesleten en leek het of ik achthonderd koppen warme chocolademelk door mijn strot gedwangvoederd had gekregen, zo kotsmisselijk was ik. Die eendimensionaliteit van dat boek, dat altijd maar zeggen dat ‘het kwaad’ overwint terwijl het nooit één overwinning boekt, sowieso dat achterlijke van ‘goed’ tegen ‘kwaad’ en dan ook nog dat de goeden altijd knap zijn en de kwaden lelijk... Dat is niet primitief, dat is gewoon het Kwaad zelf. Ik heb het boek nooit meer opgepakt. Maar altijd als ik een liedje van Hot Chocolate hoor – gelukkig niet al te vaak – denk ik er weer aan.    Max Schuchart ging verder

105 Amanda Ros – Irene Iddesleigh III

Afbeelding
   De reden dat ik het hier zomaar voor de wolven der klapkakende kritiek gooi, is dat de uitgevers er geen brood van lustten noch lusten. Misschien is dat terecht. Toen ik het bij de Harmonie aanbood als ‘het slechtste boek aller tijden’ zei Jaco Groot: ‘Je kan er beter zelf een schrijven.’ En daar had hij groot gelijk in.    Het probleem is alleen: bewust het slechtste boek aller tijden willen schrijven is zeer moeilijk, zo niet onmogelijk. De charme is het onbedoelde. Het perongelukke. Het onbewuste. En zo gauw je gaat bedoelen en verexpressiseren sluipt er ironie en zelfbewustzijn in, en zo gauw er ironie en zelfbewustzijn in sluipt, is de toverkracht verloren. Je moet er werkelijk in geloven – geloven dat het straalt en praalt en Nobelprijswaardig is.    Ik kan me dat in vertaling wel wijsmaken – want hoe gek het ook klinkt, naarmate de vertaling vordert, wordt het geschrevene werkelijk steeds fraaier van franje en worden de woorden werkelijk wonderen van welbewuste en te waarde

104 Hervertalingen, moet dat nou?

Afbeelding
   Hervertalen, ja of ja?    Hoe meer zielen immers hoe meer vreugd. Hoe meer hoe beer, laat duizend doekjes bloeien en zo.    De zeikerds, de zeurpieten die bij elke hervertaling denken dat er wat van ze is afgepakt, de mottenballen die denken ‘moest dat nou?’, ‘was dat nou echt nodig?’ omdat ze zo gehecht waren aan die rotzooi uit hun onbezoldigde jeugd – dat ze met z’n allen in de prut mogen zakken, ja toch?    We moeten verder! Doorgaan! Tot we bij het gaatje zijn. Alleen er is geen gaatje. Alleen een groot zwart gat dat maalstromend op ons afkomt en dat ons allemaal zal verzwelgen en doen verzwinden. En dan heeft niemand ooit meer hervertalingen nodig. Laat staan vertalingen. Want de wereld spreekt dan alleen nog maar in de insectentaal van het finnegansweeks.    Maar tot die tijd? Zijn alle hervertalingen mooi meegenomen.    Dus een overwegend unaniem hartgrondig onvoorwaardelijk ‘ja’ met een slag om de arm is hier op zijn plaats.    En dat vind ik ook en dat heb ik ook alt

103 Een ovaalvormige ronde tafel

Afbeelding
   Wat heb je aan redacteuren op uitgeverijen?    Niets.    Minder dan niets.    Een goed boek maken ze niet beter, en een slecht boek niet minder slecht.    En dat zeg ik niet, dat zegt Dovlatov.    ‘Een goede schrijver heeft geen redacteur nodig, lijkt me. Een slechte schrijver wordt door geen redacteur gered. Dat is volgens mij zonneklaar.’ – laat hij de verteller in Familie (Наши) overpeinzen.    Dovlatov zou zelfs typfouten alleen met uitdrukkelijke toestemming van de auteur willen verbeteren. Laat staan dat hij aan de interpunctie zou komen. Die verzint iedere schrijver helemaal alleen, zelf, opnieuw, particulier.    De fouten die schrijvers maken zijn ze dierbaar en mag je ze niet afpakken.    Als historisch voorbeeld haalt hij Dostojevski aan, die het in Misdaad en Straf had over ‘een ronde tafel in ovale vorm’. Zijn uitgever Katkov las het manuscript en zei: ‘U maakt hier een foutje, Fjodor Michajlovitsj. Dat behoeft correctie.’ Dostojevski dacht een ogenblik ernstig

102 Titelstrijd

Afbeelding
   Legio zijn de gevallen waar de uitgever de titel beter denkt te weten en op een enkel vingerkootje te tellen de gevallen waarin ze dat ook inderdaad doen.    Eerst de twee geslaagde gevallen. Toevallig of niet zo toevallig allebei afkomstig van Jasper Henderson, eerst, in 2002, bij Nijgh en toen, in 2017, bij Lebowski.     Help! The Beatles in het Nederlands is natuurlijk een geniale titel voor onze Nederlandse Beatlevertalingen. Ik hoop dat ik dat niet hoef uit te leggen.     Dag der zielen heet in het Engels Solar Bones , een frase die weliswaar in het boek voorkomt maar ook daar hoogst raadselachtig is – en niet mooi te vertalen ( Zonneskelet ? Zonnegebeente ?). Dag der zielen was weer een schitterende ingeving: het is net geen giveaway , net geen Allerzielen , wat de dag is waarop het boek zich afspeelt, en de hoofdpersoon-verteller één dag terugkomt op aarde om zijn verhaal te vertellen. Maar toch raadselachtig genoeg.    Dus wie om een titel verlegen zit, spoede zich na