44 Dieperder en dieperder

   Ik ben pas vier vertalingen ver en het duizelt me al. Ik heb de Russische alinea’s zo getrouw mogelijk vertaald, maar wel naar hedendaags Nederlands. Het gaat me immers niet om gedateerde woorden of manieren van zeggen, maar om de sfeer en de toon, de vertelstem die wordt aangenomen.
   Daarom werken Russische vertalingen beter dan Nederlandse, want in Nederlandse vertalingen word je toch steeds afgeleid door een onmiskenbare ouderwetsheid, of door een simpelweg ongelukkige of slechte – en in elk geval storende – manier van zeggen, van de oudste tot de nieuwste trouwens.
   Voorbeeld. In de vier Nederlandse vertalingen die ik heb bekeken, zit Alice (zo heet ze in het Nederlands, ongelofelijk genoeg) in de eerste regel altijd naast haar zus. Maar waar precies? In de vier meest recente Nederlandse vertalingen is dat drie keer ‘op de oever’ (Matsier, A. de Jong en Bulthuis-Reedijk-Kossman) en één keer ‘aan de waterkant’ (Engelsman).
   Allebei krukt het natuurlijk. Niemand zit ooit ‘op de oever’. Hoogstens ‘aan de oever’, maar zelfs daar hoort iets bij: de oever van wát? Ook ‘aan de waterkant’ is niet echt levend Nederlands. Je zit altijd gewoon ‘aan het water’. Kennelijk is geen van de vertalers daarop gekomen. Wat aangeeft dat geen van de vertalers echt heeft nagedacht, geluisterd en zich heeft kunnen losmaken van het Engels.
   In het Russisch kun je wel op de oever zitten, simpel zelfs, na beregoe, wat heel gewoon Russisch is. Er zijn legio liedjes en gedichtjes waarin het voorkomt. Als de Russische Alisa daar dus ‘op de oever’ zit, is dat heel normaal. Alleen kan ik het niet zo vertalen, om dezelfde reden als waarom ik het zo niet kan vertalen uit het Engels: ‘op de oever’ is namelijk geen Nederlands. Daarom maak ik ervan ‘aan het water’.
   Het was tot nu toe nog niet actueel, want in de vier eerste Russische vertalingen zitten de zusjes respectievelijk in een tuin, aan de kant van een beek, op een heuvel en op een bankje. Maar daar komt bij Tsjechov verandering in.
1913. Alisa in toverland (Tsjechov)
   Alisa had er genoeg van om met haar zus aan het water te zitten en niets te doen; een of twee keer wilde ze in het boek van haar zus kijken, maar daarin werd niet gepraat, en een boek waarin niet gepraat werd leek haar niet interessant. Toen begon ze te denken: zou ze geen viooltjes gaan plukken om er een ketting van te vlechten? Maar het was erg warm, ze wilde niet opstaan en ze begon slaap te krijgen. Toen rende er plotseling een wit konijn met rode ogen voor Alisa langs.

   Michaïl Tsjechov was behalve de jongste broer van Anton P. ook een productief vertaler: zo’n honderd jaar geleden bracht hij zelfs een tiendelig verzameld werk van zijn eigen vertalingen uit. Dat is andere koek! Misschien wordt het in Nederland ook tijd om voor de verandering de vertaler groot op de kaft te zetten en de boeken op hun naam te rangschikken. De auteur kan dan bescheiden naar het colofon verhuizen. Als mensen toch altijd de ene vertaling boven de andere prefereren is het wel zo’n handig idee.
   Tsjechovs toon is weer een andere dan van de vier vorigen. Hij vertaalt enigszins auseinandersetzend, betogend. Hij heeft het probleem van het verwoorden van de grap van Alisa’s overpeinzingen (of het wel de moeite waard was om helemaal op te staan etc.) opgelost door hem rigoreus te schrappen. Zodat je in elk geval niet struikelt over een ingewikkelde redenering. Is ook een vertaalopvatting. Of die opvatting ook steekt achter Tsjechovs weglating van de plaatjes in het boek dat zuslief leest om alleen de gesprekken over te houden, is moeilijk te zeggen. Ik zie de reden in elk geval niet. Andersom zou ik nog begrepen hebben omdat ook in het Russische ‘gesprekken’ in een boek wat wringt. Dan kun je beter alleen de plaatjes overhouden – hoewel Alice daarvan wel weer een paar jaar jonger van wordt: kan ze dan nog niet eens lezen?

   Toen was het oorlog en toen was het revolutie en toen werd alles anders. Nabokov emigreerde en maakte in de diaspora in Berlijn onder het pseudoniem V. Sirin in 1923 voor vijf dollar een vertaling van Alice. Hij russificeerde de naam in Anja, en ook in de rest van het boek russificeerde hij er – net als de eerdere vertalers, en ook de meeste latere – duchtig op los. De versjes en gedichtjes zette hij van parodieën op Engelse originelen om in parodieën op Russische. Later vond Nabokov alleen die parodieën en de woordspelingen geslaagd, maar dat was in de tijd dat hij niet meer in vertalen geloofde en van Poesjkins kwikzilveren Jevgeni Onegin een betonnen navertelling maakte waarvan iedere lezer zich gekgillend voorgoed van Poesjkin zal afkeren.
1923. Anja in wonderenland (Sirin)
   Anja begon het saai te vinden om doelloes naast haar zus op de grazige helling te zitten; een paar keer wierp ze een blik in haar boek, maar er stonden geen gesprekken en geen plaatjes in. “Wat heb je aan een boek zonder plaatjes en zonder gesprekken?” dacht Anja.
   Ze voelde zich dom en slaperig worden – het was ook zo’n warme dag. Net was ze begonnen bij zichzelf te overwegen of het de moeite waard was om op te staan om kamille te gaan plukken en er een streng van te draaien, toen er plotseling, uit het niets, voor haar neus een Wit Konijn met roze ogen langs kwam rennen.

   Tegenwoordig wordt Nabokovs vertaling – de laatste tsaristische – weer veel herdrukt. Ook Nabokov laat de oever voor wat hij is – maar laat zijn Anja wel zelf een boek lezen in plaats van haar zus. Waarom? Omdat hij zelf zo graag las? Het ritme van de eerste alinea is bij Nabokov sowieso helemaal anders, omdat hij de stille overweging van Anja niet met een voegwoord laat aansluiten op de regel ervoor. Waardoor het eerder het begin van een nieuwe gedachte is dan het vervolg op een oude.
   Het ‘dom en slaperig’ worden haalt Nabokov uit de parenthese, waardoor de verteller wat logischer wordt, wat minder uitweidend-vriendelijk, minder kletsmajoorderig dan Carroll. De lange parenthese in het Engels, ‘(as well as she could, for the hot day made her feel very sleepy and stupid)’, geeft heel erg het gevoel dat er iemand aan het vertellen is who’s making it up as he goes along, en dat verlies je bij Nabokov. Zijn vertaling is wat barsig en bozig. Wat wil je ook, als je voor vijf dollar moet vertalen terwijl je jezelf een schrijver vindt (maar een professor bent).
   Of misschien vond Nabokov die ongedwongen manier van vertellen, namelijk tegen kinderen, wel echt iets Engels, dat in zijn strikte russificatie diende te verdwijnen. Maar eerlijk gezegd denk ik dat Nabokov gewoon niet kón vertellen.
   In hetzelfde jaar 1923 verscheen in het inmiddels bolsjewistische moederland ook de eerste Sovjet-vertaling, van Anatoli Frenkel (naast vertaler ook toneel- en liedjesschrijver) onder het pseudoniem van A. D’Aktil.

1923. Alisa in wonderenland (D’Aktil)
   Alisa had er al tamelijk genoeg van om met haar oudere zus aan het water te zitten nietsdoen. Een paar keer wierp ze van terzij een blik in het boek dat haar zus aan het lezen was, maar daar stonden geen plaatjes en geen gesprekken in.
   – En wat heb je aan een boek, – besloot Alisa, – als er helemaal geen gesprekken en plaatjes in staan!
   En zo begon ze te overwegen (behoorlijk traag trouwens, want de hitte maakte haar slaperig en dom) of ze nu wel of niet een krans van madeliefjes zou gaan vlechten, toen er plotseling een Wit Konijn met roze ogen vlak langs haar heen rende.
   D’Aktil probeert de verteltoon te behouden door er af en toe een modaliteitswoordje tussendoor te gooien, hier ‘tamelijk’ en ‘behoorlijk’ en ‘helemaal’. Ook het uitroepteken achter Alisa’s stille vraag over het nut van boeken hoort in die categorie thuis. Een beetje wat Carroll met ‘very’ doet (‘very tired’, ‘very sleepy’). Niet gek, lijkt mij. Al kunnen die woordjes je ook danig op de zenuwen gaan werken. Het blijft vertaliaans. Is er geen andere oplossing om de vertelstem te behouden?
   De grap met het wel of niet opstaan is hier ook alweer een graploze simpele overweging geworden, omdat het de vertaler niet lukte er een hersenkrakertje van te maken.

_____
   Verwijzingen. Over de ongelofelijke absurditeit dat Alice in Nederland Alice heet en niet bijvoorbeeld Annie, Alie, Alies of Ellis, zie mijn Vrijdag Vertaaldag webfiltercolumn van een tijdje terug, hier. Over Michaïl Tsjechov en zijn tijdschriftvertaling, zie hier; over Sirin/Nabokov, hier; over D’Aktil/Frenkel hier. Het Nabokov-citaat heb ik in dit blog iets anders vertaald dan in de Vrijdag Vertaaldagfilter hier. Over de Nabokov-vertaling is op kursivom, hier, te lezen, en hier, hier (alles Russisch), en Engelse artikelen, o.a. Irina Shishkova, ‘The Adventures of “Alice” and Lewis Carroll in Russia, in: The European Proceedings of Social & Behavioral Sciences, 2016, hier, en Mee Ryoung Park, ‘A Case Study of Russification in Two Translations of Alice’s Adventures in Wonderland by Vladimir Nabokov and Boris Zakhoder’, in Children’s Literature in Education 49:2018, hier of hier. De vertaling van D’Aktil is hier gedigitaliseerd. Zijn vertaling wordt beschouwd als ‘de eerste Sovjet-Alice’: de vertaler was een satirisch dichter die zich schaamteloos voor propagandadoeleinden leende, en o.a. de schrijver is van het nog steeds mensen rillingen van afschuw bezorgende lied ‘Marsj entoesiastov’ uit 1940, later door Dovlatov verbasterd tot ‘Marsj odinokich’, mars der alleenstaanden. Over D’Aktil zie het artikel ‘The First Soviet Alice Translation’ van Victor Fet, in de Knight Letter 105, najaar 2020, p. 19-23, dat mij vriendelijk werd opgestuurd door Henri Ruizenaar van het Nederlandse Lewis Carroll Genootschap .

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

378 AI is op de mars

373 Nacht, trottoir – als a-tal

372 Nacht, straat, straatlantaarn, apotheek

374 Nacht, trottoir – als sonnet

371 Pak aan, nageslacht! — Interview met Anatoli Mariëngof

377 Verkeerde benen

375 Nacht, trottoir – als Herman Gorter

370 Koning Bub

376 Delina Delaney, hoofdstuk II