439 Van Razoux tot Kuijper, 150 jaar Struwwelpeter-vertalingen
De eerste vertaling van Der Struwwelpeter verscheen in 1848, drie jaar na de Duitse editie, en was van de hand van W.P. Razoux, Commies bij de Posterijen te Schiedam. Hij noemde de ragebollige Peterpump Piet de Smeerpoets en die naam is beklijfd, ja zelfs bekleven – al waren er later nog twee vertalers die het met een t-loze Smeerpoes probeerden. Een tweede, aangevulde druk verscheen het jaar erop, en de vertaling is de daaropvolgende vijftig jaar in talloze uitgaven blijven verschijnen, en verschijnt nog steeds, ondanks de pogingen nieuwe vertalingen ingang te doen vinden. In 1893 kwam er eindelijk een nieuwe vertaling, van zes verhalen maar, onder de titel Domme kinderen van de veelschrijver en -vertaler Agatha (pseudoniem van Reintje de Goeje), waarvan ik er vier heb gevonden in Het prentenboek van Tante Pau van Leonard de Vries uit 1974. ( De kuurtjes van August en Lucifer-Leentje ontbreken.) Na Agatha ging het snel. In 1896 volgde een vertaling van F.H. (Frits