42 De voorlopers

   Tussen de eerste en de tweede Russische vertaling van Alice zat 29 jaar. In de vijf jaar van 1908 tot 1913 volgden er ineens vier, alsof er iets te gebeuren stond. Het was in Rusland cultureel een tijd die uit z’n kleren aan het hulken was. Een borrelende vulkaan van creativiteit waar nog vraag naar was ook. Futurisme lag in de nabije toekomst. (Achteraf, hè. Als je erin zat was het waarschijnlijk hetzelfde lauwe bad van vooroordelen, ouwe meuk en stroperigheid als altijd en overal.)
   In rap tempo verschenen in Rusland na het eerste pannekoekje de volgende:

   • Matilda Granstrem, De avonturen van Anja in de wonderwereld (1908);
   • Aleksandra Rozjdestvenskaja, De avonturen van Alisa in het toverland (1908-1909);
   • Allegro (pseudoniem van Poliksena Solovjova), De avonturen van Alisa in wonderenland (1909); en
   • Michaïl Tsjechov (vermoedelijk), Alisa in het toverland (1913).

   Sonja werd in Rusland gevolgd door Anja, van de hand van Matilda Granstrem, de vrouw van de uitgever-vertaler Edouard Granstrem. De vertaling heeft de eer beschouwd te worden als een van de afgrijselijkste Russische Alice-vertalingen aller tijden. Granstrem heeft ingekort, versimpeld en geen grap overeind gelaten. ‘Do cats eat bats?’ vertaalde ze met ‘Hou je van mussen, poes?’
   Maar dat terzijde. Het gaat me niet om de woordspelingen in dit vergelijkend warenonderzoek, maar alleen om de verteltoon van de eerste twee alinea’s. Iedereen doet het weer anders, jawel, maar wat is het resultaat van die andersheid? Gaan we de tekst dan ook op een andere manier lezen, voelen, begrijpen, volgen?
   Want als alles anders is maar feitelijk lood om oud ijzer, waarom dan nog hervertalingen gemaakt? Alleen maar omdat de vertalers het niet laten kunnen? De vertaling van Aleksandra Rozjdestvenskaja wordt nog steeds heel regelmatig herdrukt, maar dat neemt niet weg dat er ook een heleboel recente vertalingen op de markt zijn, die weer gezelschap krijgen van nog recentere.
   De vier pre-revolutionaire vertalingen. Ik laat ze voorafgaan door de enige 19de-eeuwse vertaling, die ik verweesd en huilend op een steen heb achtergelaten in de eerste aflevering van deze prille Alisa-sage.
1879. Sonja in het rijk der mirakels (NN)
   Saai vond Sonja het om zonder iets omhanden te hebben in de tuin naast haar oudere zus te zitten. Een keer of twee had ze bij haar in haar boek gekeken, maar niks geen plaatjes, niks geen dialogen. Leuk hoor, een boek zonder plaatjes en dialogen!
   De dag was warm en benauwd en Sonja was helemaal week en slaperig geworden. Ze dacht erover om een krans te gaan vlechten, maar daarvoor moet je opstaan en bloemen gaan plukken. ‘Opstaan of niet opstaan,’ aarzelde Sonja, toen er plotseling, uit het niets, vlak langs haar heen een Konijn kwam rennen – met een witte vacht en roze ogen.
1908. De avonturen van Anja in de wonderwereld (Granstrem)
   Anja verveelde zich; ze zat al een hele tijd met haar zus aan de kant van de beek een boek te lezen, maar het boek beviel haar niet: ‘Wat valt er te beleven aan boeken als er geen plaatjes in staan!’ – dacht Anja.
Het was een warme dag. Anja zat net te denken of ze geen bloemen moest gaan plukken om een krans mee te vlechten, toen er ineens vlak langs haar heen een wit konijn met rode oogjes kwam rennen.

   Dit lijkt een beetje op de opdracht: vertel het na in eigen woorden. Maar dan door iemand zonder buitengewoon goed geheugen – of veel fantasie. Van de innerlijke stem van Alice blijft weinig meer over. Het kan simpeler! moet Granstrem gedacht hebben. Ook Hamlet is een gemiste kans als pantomime!
1908-1909. De avonturen van Alisa in het toverland (Rozjdestvenskaja)
   Alisa had er genoeg van om op de heuvel naast haar zus te zitten nietsdoen; een paar keer keek ze van opzij in het boek dat haar zus aan het lezen was, maar er stonden geen gesprekken en geen plaatjes in. ‘En wat moet je met een boek,’ dacht Alice, ‘als er geen plaatjes of gesprekken in staan?’
   Toen begon ze zich af te vragen (voor zover dat mogelijk was, aangezien ze zich op deze ondraaglijk warme dag slaperig en moe begon te voelen), of het nu wel of niet de moeite waard was om op staan om madeliefjes te zoeken en te plukken en er een krans van te vlechten – toen er plotseling een wit konijn met roze oogjes vlak voor haar langs rende.

   Alisa krijgt hier haar definitieve Russische naam. Alleen Nabokov zal er nog van afwijken. Alisa is in deze vertaling een meisje dat ergens ‘genoeg van’ heeft, een wat heftigere emotie dan zich vervelen.
   Er staat natuurlijk nooit wat er staat: in de vertelstem zit Carroll, die praat tegen Alice; zit Carroll die praat tegen ons; zit Alice door de ogen van Carroll, die Alice wil plagen – en als je denkt ‘dat is de stem van Alice’, zit je toch weer met het spel tussen verteller en aangesprokene.
   Dus hoe zit het nou met dat vervelen, of er genoeg van hebben? Allebei zou je ze met een korreltje zout moeten kunnen nemen. Allebei zou je moeten kunnen horen dat de verteller het niet helemaal meent, dat hij Alice nadoet bijvoorbeeld, of zich op een overdreven manier in haar inleeft.
   Als je leest ‘had er genoeg van’ ligt het gevaar op de loer dat je die vuist op tafel te ernstig neemt. Bovendien wringt het altijd wat met de indommelende twijfelingen van de hoofdpersoon in de tweede alinea.
1909. De avonturen van Alisa in wonderenland (Allegro)
   Alisa begon het saai te vinden om naast haar zus op het bankje te zitten en helemaal niets te doen. Een keer of twee gluurde ze in het boek dat haar zus aan het lezen was, maar ze zag er geen plaatjes en geen gesprekken in staan.
   – En wat heb je aan een boek, – dacht Alisa, – waar geen plaatjes of gesprekken in staan? – Ze begon te peinzen (voor zover dat mogelijk was, aangezien ze van de warmte bijna in slaap viel en een beetje suffig werd) of een madeliefjesketting vlechten leuk genoeg was om ervoor op te staan, toen er ineens een Wit Konijn met roze ogen vlak voor haar langs rende.

   De Russische klassieke titel (Alisa in wonderenland) is geboren. De eerdere vertalers probeerden combinaties uit met ‘rijk’ en ‘wereld’ en met ‘mirakels’ en ‘tover-’, maar de titel van de schilder-dichter-toneelschrijver-vertaler Solovjova (dochter van een historicus en zus van een filosoof-dichter) zal beklijven. Die slag is haar. Anderen mogen haar gevolgd hebben, zij haar voorgangers niet. Alisa zit hier op ‘een bankje’, waar de anderen achtereenvolgens een tuin, de kant van de beek en een heuvel hadden.
   Maar we zouden het niet over woorden hebben maar over de sfeer, de toon die eruit spreekt. Ook hier lijkt er aan ironie en tongue-in-cheekiness te zijn ingeboet. Ook de moeizame formulering van de grap met het opstaan of niet komt hier niet – net als in veel andere vertalingen – echt als grappig of leuk uit de verf.
   De laatste prerevolutionaire vertaling is van Michaïl Tsjechov, de broer van Anton P. maar die bewaar ik voor een volgende keer. Het is wel weer mooi geweest.

_____
   Verwijzingen. De anonieme eerste vertaling uit 1879, de vertaling van Granstrem uit 1908 en die van Allegro (Solovjova) uit 1909 zijn gedigitaliseerd en kunnen gelezen worden hier, hier en hier. Alle Russische Alisa’s staan, in hoofdstuksgewijze parallelvertalingen, hier. Over Granstrem zie hier; over de verder volledig onbekende Rozjdestvenskaja hier; en over de interessante ‘Allegro’ (Poliksena Solovjova) hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

440 Voor spek en bonen

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

445 Frederik de wrederik gecloseread

448 Wreede Piet