Posts

476 Maartmaand Alicemaand – cultureel erfgoed

Afbeelding
   Mijn vertaling – ik besef het maar al te goed – is een Noord-Nederlandse vertaling met Noord-Nederlandse zinswendingen en Noord-Nederlandse woorden en Noord-Nederlandse verwijzingen naar gezonken cultureel erfgoed.    Mijn droom is nu om in 2030, als de perfide Belg twee eeuwen geleden jaar valselijk afgescheiden is en de Leo Belgica sindsdien op eigen houtje brult, na die 15 broederlijke jaren dat we één land één volk waren, ter viering daarvan, een Zuid-Nederlandse vertaling gebaseerd op de mijne uit te (laten) geven. Eerst moet natuurlijk een Vlaamse sensitivity reader mijn vertaling helemaal nakijken en strepen zetten overal waar zich een mogelijk Belgisch alternatief aandient, of waar het Noord-Nederlands al te schel en te schril en/of te bot is, of de Zuid-Nederlandse woordvolgorde afwijkt van de Noord-Nederlandse. Vlaanderen boppe! Seefhoek vooruit!    In het onderstaande werp ik enige vermoedelijk Noordnederlandismen op waar ik ...

475 Maartmaand Alicemaand – overig

Afbeelding
24. Plezantie    Het openingsgedicht van Through the Looking-Glass eindigt met de hoop dat het hiernavolgende verhaal, al ligt er een zweem van weemoed over omdat het allemaal verleden tijd is, toch enige pleasance mag geven ( Through the Looking-Glass , 118, Spiegelland , 118): And though the shadow of a sigh May tremble through the story, For ‘happy summer days’ gone by, And vanish’d summer glory— It shall not touch with breath of bale The pleasance of our fairy-tale. Misschien ademt de schaduw van een zucht uit dit verhaal, bij vlagen, over de onherroepelijke vlucht van de zorgeloze zomerdagen, van de altijd durende vakantie, en de sprookjesachtige plezantie .    ‘Pleasance’ was de tweede voornaam van Alice Liddell, en de woordspeling waar het hele gedicht naartoe leidt. Dan kan een vertaler dus niet van krommenaas gebaren en doen alsof zijn neus bloedt en vrolijk fluitend de andere kant op kijken. Het neologisme plezantie is mijn o...

474 Maartmaand Alicemaand – kiezen

Afbeelding
19. weet ik het    Het is altijd een kwestie van hoe je aankomt, en van hoe het aankomt. Als de Rode Koningin op de drie op de grond gevallen speelkaarten alias de drie tuiniers wijst en aan Alice vraagt ‘And who are these ?’ krijgt ze een antwoord waar geen doekjes om gewonden zijn: “How should I know?” said Alice, surprised at her own courage. ‘It’s no business of mine .” ( The Queen’s Croquet-ground , 72) ‘Hoe moet ik dat weten?’ zei Alice, die schrok van haar eigen durf. ‘Het is niet mijn zaak.’ ( Het koninklijke croquetveld , 72)    In plaats van ‘Hoe moet ik dat weten?’ kun je het ook ‘Weet ik het?’ vertalen. ‘Weet ik veel!’ kan ook – maar allebei klinken ze me een beetje te bruut in de oren voor Alice. De Engelsen kennen het uitroepteken-vraagteken (?!) ook, maar ik kom het zelden tegen, terwijl het vrij normaal is in het Nederlands voor een retorische vraag of verontwaardigde uitroep in vragende vorm. Het had hier ook gekund: ‘Hoe moe...

473 Maartmaand Alicemaand – op woordniveau

Afbeelding
15. horendol    Als de drie tuiniers die de witte rozen rood verven worden gesnapt, storten ze plat ter aarde. De Hartenkoningin laat ze opstaan, waarop ze alle drie voor de hele stoet buigingen beginnen te maken. “Leave off that!” screamed the Queen. “You make me giddy.” ( The Queen’s Croquet-ground , 72) ‘Stop daarmee!’ gilde de Koningin. ‘Ik word er horendol van!’( Het koninklijke croquetveld , 73)    Hoe eenvoudig is het om hier ‘Jullie maken me duizelig!’ te vertalen. Maar zegt je moeder – de proto- en archetypische Hartenkoningin – het op die manier? Nee, je moeder zegt: ‘Ik word er tureluurs van!’ Ze zegt: ‘Ik krijg er een punthoofd van!’ Ze zegt: ‘Jullie maken me horendol!’ 16. leuke woorden    Mooie woorden bestaan niet, en poëtische ook niet – dat zijn ceesnooteboomfabeltjes – maar leuke woorden en grappige woorden wel, onverwachte en archaïsche weinig gehoorde woorden, die niettemin als de context het toelaat heel goed ...

472 Maartmaand Alicemaand – vrijheden

Afbeelding
11. dingen toevoegen in de tekst    Het mag natuurlijk niet, eigenkokertjes (zie blog 36 Eigenkokers, hier ) toevoegen aan de tekst, en meestal hoeft het ook niet, maar in elk boek dat ik vertaal heb ik minstens één keer een heel leuke en heel passende grap die je alleen in het Nederlands kan maken en die daarom de auteur nooit bedacht kan hebben, en ja, die smokkel ik er dan in.    In dit geval is het niet zozeer een extra grap, als wel van een beetje doorsnee, weinig verrassende en lange opsomming toch iets aardigs proberen te maken. Alice had been to the seaside once in her life, and had come to the general conclusion, that wherever you go to on the English coast you find a number of bathing machines in the sea, some children digging in the sand with wooden spades, then a row of lodging houses, and behind them a railway station. ( The Pool of Tears , 21) Alice was in haar leven één keer naar zee geweest en was tot de conclusie gekomen dat je overa...

471 Maartmaand Alicemaand – tegen de regels

Afbeelding
6. birds and animals    Als Alice uit het Tranendal komt, is ze niet alleen: ze heeft een hele sleep birds and other animals achter zich aan: ... the birds with draggled feathers, the animals with their fur clinging close ( A Caucus-Race and a Long Tale , 24) ... de vogels met hangende veren, de viervoeters met plat plakkende vacht ( Een kippenren en een verhaal met een staartje , 26)     Vogels en dieren , zo kun je het niet vertalen, want vogels zijn ook dieren. In het Engels kun je het vreemd genoeg wel gewoon hebben over birds and animals . Je kan het vertalen als vogels en andere dieren , maar dat is wat saai. Zoogdieren dan? Dan zou je vogels door pluimvee of zo moeten vervangen. Ik heb er viervoeters van gemaakt, dat leek me wel een vrolijk alternatief. 7. curiouser and curiouser    Als Alice de cake die ze onder het tafeltje vond opeet, schuift ze uit als een telescoop, wat haar hogelijk verbaast: ‘Curiouser and curi...

470 Maartmaand Alicemaand – engelsismen

Afbeelding
   D’n Alice is een zee om je ongans aan te drinken, vanuit vertalend perspectief. Iedere regel, iedere zin, ieder woord, ja ieder leesteken noopt tot overwegingen. Overwegingen van toon, van sfeer, van register, van kan ik daar net nog iets wat sprekenders, leukers, bijzonderders, plagerigers, carrolliaansers van maken. Of meer zoals Carroll het zou zeggen dat de boek-Alice het zou zeggen in de woorden van de levende Alice zodat de levende Alice wel doorhad dat Carroll het de verteller niet helemaal liet menen en de boek-Alice heeeel anders was dan de levende Alice. Veellagige liefhebbende plagerijen.    Dat de verteller en Carroll netzomin als ‘Alice’ en Alice samenvallen, blijkt ook uit een onlangs opgedoken exemplaar van Alice’s Adventures Under Ground , het handgeschreven boek dat Carroll aan Alice gaf, dat een Amerikaanse verzamelaar schonk aan Christ Church in Oxford, samen met een heleboel andere unieke Carrolliana. Het exemplaar van het in 1886...

469 Maartmaand Alicemaand – erratum op erratum

Afbeelding
   Maar er staat helemaal geen ‘12/6’ op de Hoedenmaker zijn hoed – zie ik nu pas, omdat ik op mijn falende geheugen had vertrouwd en het niet had opgezocht. En nu op de site van The Guardian een ingekleurde tekening van Tenniel tegenkwam uit de Nursery Alice uit 1890, toevallig. Er staat bij Tenniel ‘In this Style 10/6’ – en in mijn vertaling nu enkel ‘ fl 49,99’. Hoe nu verder?    Meteen rationaliserend en mezelf goedpratend denk ik: heel goed dat ik die tekst niet meevertaald heb, dan blijft de tekening mooi visueel.    Hoewel het natuurlijk geheel en al per ongeluk was.    Per ongeluk expres.    Expres per ongeluk. Het toeval wil ook wat. Laten staan dus, zoals het is. Er staat nu in elk geval wat.    Overschreeuw ik mezelf.    Of – piept het stemmetje er toch weer tussendoor – is het voor de derde druk en mag Floris zijn prachtige florijnen weer uitgummen en verkleind...

468 Maartmaand Alicemaand – de tweede druk

Afbeelding
   Inmiddels is de tweede druk uit, geheel herzien, al staat dat niet in het colofon. De veranderingen, tekstueel, zijn een half honderd in getal, vijftig schoon aan de haak en ik zal ze hieronder laten volgen met een uitlegje tussen vierkante haken. Om aan te tekenen in de eerste druk, of gewoon om je af te vragen: Waarom in godsnaam? Moet dat nou? Ik vind het geen verbetering. Ik was net gehecht geraakt aan dat ene woord. Beter is de vijand van goed. Etc. Men oordele zelf.    Maar er zijn ook visuele verbeteringen in de tweede druk aangebracht. Want als gevolg van een blinde vlek bij diverse medewerkers aan de totstandkoming van het boek, niet in de laatste plaats bij de vertaler, waren de scans die Floris Tilanus zo wonderschoon van kleuren voorzag overgenomen uit een editie van de vertaling van Nicolaas Matsier. En die tekeningen waren hier en daar bewerkt. Tweedledum en Tweedledee hebben op hun kraagjes hun naam staan en Tenniel tekent die dan ook, ...

467 Klim niet in een bliksemschicht

Afbeelding
   Ja, Annejet wordt Maartje, Maartje-Gevaartje en ze wil niet likken aan een bliksemschicht, maar klimmen in een bliksemschicht. Veel actiever! Want Maartje is een klimgraag meisje, le-vens-ge-vaarlijk en het zal dan ook slecht aflopen. Verstandige mensen liggen in bed, maar Maartje klimt in de minaret. De mensen roepen allerwege: – Doe het niet! Doe het niet! Zo hoog is Maartje al gestegen, dat je haar nauwelijks nog ziet.    is een slappe en geschrapte strofe. Dus: Klim niet in een bliksemschicht    Op het dak en op de kast, in de boom en in de mast, Maartje met haar paardestaartje klimt overal op en overal in. Haar bijnaam is Maartje-Gevaartje, want geen gevaar is haar te min. ‘Hoger, hoger, hogerstehoog! Hoog tot aan de hemelboog!’    Daar gaat ze langs de regenpijp, daar gaan de handjes, grijp-grijp-grijp. Haar staartje wappert in de wind. Hoe onvoorzichtig is dat kind! Geen schoorsteen is voor haar meer...

466 Ik kom even niet verder

Afbeelding
   Kinderen zijn nieuwsgierig en ontdekken de wereld op eigen houtje-touwtje en met gebruikmaking van al hun zeven zintuigen. Waarbij vooral tasten en proeven nogal eens op ouderlijke censuur kunnen rekenen.    Annejet, bijvoorbeeld, is zo’n nieuwsgierig aagje dat van alles wil weten: Annejet was heel nieuwsgierig: dingen ontdekken vond ze plezierig, dingen ontdekken deed ze graag, altijd had ze wel een vraag –    En dan moest er uiteindelijk een prangende wezensvraag van Annejet komen die haar bittere einde betekende. Likken aan bliksemschicht leek me wel wat. Of springen in een brandende vulkaan. Iets gruwelijks in elk geval met veel geknetter en gesis.    Maar eerst liet ik me nog eens op de cadans van de woorden en de rijmen meevoeren naar andere ellende. Wie weet zat daar ook wat tussen voor verdere ongelukkig aflopende kinderavonturen. Hoeveel scherven heeft een glas? Hoeveel rafels heeft een tas? Hoe smaak...