151 De Dostojevski heeft geld nodig-kalender

   Een kalender is een beperkt houdbaar genre.
   Is het jaar voorbij, gaat de kalender bij het oud papier.
   Of eeuwig houdbaar, hoe je het maar bekijkt.
   Want elk jaar heb je weer een nieuw jaar. En komt er weer een nieuwe kalender op de plee. Of in de hal achter de jassen. Of in de keukenla, onder de overgebleven kerstservetjes. Of meteen bij het oud papier.
   Je hebt ook eeuwigdurende kalenders, waar je alleen zelf de dagen van de week moet invullen. En de schrikkeldag overslaan in de voorkomende gevallen.
   De Dostojevski heeft geld nodig-kalender behoorde tot de eerste soort. Het was de opvolger van de Nietzsche is ziek-kalender van het jaar 2000, met elke dag een vrolijkstemmende jammerklacht van de hamerende filosoof over zijn lichamelijke gesteldheid.
   In 2001 mocht Dostojevski dagelijks klagen over geldnood.
   De goedlachse en altijd enthousiaste René Gude bracht het uit voor het Filosofie Magazine. We hadden altijd plezier met René. Toen daar onder de nokbalken bij de uitgever op het Rokin. Of was het het Damrak?
   Andere kalenders in het verschiet: de Kafka gaat trouwen-kalender (daar kon je ook een jaar mee vullen) en de Wittgenstein heeft het moeilijk-kalender. Die tweede is daadwerkelijk gemaakt, er is een Platforum van om het te bewijzen, nr. 157 van eind december 2003.
   Komt misschien ook nog wel eens ter sprake.
   In 2000 lazen Lena en ik de volledige correspondentie en de volledige werken van Dostojevski voor geldcitaten. En daarvan maakte we de kalender, met een inleiding van mij en Erik, en tekeningen van Erik.
   Totaal: een stuk of veertien prachtcitaten uit de romans en zo’n 250 uit de brieven. Veel werk was het, maar leuk werk.
   Toen was alles leuk, omdat je het vervelende toch vergeet.
   Het is allemaal zo lang geleden!
   Dacht ik ook en ik dacht ook: wat te doen?
   De kalender nog een keer aanbieden aan Pegasus voor het komende jaar? Ze zien me aankomen.
   Of, idee, de citaten niet meer per dag ordenen maar gewoon chronologisch, als een soort sociaal-financiële minibiografie? Dan zou ik ieder financieel rampjaar (dat wil zeggen elk jaar) ook nog kunnen laten voorafgaan door een overzichtje wat er zich verder afspeelde. Waar hij mee bezig was schrijvenderwijs, welke roulettetafels hij bezocht en of hij Multatuli was tegengekomen.
   En met de tekeningen van Erik.
   Ik schreef Van Oorschot: wanneer komt er een volgend Dostojevski-deel, opnieuw vertaald in de Russische Bibliotheek. Want dan heb ik misschien een leuk bijboekje.
   Geen antwoord.
   Ik sprak Erik en die zei dat zijn Dostojevski-tekeningen bij Van Oorschot lagen, voor een of ander boekje.
   Ik kijk in de voorjaarsaanbieding: Arthur Langeveld, Geld en God bij Dostojevski. Verschijnt in april. Met tekening van Erik voorop.
   Waarna de uitgever me er ook op attent maakte, me dankend voor de waardevolle suggestie, en besloot: ‘Misschien later eens iets?’
   Krijg nou wat!
   Te laat!
   Nu ja. Achter het net vissen is ook een kunst.
   Ik hoop dat Langeveld iets aan de kalender gehad heeft voor zijn eigen duit in het zakje.
   Maar zo leuk als dit zal het niet worden...

_____
   Verwijzingen. De voorjaaraanbieding van Van Oorschot staat hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

448 Wreede Piet

445 Frederik de wrederik gecloseread

440 Voor spek en bonen