Posts

Posts uit oktober, 2024 tonen

433 Opkalefateren

Afbeelding
   Ik had een gedichtje en dat was niet goed. Het idee was goed (illogica). Toen ik het schreef vond ik het goed, toen ik het af had ook en toen ik het voorlas ook. Maar dat kwam alleen, besefte ik veel later pas, omdat ik in het gedichtje het idee las, het leuke idee, en niet de uitwerking. Ik wist gewoon wat er ging komen, en zelfs wat er stond, en ik legde het plezier dat ik had bij het verzinnen van het idee meteen al in het gedichtje.    Want toen ik het later nog eens las vond ik het niet meer goed. Wat te doen? Weggooien? Wachten tot ik het wel weer goed ging vinden? Wachten tot ik wist wat ik ermee moest doen? Hoe ik het moest opkalefateren?    Niks doen was geboden. En niks doen deed ik. En toen ik het na jaren weer terugvond, zag ik plotseling wat ik er wel mee moest doen.    Dit was de eerste versie: Zelfs als je niets weet, weet je dat Als anderen groter zijn, ben je de kleinste. Als je niet thuis bent, ben...

432 Klopt ook niet? Meer vragen bij de lectuur van Alice in Wonderland.

Afbeelding
   Vertalers heten de beste lezers te zijn, omdat geen nuance ze mag ontgaan, maar dat brengt met zich mee dat ze ook vaak de grootste zeikerds zijn, en nog meer spijkers op laag water zoeken – en vinden – dan een heel roedel persklaarversmurfers bij elkaar.    In de twee Alice -boeken zijn mij aldus doende nog een aantal meer dubieuze zaken opgevallen, niets wat niet door de beugel kan, maar toch dingen waar je als vertaler even van achter je oren krabt: hoe moet ik dit oplossen? Is het Carrolls bedoeling, is het een diep verborgen grap om de lezer-luisteraar weer eens met een kluitje de rietkraag in te sturen en in een kano zonder peddel up shit-creek ? Of is het – voor die tijd? voor Carroll? in het Engels? – misschien ongebruikelijk maar niet noodzakelijkerwijs verkeerd of raar gezegd? En dan zijn er ook weer dingen waarvan ik denk dat ze verhaaltechnisch wonderlijk, ja zonderling zijn.    Ik wil Lenny de Rooy bedanken die de handschoe...

431 Slaapkindjesslaap

Afbeelding
   Slaapliedjes waarvan je wakker blijft, is er iets mooiers? Als ik tegenwoordig wil gaan slapen, hoef ik maar een willekeurig boek te pakken en na een bladzijde of wat vallen mijn ogen zachtkens toe. Dat lukt overigens alleen bij willekeurige boeken, want onwillekeurige boeken, zoals Duivels of Booze Geesten of Demonen of hoe je het ook wil noemen dat ik laatst voor de zevende of achtste keer herlas (conservatieve schatting), daar bleef ik wel wakker bij.    Voor Bij mij op de maan vertaalde ik een aantal bajoe-bajoesjki’s , traditionele klassieke Russische slaapliedjes, allemaal met hetzelfde wiegende ritme, tá-ta tá-ta tá-ta ta, en dan de tweede regel een octaaf lager maar langzaam hoger wordend, tá-ta tá-ta tá-ta ta en dan volgen herhalingen en soms afwisselingen, langere of kortere regels op hetzelfde ritme en dat zolang als je maar wil, zolang als je het volhoudt, zolang de spruit nog niet slaapt.    Het Nederlandse verhoopt sla...

430 Denken denken

Afbeelding
   De meeste kindergedichten van nu zijn proza, typografisch vermomd als poëzie. Ik dacht met mijn verhaal van de kalief en het verhaal van het onbereikbare stadje om dat eens om te draaien, en poëzie typografisch als proza te vermommen. Maar er zijn nog wel meer schijnbewegingen en afleidingsmanoeuvres te bedenken om niet in een of andere gepercipieerde rijmdwangval te lopen – namelijk om expres niet te rijmen, maar wel het ritme erin te houden. Als het goed is, kan dat net zo dwingend werken als wel rijmen. Zoals gezegd maakte Arie van der Ent ooit een vertaling van Lermontovs De dood van de dichter (over Poesjkin) waarvan alleen de eerste strofe rijmde, en de volgende niet, en vreemd genoeg merkte je dat helemaal niet, of in elk geval pas als je het doorkreeg, om het cruijffiaans te zeggen. Ook Annie M.G. rijmt af en toe expres niet en Kornej Tsjoekovski ook, maar ze doen dat zo gewiekst, de cadans is zo sterk, dat het net lijkt of het wel rijmt en bovendien onontkoom...

429 Rekenen met/zonder rijm

Afbeelding
   Ongeveer het dichtst dat ik bij gedwongen rijmloosheid ben gekomen is Rekenen op rijm , waarbij het voor de hand liggende en door het rijm praktisch automatisch opgeroepen rijmwoord niet het juiste woord is. Als rekenkundige tegenhanger van de ‘ork ork ork’-vraag uit de vorige blog wordt hier op rijm gerekend. Rekenen op rijm Kinderen! roept meester, Stop met klieren, Eet geen lijm, Wij gaan rekenen op rijm. Rekenen, dat is bekend, Is een fluitje van een cent, Als je het tenminste kent, Ik bedoel als je het kan. Klaar? Daar gaan we dan. Eén en één, wie zegt het wie? – Eén en één maakt samen .... Juist ja. Ik bedoel welnee! Twee en één maakt samen .... En twee en twee, weet iedereen, Twee en twee is samen .... Kindjeslief, nu geen gemier, Twee en drie is samen .... Tja, ’t is geen gemakkelijke les. Drie en vier maakt samen .... Maar wachten jullie nou eens even, Drie plus drie dan? Dat is .... Hm, het is moeilijker dan gedacht. Drie maa...

428 Rijmlozigheid

Afbeelding
   Dat rijmen sowieso heel dwingend is merkte ik een keer toen mijn neefjes en mijn nichtje klein waren en aan tafel zaten te eten en ik binnenkwam en vroeg: ‘Ork ork ork, soep eet je met een...?’ waarop ze alledrie in koor antwoordden: ‘Vork!’ Toen ik ze vroeg: ‘Echt, eet je soep met een vork?’ waren ze heel verbaasd dat ze er zo ingetuind waren. Ze hadden geen idee dat ze een fout antwoord hadden gegeven.    Mijn werkdefinitie van kindergedichten: kindergedichten zijn gedichten voor kinderen en volwassenen. Ik ben tegen niet-rijmende kinderpoëzie. Ik vind dat kindergedichten hypnotiserend moeten zijn, en die hypnose bereik je met ritme en rijm. Wat versta ik onder ritme en rijm? Mijn werkdefinitie van ritme en rijm: ritme en rijm zijn klank. Kinderpoëzie is klank. Wie denkt dat het om boodschappen, betekenissen gaat, draait zich een volwassen, al te volwassen rad voor ogen. Ik zag een heel leuk fimpje waarbij een minder-dan-eenjarige het gedicht Bagage ...

427 De kalief zonder hoofd als gedicht

Afbeelding
   Nou, leest onderstaand gedicht nu anders dan het verhaal van vorige vrijdag, of liever gezegd (om dichter bij de werkelijke waarheid te blijven, niet het verhaal, maar het tot-verhaal-gemaakte gedicht? Leest het anders als prose en poésie dan als een gedicht waarvan meteen duidelijk is dat het een gedicht is?    En anders, hoe anders? Beter? Leuker? Onverwachter? Of toch iets normaler, minder om aandacht vragend, vluchtiger? Ja, wat ís het, dat (sommige) poëzie van (sommig) proza onderscheidt? De kalief zonder hoofd De boze kalief Aboe-Akr Werd op goede morgen wakker       Zonder hoofd. De kalief kon het niet geloven, Hij voelde nog eens goed van boven, Maar zijn hoofd,       De trots van allebei zijn ouders, Zat niet langer op zijn schouders. Zijn ongeloof sloeg om in woede En hij riep zijn grootvizier,       Die aan kwam spoeden. De grootvizier ...

426 De kalief zonder hoofd

Afbeelding
   Ik hou van oosterse sferen, van perzische verhalen, van woestijnen en karavanen van kamelen. Op mijn tiende waren we negen maanden in Teheran, nog onder de sjah, misschien ligt het daaraan. We gingen naar de koele bergen aan de Kaspische zee, naar Isfahan en logeerden in een karavanserai met de ruïne van een moskee waar enorme hoornaars vlogen. We liepen door de steenwoestijn, beklommen afbrokkelende gebergten en keken uit over velden vol klaprozen.    De leugenaar Nasreddin Hodja is hier al eerder genoemd, favoriete lectuur van mij zijn niet alleen de verhalen over grootvizier Iznogoedh die kalief in plaats van de kalief maar ook het buitengewoon geestige The Adventures of Hajji Baba of Ispahan , geschreven door de diplomaat James Morier. In Wit als een wat kwamen ook een paar oriëntalia voorbij, De eindeloze karavaan en De drie broers over zeventien ondeelbare kamelen (en elf ondeelbare tapijten).    Maar dan dit verhaal, want een ...

425 Poëzie voor poëziemijders

Afbeelding
   Ik was bij Querido om te vragen of het niet eens tijd werd voor een nieuwe bundeling van mijn kindergedichten, na Jij met mij en Wit als een wat uit 2017 en 2018 alweer. Querido is zowat de enige die kindergedichten uitgeeft en in hun stal hebben ze zulke kanonnen als Edward van de Vendel en Pim Lammers, waarbij mijn verkoopcijfertjes wat bleek afsteken. Maar, zei ik, ik heb rijm en ritme, en dat is de oorsprong, het alfa en omega niet alleen van de kinderdichtkunst, maar van de taal tout court en absoluut – klanken, daarmee zijn we begonnen: er is niets mooiers dan rijm en ritme, kinderen kunnen zich er dronken aan laven, ze leren taal aan de hand van onzinwoorden, rijmpjes, versjes, liedjes, al vanaf de eerste geluiden die ze in de baarmoeder opvangen. Rijm en ritme zijn het heerlijkste wat we kinderen kunnen bieden! En helemaal als het flauwekul is en vrolijk. Ja, dat kon allemaal wel zo zijn, kreeg ik als antwoord, maar sinds Annie M.G. Schmidt denkt iedereen da...