Posts

Posts uit 2024 tonen

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

Afbeelding
   Verstechnisch zijn de Struwwelpeter -gedichten van Heinrich Hoffmann niet heel geweldig. Ze wemelen van de klungelige gezegdheden (expres of niet), van de enjambementen, van vulsels, overbodigheden en van soms leuk (ironisch) maar soms ook vervelend (serieus) gemoraliseer. Maar tegelijkertijd staan er ook een groot aantal memorabele regels in (ook en soms juist klunzige) en zijn de verhalen in al hun achteloze gruwel, hun hilarische onrechtvaardigheid en hun noodlottige tragiek niet stuk te krijgen. De tekeningen erbij doen het hem ook, vooral zijn eerste tekeningen, die nog houteriger zijn dan de tekeningen die hij na tien jaar maakte om de oude te vervangen.    De eerste, anonieme Russische vertaling vertoont veel overeenkomsten met de eerste Nederlandse vertaling van W.P. Razoux. Ze kwamen allebei in 1848 uit, drie jaar na het Duitse origineel en ze werden allebei zo populair dat er aan de naamgeving van de titelheld daarna niet meer getornd kon wo...

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

Afbeelding
Sieh einmal, hier steht er. Pfui! Der Struwwelpeter! An den Händen beiden Liess er sich nicht schneiden Seine Nägel fast ein Jahr; Kämmen liess er nicht sein Haar. Pfui! Ruft da ein jeder: Garst’ger Struwwelpeter!    Acht Nederlandse vertalingen van het titelgedicht heb ik gevonden. Beginnen we met Razoux, de eerste, maar ook de beste? We zullen zien.    In Nederland werden alle tekeningen hertekend, al vanaf de eerste editie (die vreemd genoeg werd geopend met het Zwarte jongens-verhaal); uit de jaren 1860 stamt een opnieuw getekende editie, en in 1898 verscheen er net als in het Duits een jubileum-editie, met de oorspronkelijke (hertekende) tekeningen en de verhalen in de juiste, Duitse volgorde. Hier van links naar rechts: Ziet hier Piet den smeerpoets staan! Ziet dien viezen knaap eens aan! Hij wou, van zijn vingertippen, Zich geen nagels laten knippen Sedert zeker wel een jaar; Ongekamd bleef ook zijn haar. “Foei!” roep ieder die hem...

440 Voor spek en bonen

Afbeelding
Sieh einmal, hier steht er. Pfui! Der Struwwelpeter! An den Händen beiden Liess er sich nicht schneiden Seine Nägel fast ein Jahr; Kämmen liess er nicht sein Haar. Pfui! Ruft da ein jeder: Garst’ger Struwwelpeter!    Acht Nederlandse vertalingen heb ik gevonden, maar eerst een paar vreemde eenden in de bijt, twee zogenaamde Struwwelpetriaden, dat zijn navolgingen van het onnavolgbare origineel. Honderden zijn er over de hele wereld van verschenen, van een Struwwellise tot een Struwwelhitler en van een Egyptische Struwwelpeter tot een Anti-Struwwelpeter . Het is een genre op zich. Al eerder deed ik op dit blog verslag van de Nederlandse navolgingen van de tien gruwelijke gebeurtenissen uit het oorspronkelijke werk, vanaf blog 326 tot en met 339, te vinden in het register onder het lemma Struwwelpeter, Struwwelpetriaden .    De eerste die ermee begon was Heinrich Hoffmann zelf, die in 1848 als Peter Struwwel een ‘handboekje voor oproerlingen’ u...

439 Van Razoux tot Kuijper, 150 jaar Struwwelpeter-vertalingen

Afbeelding
   De eerste vertaling van Der Struwwelpeter verscheen in 1848, drie jaar na de Duitse editie, en was van de hand van W.P. Razoux, Commies bij de Posterijen te Schiedam. Hij noemde de ragebollige Peterpump Piet de Smeerpoets en die naam is beklijfd, ja zelfs bekleven – al waren er later nog twee vertalers die het met een t-loze Smeerpoes probeerden. Een tweede, aangevulde druk verscheen het jaar erop, en de vertaling is de daaropvolgende vijftig jaar in talloze uitgaven blijven verschijnen, en verschijnt nog steeds, ondanks de pogingen nieuwe vertalingen ingang te doen vinden.    In 1893 kwam er eindelijk een nieuwe vertaling, van zes verhalen maar, onder de titel Domme kinderen van de veelschrijver en -vertaler Agatha (pseudoniem van Reintje de Goeje), waarvan ik er vier heb gevonden in Het prentenboek van Tante Pau van Leonard de Vries uit 1974. ( De kuurtjes van August en Lucifer-Leentje ontbreken.)    Na Agatha ging het snel. ...

438 Kindfeindlichkeit en Schwarze Pädagogik

Afbeelding
    Lustige Geschichten und drollige Bilder luidde de titel van het boek tot 1850, toen het de ondertitel werd. Hoezo lustig? Hoezo drollig? – hebben velen zich de afgelopen honderdvijfenzeventig jaar afgevraagd. Gewelddadig, grotesk en overdreven eerder: Macabere verhalen en lugubere plaatjes had het moeten heten. Door de opvoeders werd en wordt Hoffmann nog steeds beticht van Kindfeindlichkeit en van schwarze Pädagogik , dat is opvoeding door dreigen, straffen en vernederen, Erziehung durch Untertanengeist , in de traditie van boeman- en kinderschrikvertellingen. De vreselijke straffen die de kinderen in Hoffmanns boek te verduren krijgen zouden dienen om ze gehoorzaam te krijgen. Het boek zelf wordt in de categorie Zivilisationsbücher geplaatst, opvoedkundige werken dus, en dan is het plotseling een omstreden en zelfs kwalijk boek. ‘Er valt niets te lachen aan Hoffmanns boek,’ aldus struwwelpeteroloog Jack Zipes, ‘want het onthult een dodelijk proces van het smor...

437 Lidmaat Ajuin alias Reimerich Kinderlieb

Afbeelding
   Heinrich Hoffmann, doctoris medicinae, chirurgiae et artis obstreticiae gradum , praktijk houdende in de Elisabethstraße 37 te Frankfurt aan de Main, was behalve verloskundige, lijkschouwer en armenarts – later verbonden aan de kliniek voor geesteszieken en epileptici – ook een gewaardeerd lid van de Frankfurter burgerij die gezelligheidsverenigingen oprichtte waar hij zijn schetsen, gedichten en liederen voordroeg, waaronder een interessant Therapeutisch dranklied . Een van die verenigingen heette Tutti Frutti, soos gevestigd in de Vogelgesanggasse, met achterkamer die de Augsburger Pagode werd genoemd. De leden hadden allemaal plantkundige bijnamen en de bijeenkomsten noemden ze hun ‘baden in de Ganges’. Op 18 januari 1845 las Hoffmann, alias lidmaat Zwiebel (‘ajuin’), 46 jaar oud, er zijn recent gecomponeerde zelfgeïllustreerde kinderfabels voor. Tevens gezelschapslid was de uitgever Loewenstein, die om het manuscript vroeg en na enig aandringen ook kreeg, voor de...

436 De macabere verhalen en lugubere plaatjes van Dr. Heinrich Hoffmann

Afbeelding
   Bij het vertalen van De Struwwelpeter als Ragbolrinus ben ik niet over één nacht ijs gegaan. Ik heb me verdiept. Verdiept in de materie. Onderzoek gedaan. Me ingelezen, uitgelezen, doorgelezen, stukgelezen. De tekstgenese, de kritisch-historische literatuur, de receptiegeschiedenis, en natuurlijk de vertalingen. De Franse, Engelse, Russische en vooral Nederlandse die er van dit kwalitatief machtige, kwantitatief minieme meesterwerk zijn geweest. En de talloze imitaties, parodieën, pastiches, jatternijen, plagiaatplegingen etc. die er in alle windstreken na het succes van het oorspronkelijke werk gemaakt zijn – waarover ik al bericht heb in blog 326 tot en met 339, onder Struwwelpetriaden te bereiken via het register .    Het is tijd om dat alles eens op het geduldige papier te zetten. De aap uit de mouw te laten. Want het is een goed verhaal. Een lang verhaal, maar een goed verhaal. De vertalingen alleen al. Je raakt er niet over uitverbaasd. Stich...

435 Ga niet varen in een zeefje

Afbeelding
   Ik weet het nog niet. Ik ben er nog niet uit. Wat is beter: als poëzie of geprozaïseerd? De ene dag denk ik dit, de andere dat. Maar misschien springt er niets uit, omdat de gedichtjes gewoon niet goed zijn. Oubollig, gewild, flauw, zichzelf wel heel erg als grappige verhalen groot in het vizier ellebogend. Dat denk ik elke dag.    Waarom er dan mee te koop lopen? Nou, het kan toch dat het niet zo is? Ik heb ook de wijsheid niet in pacht!    Niet gaan varen in een zeef of in een vergiet is een klassiek thema in de nonsensliteratuur. Edward Lear is hier al voorbijgekomen op 11 september, hier , alsmede mijn schaamteloze jatwerk daarvan. Maar één ei is geen ei, daarom heb ik het nog een keer gejat. Van mezelf ditmaal, dan is het niet zo erg.    Ik laat het hier in de twee globale genres volgen, rijm en onrijm. De gedichte met moraal, waar ik voor de geschreven over twijfelde, want het is echt iets voor lafontaine- en krylo...

434 Voer geen fatbike aan je neefje

Afbeelding
   In september verscheen Ragbolrinus , een ratsrinkelrooinieuwe vertaling van Der Struwwelpeter van Dr. Heinrich Hoffmann, hier te lande tot nu toe vooral bekend onder de verschrikkelijke misnomer Piet de Smeerpoets . Smeerpoets? Smeerpoets? De jongen is brandschoon. Hij vertikt het alleen zijn haren en nagels te laten knippen. O, die Hollandse stoepjesschrobgeest toch, want daar komt die uit de lucht gegrepen verdachtmaking van als zou het joch ‘vies’ zijn. En vies is wel het ergste wat de opvoeders kunnen bedenken in Nederland. (Rustig maar.)    Het gaat je niet in je kouwe kleren zitten, het onverwoestelijke kinderboek met de tien gruwelverhalen van Der Struwwelpeter vertalen. Het boek vraagt om afreageren. Vandaar dat ik me ook stortte op goede en zelfs betere raad voor kinderen, want van goede raad kan er nooit genoeg zijn – mits je het maar met een flinke suikerschep zout neemt en vooral er niet naar luistert. Is er nog ruimte voor cautionary tal...

433 Opkalefateren

Afbeelding
   Ik had een gedichtje en dat was niet goed. Het idee was goed (illogica). Toen ik het schreef vond ik het goed, toen ik het af had ook en toen ik het voorlas ook. Maar dat kwam alleen, besefte ik veel later pas, omdat ik in het gedichtje het idee las, het leuke idee, en niet de uitwerking. Ik wist gewoon wat er ging komen, en zelfs wat er stond, en ik legde het plezier dat ik had bij het verzinnen van het idee meteen al in het gedichtje.    Want toen ik het later nog eens las vond ik het niet meer goed. Wat te doen? Weggooien? Wachten tot ik het wel weer goed ging vinden? Wachten tot ik wist wat ik ermee moest doen? Hoe ik het moest opkalefateren?    Niks doen was geboden. En niks doen deed ik. En toen ik het na jaren weer terugvond, zag ik plotseling wat ik er wel mee moest doen.    Dit was de eerste versie: Zelfs als je niets weet, weet je dat Als anderen groter zijn, ben je de kleinste. Als je niet thuis bent, ben...