Posts

516 De morele dimensie

Afbeelding
   Met Zwaluwstaarten van Ellen Van Pelt ben ik niet erg opgezet, ja hier en daar schiet ik er danig van uit mijn krammen, om niet te zeggen dat het me op zeker moment ambetant mijn voeten gaat uithangen. Is de schrijfster soms de trappers verloren? Het boek komt me voor als een kwakkel die enorm veel van zeg is.    In haar boek gaat de schrijfster op zoek naar de motieven waarom haar overgrootva Leopold Van Pelt, eigenaar-directeur van Meubelfabriek Van Pelt, collaboreerde met de Duitsers, kasten en kisten enzovoort voor ze maakte. Dat doet ze door hem in het gevang, waar hij als profiterende economieker, inciviek en tweezak na de oorlog wegens schuldige inschikkelijkheid een aantal jaar moest doorbrengen, zijn zonden te laten overdenken. Zonden die hij niet heeft, want hij deed het voor zijne mensen, voor het werkvolk, voor ’t fabriek, het was overmacht, hij kon die opdrachten niet weigeren, dan was hem alles afgenomen, hij had een gezin om voor te zo...

515 Robjee en het robjees

Afbeelding
   Robjee lees je om het robjees, om uw eigen zelvers mede te laten biezebeizen op de wrede klappenans van fezelende en fezikende tateraars en babbelettes in luidmonds kelend laweit van op dool gaande, maboel makende rijgsels borendevol verben in allo- en perifrastica van een amandarosseske allure die zich zelfs met toeë kluisgaten ontvouwen op het scherm uwer oogschelen, foutredieu, om omzeggens op de eerste gereedste kamankele trein de rails dwarsend door onbewoonde meersen van Flandriaans braakland te tuffen en er op uw simililederen zeet terneder te zitten starogen naar par exempel memelzieke doodgevrozen kwalmen, de kalsijde van langzame binnenwegen, de slameur, tot de neerval aan toe, van slavetsen, spinakelbenen, ebbehouten appelbijtsters en schone pitous alsmede kloefen van klawaaiend kikhalzende en kokermuilende kortgestuikte quidams die wij van haren nog pluimen kennen noch dat we ze weten wonen – de plot van het discours is in voortdurend gevecht met de exuber...

514 Nieuwe feiten

Afbeelding
   Veel van mijn projecten blijven nog lang nasudderen. Nog steeds vergaar ik materiaal voor een dubbel zo dikke editie van Bij mij op de maan , de verzameling Russische kindergedichten van anno nul tot nu uit 2016. En de eenenvijftig vertaalde gedichten van Vysotski zijn er ook nog lang niet genoeg.    In het nawoord van En weg was haar neus , de vertaling van een paar honderd Engelse nursery rhymes uit 2018, neemt de aantekening over Humpty Dumpty elf bladzijden in beslag, wat ook wel mag bij zo’n klassieker. Ik verzamelde alle vertalingen van Humpty Dumpty die ik toen kon vinden, maar er blijven nieuwe feiten komen. De vertaling die ik de ‘al bijna klassieke’ Hummeltje Tummeltje noemde, vond ik terug in Rijmpjes en versjes uit de oude doos van Simon Abramsz., uitgegeven door Meulenhoff in of rond 1937 – wat dus aangetekend mag worden in En weg was haar neus op blz. 263. Hij gaat zo: Hummeltje Tummeltje klom op den wagen; Hummeltje Tummeltje viel v...

513 Word niet uit het raam gesmeten

Afbeelding
   Mijn broer in het echte leven heet Peter, maar eigenlijk ben ik het, in het echte leven (als dat bestaat), de betwetende hoofdpersoon uit dit verhaal. Alles wilde ik weten. Dat was mijn droom. Niet uit een dorst naar kennis, maar uit een soort verzamelwoede. Een spaardrang. Als van postzegels, munten, sigarenbandjes, voetbalplaatjes, Suske en Wiskes of Lucky Lukes. Ik was geabonneerd op de Kijk , ook nog. Mijn grote held was Mr. I.Q. Weetveel, aan wie ik ooit een ingezonden brief stuurde, want hij wist antwoord op alle vragen en dan werden vraag en antwoord afgedrukt in de Meester I.Q. Weetveel-rubriek. Mijn vraag was ‘Hoe diep is drijfzand?’ Het moest toch dieper zijn dan een mens lang was, want je kon erin verdrinken! Op de hei vlakbij had je zand waarvan ik vermoedde dat het wel eens drijfzand kon zijn en waarvoor ik bang was.    Wat ik leuk vind aan het mij aangewaaid geworden verhaalgedicht hieronder is de lijdende vorm van de aansporing, alsof je...

512 Nooit uit vreemde neuzen eten

Afbeelding
   Ooit zag ik een boek met een leuke titel, Haal meer uit uw neus , en even klikken leert dat het uit 1996 stamt en van Ronald Ficket is, uitgegeven werd door Nijgh & Van Ditmar en handelt over ‘de kunst van het peuteren: geschiedenis en techniek van een onuitputtelijke liefhebberij’ en inderdaad: je neus is net een flesje bier dat nooit opraakt – daarom hebben we navolging van de grap met dat bierflesje waarschijnlijk ook twee neusgaten: Adam moet tegen de Heere Heere gezegd hebben, toen hij zo lekker uit zijn ene neusgat bleek te kunnen eten: doe mij d’r nog maar zo eentje, en hij kreeg er nog zo eentje.    Maar er bestaat, leert het onverbeterlijke internet mij, toen ik eerst op de abusievelijke titel met de tweede persoon enkelvoud zocht, ook een podcast uit 2020 die heet Haal meer uit je neus van Sofie Albrecht en die gaat over de wondere wereld der geuren, en feitelijk klopt dat natuurlijk niet, de podcast zou moeten heten Stop meer in je neus , ...

511 Hoerenzoon

Afbeelding
   De tussen-n, ik vermijd hem het liefst, maar er zijn situaties waarin hij essentieel is. Hier heb ik er twee, uit het leven gegrepen en mij aangedragen door de oplettende tekenaars Aart Clerkx en Floris Tilanus.    Aart Clerkx schrijft mij, en ik citeer verbatim: Waarde mens en taalhater, kortgeleden zag ik een moslima die een sektegenoot uitmaakte voor: “Hoerenzoon” waarbij ze de tussen-n duidelijk uitsprak. Stel je voor: jong, 13 of 14 jaar, op zwarte laarsjes en gekleed in scherp geperst pruisisch-blauw met een strakgeplooide hoofddoek terwijl de zweem van een glimlach haar bevallig ovalen gelaat overtoog nadat ze was uitgesproken. “Hoerenzoon !”    Daar had Maery Draesselhuys nog een puntje aan kunnen zuigen... t.a.t Acé.    En van Floris Tilanus kreeg ik de melding: Ik was vandaag op een begrafenis waar de priester het had over des dodes christenlijke geloof.    Tussen n, enner, enst.  ...

510 Raar is waar

Afbeelding
   De peroptieme tekenaar-schrijver en schrijver-tekenaar Aart Clerkx vertelde mij dat hij en leeftijdsgenoten zich in zijn langvervlogen jeugd amuseerden door dialogen uit Kuifje met elkaar te debiteren. Niet vanwege hun scherpzinnigheid (van de dialogen), maar vanwege de buitengewone buitenissigheid. ‘Ha?... Wààr is hij verdwenen?...’ ‘Hoe vreemd, ’n klant!...’    Nu zou een Noord-Nederlander misschien denken dat het Belgisch was, of Brussels uit de koker van Herr Hergé, maar nee, het was een Nederlandse vertaler en Georges Rémi heeft zich met de vernederlandsing van Tintin niet bemoeid, aangezien zijn Nederlands nog slechter was dan zijn Engels, en dat wil wat zeggen.    Het zijn en blijven, wil ik de hele tijd maar zeggen als ik niet zo herhaaldelijk werd onderbroken en op zijpaden gestuurd, de onverwachte, raar en bijzonder gezegde dingen die altijd het leukste zijn om te lezen, die het meeste doen en je het beste bijblijven...

509 Hier wordt gedanst

Afbeelding
   Ik hou van flauwekul, een weinig beoefend genre in het Nederlandse kinderpoëzielandschappelijk schoon. Misschien is het ook geen genre, maar meer een instelling, een geesteshouding, en wel eentje die langzamerhand aan het uitsterven is of in elk geval ernstig bedreigd wordt in zijn voortbestaan. We leven in ernstige tijden. Het lijkt de negentiende eeuw wel. In de achttiende eeuw, lees ik in een alfabetisch achtergrondenboek bij Alice in Wonderland , werd er gelachen om mensen die dingen dezen die niet hoorden en ging men over tot de orde van de dag, in de negentiende eeuw werden de dingen in het geniep gedaan en was de gespeelde verontwaardiging groot als ze uitkwamen. Dat deed me heel erg aan de tijd van nu denken. En de literatuur van nu, waarin dingen alleen maar letterlijk worden genomen.    In een boek van de Stroegatski’s is de hoofdpersoon op bezoek bij de kinderen van een collega om ze te vertellen dat hij (de collega) in het ziekenhuis ligt ...

508 Mock him not

Afbeelding
   Het zijn en blijven, wilde ik zeggen, de onverwachte, raar en bijzonder gezegde dingen die altijd het leukste zijn om te lezen, die het meeste doen en je het beste bijblijven. Daarom is het voor vertalers ook zo belangrijk om, als er bijzonder geformuleerde dingen in het origineel staan, die bijzondere formuleringen dan ook bijzonder in het Nederlands te herformuleren.    Tussen haakjes, ook de Engelsen hebben hun auntie Betties, verrassende omkeringen van woordvolgorde. In het liedje It is Better Farther On zingt de Carter Family, meermaals, want het is het refrein: Farther on, still go farther Count the milestones one by one Jesus will forsake you never It is better farther on    ‘Jesus will forsake you never’ is heel mooi, en veel werkzamer en ontroerender dan ‘Jesus will never forsake you’, wat niet in het ritme past, maar als je dan per se wil, had je ook kunnen zingen, grammaticaal correct of in elk geval normaler, ‘Never ...

507 Een boek vol levensvragen

Afbeelding
1 Vindt Alexander mij nog mooi? Wat ziet hij nu, als hij naar mij kijkt? Naar de moeder van zijn kinderen? Graaft en zoekt hij naar het meisje van voorheen? Doe ik wel genoeg? Doe ik het wel goed? Hoelang is het geleden dat hij me spontaan vastpakte, spontaan kuste, spontaan zag? Zwart, rood of lila met gele bolletjes? Lieflijk met strikjes of bloemetjes, of eerder stoer en sober? Een string, brazilian of boxershortje? Push-up of niet voorgevormd? Wie had toen kunnen voorspellen dat we hier nu zouden staan, met verantwoordelijkheden die vroeger zo ver weg leken? Zou hij dit ook voelen? Ik kan toch niet alleen zijn met dit gevoel? Zal hij wel in de stemming zijn? Hoe kan het toch dat mijn zelfvertrouwen plots zo fragiel is en afhankelijk van een man, van mijn man? Ik ben toch Eva, de vroedvrouw die vrouwen in hun eigen kracht zet? Wanneer heeft hij die tweede vinger erbij gestoken? Wat is er niet? Waarom ben ik zo kwaad? 2 Maar hoe durf ik dat te willen, met alles wat ik ...

506 Het zijn en blijven

Afbeelding
   Het zijn en blijven, hoe je het ook wendt of keert, van alle dingen die ooit gezegd of geschreven zijn en zullen zijn op de wereld, altijd de bijzonder gezegde en geschreven dingen die je bijblijven. En dan maakt het niet uit of die gewild of ongewild zijn, per ongeluk of expres, vergipsingen zijn of dichterlijke observaties, onbeholpen vertalingen van Kuifje-dialogen of skits van het Simplistisch Verbond.    Ik moet nog even terug naar de tantebetjes, want ik heb rijp beraad gehad met mezelf. Ampele overwegingen. Moverende redenen. En wat dies meer zij. En ik ben, zoals het een wetenschapper betaamt, met carbidlamp en touwladder ad fontes afgedaald, en heb de Urheber van de hele notie, de leuterkundige Charivarius, de uitvinder en omschrijver van het begrip, erop nageslagen. En wat blijkt? Gerard Nolst Trenité had helemaal geen tante Betje! Die hele ‘mijne toen reeds hoogbejaarde tante’ van hem, naar wie hij zijn stijlfout noemde, ‘omdat die wonderl...

505 Neefjebetjes

Afbeelding
   Het is nog steeds twee voor twaalf. Vraag 3 en slot. Wat is dan het verschil tussen de tante- en neefjebetjes van Leopold, Heije, Slauerhoff en Hazes en die van de pietdesmeerpoetsen? Waarom zijn de betjes bij de heren dichteren pregnante manieren van zeggen en maken ze bij de damesheren vertaleren de indruk van haastwerk, klungelarij, sinterklaasrijm, onbeholpenheid?    Waarom quod licet de heilige dichtende runderen non licet de zwoegende letterslaven van de taalomzettende professie?    De vraag stellen is hem beantwoorden. (Alle vragen zijn retorische vragen.) Akkoord, maar wat is het antwoord dan?    Allereerst – denk ik– is het omdat de vier dichtende voorbeelden allemaal eerste regels zijn, en daarmee statements. Terwijl de zinsdeel- en woordomkeringen in de vertalingen er wat weggemoffeld bij staan, alsof ze willen zeggen: kijk niet naar mij, sorry – duidelijk nog niet empowered door hun anderszijn. Ze worden ...

504 Het is nog steeds twee voor twaalf

Afbeelding
   Het is nog steeds twee voor twaalf, maar dan een paar afgesplitste minifracties van seconden later. Vraag 2 en slot:    Wat hebben de Piet de Smeerpoets-vertalers Razoux, Last, Agatha, Oom Gus, Andriessen, Van Leent, Riemens-Reurslag, NN en Luursema met elkaar gemeen? Behalve dus dat ze allemaal in hun tijd Heinrich Hoffmanns tiental Struwwelpeter -gedichten uit 1845 hebben vertaald? Inderdaad, dat is juist geantwoord. Ook zij hebben allemaal een Tante die Betje heet: Zag je zulke nagels ooit? Wel, hij knipte ze ook nooit! (Freddy Last) Klaas kon het beest niet laten staan En sloop zacht op den hond toen aan... (Oom Gus) Maar die pret was gauw gedaan, Woedend valt hem Caro aan. (Agatha) Hap!, in zijn been beet toen de hond En er ontstond een diepe wond; Die nare, stoute, wrede Jan, Die schreeuwde van de pijn ervan; Naar huis liep toen heel vlug de hond, Het zweepje droeg hij in den mond. (Freddy Last) Als zij maar zag een lucifer...

503 Het is twee voor twaalf

Afbeelding
   Ja, het is twee voor twaalf, figuurlijk, maar letterlijk ook, in quizzificaire zin. Vraag 1 en slot:    Wat hebben J.H. Leopold, Jan Pieter Heije, Slauerhoff en André Hazes gemeen?    Nee?    Ze hebben allemaal een tante met dezelfde naam. Hoe heet die tante?    Nee?    In de eerste regel van een van hun scheppingen passen ze een bepaalde stijlfiguur toe. Welke is dat?    Nee?    En als ik de regels erbij geef? Dit zijn ze, van Leopold ( zonder titel ), Heije ( Twee voerlui ), Slauerhoff ( Het Einde ) en Hazes ( Een beetje verliefd ). 1 Om mijn oud woonhuis peppels staan. 2 Een karretjen op een’ Zandweg reed; 3 Vroeger toen ’k woonde diep in ’t land, 4 In een discotheek zat ik van de week    Nog steeds niet? En als ik zeg dat de stijlfiguur Tante Betje heet?    Ja, dan hebben ze het gebruik ervan met elkaar g...

502 Gif voor de duiven in het park

Afbeelding
   Het liedje ‘Poisoning Pigeons in the Park’ van Tom Lehrer ( gisteren overleden ) wordt eventjes genoemd in een boek over vogels dat ik vertaalde van ‘de bestseller-auteur’ Stephen Moss, Ten Birds that Changed the World . Een best in- en aangrijpend boek overigens, al is het non-fictie. Wat mensen allemaal met vogels uitgespookt hebben, en nog steeds uitspoken, je wordt er niet vrolijk van. Ik schreef over het boek eerder in blog 272 Iets te enthousiast geweest , over de vele vertalersvoetnoten die ik had willen toevoegen maar op het laatste moment moest inslikken. Wat wel bleef staan wat er niet in het Engels stond was mijn vertaling van het refrein van Poisoning Pigeons in the Park. Ik vond, als je het liedje noemt in je boek, zet er dan ook een paar regels van in. Kleine moeite. Die Moss zich dus niet getroost had. Moss schreef, in zijn beste journalistiaans: I cannot leave the subject of urban pigeons without a reference to the greatest satirical songwriter of al...

501 Oude witte man

Afbeelding
   Het moest er een keer van komen, gezien mijn leeftijd, huidskleur en geslacht, en nu is het gebeurd. Ik ben officieel een oude witte man genoemd – geloof ik tenminste, want helemaal duidelijk is het niet. Ik word namelijk in een opiniërende terzijde op het literaire juice-weblog (ook voor lijstjes) Tzum op één hoop gegooid met mensen die zich keerden tegen de vernieuwde Canon van de Nederlandstalige Literatuur – een traditie die zich zo eens in de vijf jaar voordoet.    En waar ik me stom genoeg mee bemoeide. Het was in een comment op een verzuchtend stuk (op neerlandistiek ) over de Werdegang van de Canon, het verdwijnen van de ene boeken en het verschijnen van de andere. Dus ik dacht, laat ik Luc Devoldere eens een hart onder de riem steken en zeggen dat hij zich niet sappel moet maken, want wat stelt een canon nou helemaal voor en helemaal een voortdurend veranderende canon, en ik schreef (de enigszins wijdlopige bewoordingen komen omdat ik momentee...