Posts

Posts uit juni, 2023 tonen

292 Le tigre qui est dans la rue

Afbeelding
   Toevallig stuitte ik in Parijs in de buurt van de luksemburgse tuin op een aangename eerste- en tweedehandsboekwinkel waarvan ik ben vergeten hoe die heette en in die aangename eerste- en tweedehandsboekwinkel (het was op een hoek, vlakbij de oostelijke ingang van het park) stuitte ik op een licht beschadigd exemplaar van een bundel Franse Harmsen, J’ai oublié comment ça s’appelle uit 2022, vertaald en gedéchireerd door Gérald Auclin, met achttien verhalen en gedichten.    Nader onderzoek naar de zaak (wie noemt hem dan ook Harms?) leverde een andere, eerdere bundeling op, uit 1997, Un Tigre dans la rue , vertaald door Catherine Etchaninoff-Lancelot en geïllustreerd door Stéphanie Dalle-Asté, met zeven gedichten, allemaal andere, op één na, die over de tijger op straat.    Nog nader internet-onderzoek leverde van datzelfde tijger-gedicht een derde vertaling op, door Henri Abril, in 2006 opgenomen in de Anthologie bilingue de la poésie russe pour enfants .    Ze zijn – o schrik,

291 Associatieve transsonanties – Théophile Gautier, Ritmische Van Nelle

Afbeelding
    Ritmische Van Nelle Als het nieuwe seizoen aanbreekt Als de kou verdwenen is, Dan gaan wij samen, darlingetje, Naar het bos om ‘muguet’ te plukken. Muguet? vroeg zij, wat is dat? Ik weet niet wat het is, zei ik, Ik zou het moeten opzoeken       In het woordenboek. Kan men dralen? zei ze ongevoelig Kan u horendol lefratten sparen? Toe, let ’s op, heer, oma belde Voor kuieren, muggen, hobo. Zoen op je eigenste lepeltjes! ’n Clown vat oma, ten trein, bleek. Nu zie: onze bibliotheek bederft       De soufflé. Ze had geen hart, ze draalde voort Ze maakte een mens gek en bang Ze deed je zelfs je oma vergeten, Ik zwalkte om haar de straten langs Steeds dacht ik haar reflectie te zien, Iedere oma bracht ik naar de trein Maar de muzikale Pers stak zijn mes       In het woordenboek. Ver, heel ver weg, zijn nu onze vloeken, Want alles is terecht gekomen. De schone nymf bij de fontein Diep in het midden van het bos Heeft bij de komst van het nieuwe seizoen Ons

290 Associatieve transsonanties – Gabriele d’Annunzio, Joe Dimaggio vs. Marilyn Monroe

Afbeelding
    Joe Dimaggio vs. Marilyn Monroe – O Joe Dimaggio, waar zijn je tanden? – In mijn voorhoofd zaten ze, signorita. Het volle gewicht des levens kwam erop terecht. Waar was je, mijn lieve, toen mijn voorhoofd bloedde? (Het beest in het hart houdt van echte boter, Als van een rotte vrucht.) Homiletisch en dor Hangen mijn zusters uit het raam, signorita, Allemaal nonnen, ze zwaaien met de assegaai. Hun brevier ziet scheel van nijd, mijn liefje. – O Joe Dimaggio! Je bent een wervelstorm Boven de Tadzjikische rivieren. – Ik hoor een ander geluid, ik zie een andere bokser. – Eentje die minder zweet in zijn oksels Maar huilt als ik hem mijn petticoat aandoe. _____    Associatieve transsonanties – en in het verlengde daarvan transsociatieve assonanties – werken het beste als het origineel gesteld is in een taal waar je geen tittel of jota begrijpt. Hoe minder de waargenomen betekenis in de weg van het translateren zit, hoe beter. Daarom zijn dergelijke oulipoliaanse oefenin

289 Associatieve transsonanties – Jorge Luis Borges, De aapjes

Afbeelding
    De aapjes Ik had het je nog zo gezegd, in je eigen jargon: Hou toch eens op met postzegels verzamelen! Je beweert wel, dat je me niet gehoord hebt, Maar ik zei het zo hard als ik maar kon. We stammen van de apen af, Niet van Jezus, of Socrates, in de verste verte. Je siddert, je beeft en je beweert Dat apen geen postzegels verzamelen. Bah! Daarbij komt, dat jouw hypocriet gezeur Me van mijn werk houdt. Opgesodemieterd. Telkens als ik jou zie, word ik aan mezelf herinnerd, Maar dan met een gezicht vol pindarotsjes. Ik zie dat je mijn tempo niet bijhoudt. Stil maar. Ik sla de spiegel stuk, je bent alleen. _____    Als mensen boos worden op een vertaling omdat ze die slecht vinden moet ik altijd lachen. Wind je toch niet zo op, het is gewoon een versie, een variant die je kennelijk niet aanstaat. Maar de bozerikken horen tot de gemeente van hoe minder zielen hoe meer vreugd die hun feestjes het liefste helemaal alleen vieren, met toeters en piepers en een feestmuts

288 Associatieve transsonanties – Aristophanes, De vogels

Afbeelding
   [uit] De vogels Wikki! Wikki! Wikki! Eia poppeia! Eia poppeia! Altijd is Kortjakje ziek! Telefoon! Telefoon! Er is telefoon! Wie kan het zijn op dit uur van de dag? M’n moeder! Dag mam! Opgehangen. Genades kwaliteit wordt niet op de proef gesteld door de helende woordmeesters van de zachte wond, Maar dikhuiden vliegen en masse door de hemelpoort In de gestroopte vellen van hun roep, Hun roep, die ze niet vooruit geijld is, helaas! —Wikki! Wikki Wikki!— Er is iets vreselijks gebeurd, Maar niemand hoeft zich ongerust te maken. Te sterven, te slapen, dat kan men gerust gaan doen. —Weiala! Weiala!— Een kat heeft negen levens, maar ik Had er maar één, geslagen in de ketens der gebeurtenissen. Bericht: de grote vogel stortte neer op de Bijlmer Uit grote hoogte moet ik toezien, alomtegenwoordig onmachtig Alsof ik mijn eigen begrafenis bijwoon, maar dan echt. Water overal, en nergens een druppel te drinken! Will you accept the charges? Wie zoet is krijgt lekkers, wi

287 Herdichtingen – Martinus Nijhoff, De moeder de vrouw

Afbeelding
    De moeder de vrouw De brug was af. Iedereen erheen. Ik ook. ’t Was een echte brug, dat zag ik zo. Hij liep van hier naar de overkant Ik vergewiste me ervan, liggend in het gras Kauwend op een strootje en drinkend Aan mijn thee. Ik was leeg en tevreden - Toen hoorde ik wat. Het was een stem (Ik vergat te zeggen dat dit Zaltbommel is) Het was een vrouw. (Die stem.) De stem Die ik hoorde behoorde aan een vrouw - Het was een vrouwenstem. In een boot. En zij zong, het leek mijn moeder wel Ik werd gegrepen door grote weemoed Hoe graag had ik gewild dat zij het was _____    Ja, wat staat er nou éigenlijk? in dat gedicht? Nou, dit dus, maar dan geüglificeerd en ontdaan van alle mooipraterij en schöngeisterei, die je bij Nijhoff trouwens ook al niet tegenkomt, maar deze versie is door het rigoreus afzweren van alle dichterlijke prosodie nog kaler, nog strakker, kinderlijker, naïever, hulpelozer – en daarmee au fond potentieel nog ontroerender.    Goed, het oorspronkel

286 Herdichtingen – J.C. Bloem, De Dapperstraat

Afbeelding
    De Dapperstraat De Natuur? Haha. Daar lach ik om En ook om die dwazen die ervoor vallen Het hele land is immers al gecultiveerd? En anders staat er wel een bordje met Verboden Toegang. Geef mij maar asfalt En de troostelooze wallekant op een regendag Waarom zou je een open plek gaan zoeken Om naar de lucht te kijken? Je hebt toch tv? Alles is veel voor wie niet veel verwacht Deze zin heb ik ergens van overgeschreven Misschien betekent ’t iets, misschien niet Ik denk dat je beter kunt zitten miezeren Op je zolderkamer, waar ’t overal lekt Dan ben je ’t beste af, dan valt ’t altijd mee. _____    Een klassieke ugly, naïeve, vertel-het-in-eigen-woorden-versie van de bekende evergreen, onherstelbaar verbeterd, helemaal opgelapt en schoongepoetst, gevulpext, gerestaureerd, opnieuw bespannen en 21ste-eeuw-proof gemaakt. Heerlijk, geen rijm, geen ritme, geen gezwollen woorden, geen oeh en ah van mooigezegdheid, alleen maar de mededeling. Waar is de poëzie? hoor ik u v

285 Herdichtingen – Hendrik Marsman, Herinnering aan Holland

Afbeelding
    Herinnering aan Holland Denkend aan Holland... Ik heb verdorie wel iets anders aan m’n hoofd! En bovendien, Holland... zeg nou zelf: Dat is toch niks, vergeleken met bv Brabant? _____    Een vertaling-hertaling-veruglysering-nadichting uit Platforum 64 die er mag zijn (al zou ik ‘verdorie’ nu veranderen in ‘godverdomme’). Niet alleen maakt het gedicht ongegeneerd van iets iets geheel nieuws en anders, onherkenbaar veranderd, maar het resultaat, de enkele loutere luttele vier regels, betrekken tegelijkertijd het origineel in hun ugly (‘zeggen waar het op staat’) depositie, veronderstellen het als bekend, waarmee het én iets van zichzelf is geworden én een onlosmakelijke band houdt met de oorsprong. Denotatief zowel als connotatief zit dit gedicht dus wel snor. Een kunststukje op de vierkante centimeter! (Als ik het niet zeg, zegt niemand het.)    Als toegift uit dezelfde Platforum 64 een herdichting van Chrysanten, roeiers van Hans Faverey: Man vraagt zich af of Bloe