Posts

Posts uit februari, 2021 tonen

49 Po’ Bear

Afbeelding
   Hier zat ik vast. Het Engels werd niet leuk. Pas toen ik besloot het al te Engels pink-omhoge ‘the tea’ te veranderen in ‘da tea’, kon ik verder. En kon de beer ‘Po’ Bear’ heten, voor arme beer en ook een beetje Pooh de beer, en had ik plots de vrijheid om carrolliaans-wakeaans-waardewindwaaitiaans te vervolgen met ‘prisky tote’ (uit het Frans en Duits), ‘mizzlemee’ en ‘clombing’ – geholpen door de Phoenix Park-suite in Finnegans Wake , die begint met een beeld van ‘poor Isa ... so gleaming in the gloaming’ ( FW 226.4). Misschien ben ik trouwens onbewust door die ‘poor Isa’ ook op ‘Po’ Bear’ gekomen.    Het is een eindeloos gedicht, als ‘Constants hobbelpaard’, en ook een droom in een droom in een droom in een droom en zo voort en zo verder. Waar we allemaal in leven, alleen weten we het niet.    Het avontuur van Beer heeft een vervolg, twee vervolgen zelfs, die beide Jij met mij niet gehaald hebben. En trouwens ook de opvolger, Wit als een wat , niet.    Ik zet ze hieronder,

48 De andersdoeners

Afbeelding
   De vertaling van Zachoder uit 1971 was het startsein voor helemaal losgaande vertalingen, zoals meteen de eerstvolgende, van vertaler en fantasy-auteur Aleksandr Sjtsjerbakov. Als dat een vertaling voorstelt, dan weet ik er ook nog wel een! – dachten de toekomstige vertalers. Zo (dat wil zeggen zo niet) kunnen wij het ook! 1977. De avonturen van Alisa in wonderenland (Sjtsjerbakov)    In het gras naast haar zus zitten en geen ene mallemoer te doen was dood- en doodvermoeiend. Een paar keer wierp Alisa een steelse blik in het boek dat haar zus met zichtbaar plezier aan het lezen was, maar er stonden geen plaatjes in en geen dialogen. Onbegrijpelijk waar het plezier vandaan kwam in zulke boeken.    En dus zat Alisa daar maar en overlegde met zichzelf (zo goed en zo kwaad als dat ging, want van de warmte dommelde ze bijna in en ging het denken heel moeizaam). Ze overlegde of het echt wel zo vreselijk leuk was om een bloemenkrans te vlechten, – want ze zou ervoor moeten opstaan en

47 Voetnoot bij Toergenjev1

Afbeelding
   Schrijvers die zelf voetnoten bijleveren zie je niet vaak. 2 Meestal zijn het de vertalers die zich van die ongelukkige krukken bedienen. En dan ook nog heel zelden, zeker in Nederland. In andere taalgebieden kijken ze anders tegen het rondstrooien van voetnoten aan, in Portugal bijvoorbeeld, zoals een verhelderend stuk van Arie Pos in het tijdschrift Filter uit 2010 duidelijk maakt. Portugezen zijn even gehecht aan vertalersvoetnoten als Nederlanders ervoor terugdeinzen.    Maar schrijversvoetnoten? Je moet wel uit heel raar hout gesneden zijn om aan je eigen tekst voetnoten toe te voegen. Zelfs Multatuli, onze raarste schrijver, plaatste geen voet- maar eindnoten toen hij zijn Max Havelaar nog eens extra gepeperd onder de neus van volk en autoriteiten wilde wrijven.    Maar Toergenjev deed het. In het korte verhaal (veertien bladzijden) ‘De zangers’ uit de verhalencyclus Aantekeningen van een jager uit 1852 zijn het er vier. In de jagersverhalen plegen hier en daar dialecti

46 De klassikaners

Afbeelding
   Waarom vertalen zo moeilijk is, is omdat het zo makkelijk lijkt. Je hebt een tekst, je vertaalt wat er staat (ja toch?) en voilà, klaar. Een kind kan de was doen.    Het is net als met aforismes schrijven, volgens Karl Kraus: ‘Een aforisme schrijven is vaak moeilijk, als je het kan. Het is veel makkelijker een aforisme te schrijven als je het niet kan.’    Maar dat geldt natuurlijk voor alles. Van de tango dansen tot taarten bakken en van vaccins uitvinden tot het land besturen. Alles-alles-alles is zoveel makkelijker als je het niet kan.    Hoe kan dat?    Wetenschappers bogen zich over de zaak en kwamen met het Dunning-Kruger-effect. Dit psychologisch verschijnsel doet incompetente mensen hun eigen vaardigheden overschatten – en dat niet alleen: hoe groter het verschil is tussen hun feitelijke vaardigheid en hun idee ervan, hoe harder ze roepen dat zij de beste zijn, en hoe meer mensen het zullen geloven, ook degenen die donders goed zien dat de roepers flauwekul debiteren.

45 Sailing on the Lino Sea

Afbeelding
   abcb is een rijmschema dat ik niet graag schrijf. Ik vind het veel te los. Faciel. Je kunt er alle kanten mee op. Eén keer rijmen in vier regels maar. Dat is net een grote koekjesdoos waar dan maar één koekje in zit.    Dan rijm ik nog liever niet. Of wek de suggestie van rijm, door het gedicht heel strak te laten lopen. Allebei experimenten trouwens die ik nog wel eens vaker mag uitvoeren.    Hoewel abcb wel goed kan zijn voor wat langere verhalen, als je al weet waar je heen wil met de plot. Dan kun je stevig doorstomen naar het einde, en hoef je je niet te laten leiden door wat er rijmenderwijs op je pad komt. Terwijl ik dat laatste juist vaak de aardigheid vind aan gedichten maken.    Hier wist ik dat ik de bijna-aanvaring met de keukenkast wilde hebben, en dat er daarna veilig afgemeerd zou worden. Dat is meer dan ik meestal weet als ik begin te schrijven.    Natuurlijk had ik van het rijmschema aabb kunnen maken door van vier regels twee te maken. Maar daarvan zou het ged

44 Dieperder en dieperder

Afbeelding
   Ik ben pas vier vertalingen ver en het duizelt me al. Ik heb de Russische alinea’s zo getrouw mogelijk vertaald, maar wel naar hedendaags Nederlands. Het gaat me immers niet om gedateerde woorden of manieren van zeggen, maar om de sfeer en de toon, de vertelstem die wordt aangenomen.    Daarom werken Russische vertalingen beter dan Nederlandse, want in Nederlandse vertalingen word je toch steeds afgeleid door een onmiskenbare ouderwetsheid, of door een simpelweg ongelukkige of slechte – en in elk geval storende – manier van zeggen, van de oudste tot de nieuwste trouwens.    Voorbeeld. In de vier Nederlandse vertalingen die ik heb bekeken, zit Alice (zo heet ze in het Nederlands, ongelofelijk genoeg) in de eerste regel altijd naast haar zus. Maar waar precies? In de vier meest recente Nederlandse vertalingen is dat drie keer ‘op de oever’ (Matsier, A. de Jong en Bulthuis-Reedijk-Kossman) en één keer ‘aan de waterkant’ (Engelsman).    Allebei krukt het natuurlijk. Niemand zit ooit

43 Ontegenovergestelden

Afbeelding
   Hierop was ik uitgekomen:       Bij de auteur Volin trof je aan:       ‘... Hij maakte een willekeurig gebaar...’       En op dezelfde bladzijde:       ‘... Met een onwillekeurig gebaar toonde Kim...’       Het woord staat op z’n kop. De inhoud stroomt eruit. Of liever gezegd, het had geen inhoud. De woorden stapelen zich ontastbaar op, als de schaduw van een lege fles...    Maar ik ben niet tevreden.    Alichanov ligt op bed en neemt zijn collega-auteurs de maat. Die maar raak schrijven. Lukraak woorden op elkaar stapelen. Zelfs tegenovergestelde begrippen laten optreden die hetzelfde willen zeggen. Waardoor ze niks meer zeggen, de betekenis verdwijnt, zinloos wordt.    En die mogen zich schrijver noemen!    Dovlatov laat in zijn werk zijn hoofdpersoon wel vaker taalkwesties aankaarten. Niet vreemd als je schepper zo taalgevoelig is. Contaminaties, onhandige manieren van uitdrukken, verfoeide gemeenplaatsen, of zetfouten die je in de Sovjet-Unie duur te staan kwamen. He

42 De voorlopers

Afbeelding
   Tussen de eerste en de tweede Russische vertaling van Alice zat 29 jaar. In de vijf jaar van 1908 tot 1913 volgden er ineens vier, alsof er iets te gebeuren stond. Het was in Rusland cultureel een tijd die uit z’n kleren aan het hulken was. Een borrelende vulkaan van creativiteit waar nog vraag naar was ook. Futurisme lag in de nabije toekomst. (Achteraf, hè. Als je erin zat was het waarschijnlijk hetzelfde lauwe bad van vooroordelen, ouwe meuk en stroperigheid als altijd en overal.)    In rap tempo verschenen in Rusland na het eerste pannekoekje de volgende:    • Matilda Granstrem, De avonturen van Anja in de wonderwereld (1908);    • Aleksandra Rozjdestvenskaja, De avonturen van Alisa in het toverland (1908-1909);    • Allegro (pseudoniem van Poliksena Solovjova), De avonturen van Alisa in wonderenland (1909); en    • Michaïl Tsjechov (vermoedelijk), Alisa in het toverland (1913).    Sonja werd in Rusland gevolgd door Anja, van de hand van Matilda Granstrem, de vrouw