446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

   Negen echte vertalingen die zich als vertalingen afficheren van Die Geschichte vom bösen Friederich heb ik voor me. De eerste is die van Willem Paulus Razoux (1818-1871), Commies bij de Posterijen te Schiedam, uit 1848.
Razoux – De Geschiedenis van den wreeden Jan

De wreede Jan, – de wreede Jan,
Dat was een regte dolleman. –
Ving hij een’ vlieg, die slechte guit,
Dan trok hij haar de vleugels uit;
Zijn speelgoed sloeg hij kort en klein;
Geen’ kat kon veilig bij hem zijn;
En hoort eens aan, hoe stout was Jan!
Hij sloeg zijn’ lieve zus Marian.

Bij zek’re pomp stond eens een hond,
Die water slurpte met zijn’ mond;
Daar kwam de wreede Jan weêraan,
Om met zijn zweep Fidel te slaan.
Die arme hond, die jankte zeer,
Maar Jan, die sloeg hem telkens meer,
En schopte ’t beest wel twintig keer.
Hap! – greep hij Jantjen’s kleinen voet,
En beet er in tot op het bloed;
Jan gilde ’t uit van pijn en schrik,
En schreide bêi zijn’ oogen dik.

Toen lag men Jan in ’t bed ter neêr,
Zijn voet deed hem geweldig zeer; –
De dokter gaf hem, voor zijn’ pijn,
Een’ flesch vol bitt’re medicijn.

Terwijl de slimme hond nu zag
Dat Jantje nog te slapen lag,
Zoo nam hij aanstonds flesch en taart,
En at en dronk regt naar den aard.

   Er zit, moet ik tot mijn verrassing zeggen, heel weinig vulsel in. Alleen bij die slechte guit spelen mijn smaakpapillen op, en je blijft natuurlijk stopwoordjes voor het ritme houden als kleinen (voor voet), geweldig (voor zeer) en aanstonds. Maar die worden goedgemaakt door memorabele regels en wendingen, die misschien niet allemaal zo bedoeld zijn door Razoux, maar toch. Een regte dolleman ben ik altijd blijven onthouden – bewijs dat gedateerde vertalingen helemaal niet slecht hoeven zijn: je steekt er nog eens wat van op. Die water slurpte met zijn mond klinkt door zijn klungeligheid heel aardig en leuk in de oren. Dat die onbestemde een hond plotseling de naam Fidel krijgt vind ik dan weer niet kunnen. Heeft wrede Jan de hond dan nog even snel zijn naam gevraagd voor hij het dier ervan langs gaf? De pseudo-precisie van En schopte ’t beest wel twintig keer vind ik ook grappig. Het einde, opgestaan is plaatsvergaan, duurt gelukkig maar vier regels, maar dat komt omdat Razoux de pre-1858 versie vertaalde, toen Hoffmann de vier regels met de zweep, twee na de tweede en twee na de laatste strofe, nog niet had toegevoegd.
   Vreemd blijft steeds de plek van de hond in het geheel: is het een onbekende hond, is het een bekende buurhond met de naam Fidel, of is het de hond van huize Jan? Een tekstueel probleem: Toen lag men Jan in ’t bed ter neêr is later veranderd in Toen leî men Jan etc., maar verder bleef de tekst hetzelfde, en bleef de Duitse zweep Nederlandse lezertjes gelukkig bespaard.
   De slotregels zijn ook goed, dat het regt naar den aard naar vulsel riekt (welke aard? hondenaard?) wordt verzacht door het patina der archaïek dat er inmiddels over ligt.
   Waarlijk een ding om te emuleren – en de smetjes te verwijderen. Razoux heeft later alleen nog wat Struwwelpetriaden vertaald, misschien met het idee dat ze van dezelfde auteur waren – de eerste Duitse uitgaven en ook deze eerste Nederlandse vertaling waren anoniem uitgebracht – maar verder nooit meer iets. Dat is jammer, het kan zich meten met J.J.A. Goeverneur.
_____

De illustraties zijn uit de H.A.M Roelants-edities van respectievelijk 1848, de jaren 1860, en (hieronder) 1898, de jubileum-uitgave, alle op het geheugen van delpher te vinden. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)

451 De geschiedenis van Frits Wreedaard

453 De ondeugende Frederik

455 Het verhaal van wrede Frederik

454 De geschiedenis van de wrede Jan

452 De geschiedenis van stouten Jan

456 De geschiedenis van de wrede Frederik in Ragbolrinus

449 De ruwe Hein

450 De geschiedenis van Klaas de plaaggeest