Posts

Posts uit december, 2024 tonen

450 De geschiedenis van Klaas de plaaggeest

Afbeelding
   Over Oom Gus is niets bekend behalve dat hij dit prentenboek vertaalde, dat werd geïllustreerd door Cornelis (Cees) Spoor (1867-1928), kunstschilder, later vooral van kinderportretten. Zou Spoor het zelf hebben vertaald? Oom Gus – De geschiedenis van Klaas de plaaggeest Die Klaas, die Klaas, Dat was een plagersbaas! Hij maakte thuis de vliegjes buit En trok hen wreed de vleugels uit, Sloeg stoelen stuk en vogels dood En gooide poesje in de sloot. En denk eens, hoe ’n plaag hij was: Hij sloeg z’n zusje! Is ’t niet kras? Eens vond hij bij een sloot een’ hond, Die kalmpjes daar te drinken stond. Klaas kon het beest niet laten staan En sloop zacht op den hond toen aan, Dien hij op eens een stokslag gaf En meer daarna – ondanks ’t geblaf – ! Het arme beest, het sarren moe, Vloog eensklaps op Klaas’ beenen toe En beet, dat Klaasje brult van pijn! Dan moest hij maar geen plaaggeest zijn! De hond sprong snel over een hek En droeg Klaas’ stok weg in de...

449 De ruwe Hein

Afbeelding
   Suze Andriessen (1850-1924) was in haar tijd, zegt Wikipedia , een populair en zelfs voortuitstrevend schrijfster van jeugdliteratuur. In 1897 verscheen haar vertaling van Der Struwwwelpeter onder de curieuze titel De Hedendaagsche Piet de Smeerpoets en ook onder haar eigen naam, want er staat door Suze Andriessen onder, zonder vermelding van enige Heinrich of Hoffmann. Dan zou je inderdaad een heel nieuwe insteek verwachten op het vijftig jaar oude boek, met vreselijke ongelukken met nieuwlichterijen en de modernste snufjes als stoomtrams, elektriciteit en gaslantaarns, maar nee, het is een gewone, her en der zelfs getrouwe vertaling van de Struwwelpeter . Het enige moderne dat ik eraan kan ontdekken, is dat de zwavelstokjes ( das Feuerzeug ) lucifers zijn geworden. Suze Andriessen – De ruwe Hein Een nare jongen was die Hein! Hij zat vol booze streken, Geen vliegje liet hij zelfs met rust, En dat’s een leelijk teeken. De stoelen danste hij kapot, Poes wier...

448 Wreede Piet

Afbeelding
   F.H. (Frits) van Leent, 1830-1912, schrijver van een slordige 185 kinderboeken, en vertaler-bewerker van klassiekers als Moeder Hubbard en haar Hondje (net als Agatha, zie blog 261, De komische avonturen van grootmoeder Helder en haar hond , hier ), De Geschiedenis van Robinson Crusoë , Reisavonturen van Gulliver , Uit het leven van Oom Tom , sprookjes als Roodkapje en verhalen over Reinaert de Vos en Ali Baba .     Piet de Smeerpoes vertaalde hij twee keer, een keer meestal korter dan het origineel (in dit geval niet) en een keer ongeveer gelijkop lopend met het origineel. Het is mogelijk dat de langere versie niet van Van Leent is, maar van een ander; in elk geval heb ik er maar drie gedichten uit gevonden, De geschiedenis van Koen, die op zijn duimpje zoog , Ongehoorzaam Paulientje en De geschiedenis van den vliegenden Robert . Nader onderzoek is geboden.    Hier dus een gedicht uit de kortere versies met dien verstande dat dit g...

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

Afbeelding
   Agatha was het pseudoniem van de zeer productieve kinderboekenschrijfster en -vertaalster Reinoudina de Goeje (1833-1893). (Ze vertaalde bijvoorbeeld ook het klassieke nursery rhyme-verhaal Moeder Hubbard en haar Hondje , zie blog 261, De komische avonturen van grootmoeder Helder en haar hond , hier .) Zo productief was Reintje dat haar vertaling van Der Struwwelpeter in de lijst met vertaalde werken op Wikipedia niet eens genoemd wordt, noch op de auteurspagina van de dbnl, noch in haar lemma in het vrouwenlexicon van de knaw. Maar wel, gelukkig, in het door Bea Ros geschreven hoofdstuk over haar in het Lexicon van de jeugdliteratuur . De uitgave, getiteld Domme kinderen , uitgekomen in haar overlijdensjaar 1893, is een zeldzaamheid. Het internet meldt dat hij alleen in de bibliotheek van Middelburg kan worden ingezien. Wat Leonard de Vries kennelijk gedaan heeft, want hij drukt er vier af in zijn Prentenboek van Tante Pau uit 1974. Agatha – Hein de Dierenkw...

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

Afbeelding
   Negen echte vertalingen die zich als vertalingen afficheren van Die Geschichte vom bösen Friederich heb ik voor me. De eerste is die van Willem Paulus Razoux (1818-1871), Commies bij de Posterijen te Schiedam, uit 1848. Razoux – De Geschiedenis van den wreeden Jan De wreede Jan, – de wreede Jan, Dat was een regte dolleman. – Ving hij een’ vlieg, die slechte guit, Dan trok hij haar de vleugels uit; Zijn speelgoed sloeg hij kort en klein; Geen’ kat kon veilig bij hem zijn; En hoort eens aan, hoe stout was Jan! Hij sloeg zijn’ lieve zus Marian. Bij zek’re pomp stond eens een hond, Die water slurpte met zijn’ mond; Daar kwam de wreede Jan weêraan, Om met zijn zweep Fidel te slaan. Die arme hond, die jankte zeer, Maar Jan, die sloeg hem telkens meer, En schopte ’t beest wel twintig keer. Hap! – greep hij Jantjen’s kleinen voet, En beet er in tot op het bloed; Jan gilde ’t uit van pijn en schrik, En schreide bêi zijn’ oogen dik. Toen lag men Jan in...

445 Frederik de wrederik gecloseread

Afbeelding
    Die Geschichte vom bösen Friederich heet het tweede gedicht in Der Struwwelpeter van Heinrich Hofmann uit 1845, tenminste als we de volgorde en de samenstelling van de eerste edities buiten beschouwing laten. Maar waarom zouden we die buiten beschouwing laten? Heb ik wat te verbergen soms? De publicatiegeschiedenis van Lustige Geschichte und drollige Bilder für Kinder van 3—6 Jahren , zoals het boek in de eerste incarnaties nog heette, is tamelijk chaotisch. Verhalen werden toegevoegd, er werd hier en daar wat bijgeschreven, en de illustraties bleven ook niet van meet af aan hetzelfde.    In de eerste drie, zovoort vergrepene drukken van de Lustige Geschichte und drollige Bilder opende het vette wrede verhaal over het onhandelbare adhd-patiëntje het toen nog zes verhalen tellende prentenboek. De iconische warkop Struwwelpeter, het voormalige warhaar- en nagelventje, besloot de reis door de rebellenclub.    Die biologerende figuur za...

444 Blijf weg van potten met geblaf

Afbeelding
   Hier moest ik me voornamelijk afgreageren op de eindeloze rij Nederlandse Struwwelpeter -vertalingen en Struwwelpeter -imitaties die zich na een gesplitste vorm van werkwoorden als afblijven , afhouden , afmaken , afpakken niet konden weerhouden om een flinke stevige pijnlijke straf uit de kast te halen: Sinterklaas zei: “tot je straf Gaat er nooit de inkt meer af. Maar, opdat gij ’t wel onthoudt, Neem ik u nog, tot uw straf, Al uw’ mooije speelgoed af.” Caro denkt: een goede straf! Smult en likt de borden af.    In De duimzuiger , hoewel er in het origineel, Die Geschichte vom Daumenlutscher , in het geheel geen sprake van enige straf is, oefent het woord op de vertalers ook een welhaast magische aantrekkingkracht uit: En knipt u met zijn schaar, Reinier! Tot uwe welverdiende straf, Van elke hand het duimpjen af.’ ’t Was met “duimpje-zuig” gedaan. Want hij knipte, welk een straf! Willems beide duimen af! En mama die even uitging ...

443 Schroef je vaders hoofd niet af

Afbeelding
   Intensieve analyse van de tien Struwwelpeter -verhalen leerde mij dat de leukste en beste de volgende elementen bevatten:    1 Strakke rijmen, strakke ritmes, de eindrijmen met de belangrijkste woorden, grappige formuleringen, geen of nauwelijks vulsels etc. – enfin, de gebruikelijke eisen die je aan kindergedichten mag stellen.    2 Ze liepen allemaal slecht af.    3 Ze bestonden allemaal uit actie! actie! actie! Tussentijdse moraal, geheven vingertjes, mooischrijverij of leukdoenerij waren uit den boze.    4 De verhalen met dialoog staken erbovenuit. Hoe meer er gesproken werd, hoe leuker ze waren – dat werkt bij het voorlezen het beste, en de volwassenen worden er nog vreselijker van (ik denk hierbij aan het verhaal van Wesley Wiebelkont).    5 Het moest niet al te afschrikwekkend waarheidsgetrouw zijn – een zekere (grote) mate van flauwekul was belangrijk: griezelig, maar ook duidelij...