289 Associatieve transsonanties – Jorge Luis Borges, De aapjes
De aapjes
Ik had het je nog zo gezegd, in je eigen jargon:
Hou toch eens op met postzegels verzamelen!
Je beweert wel, dat je me niet gehoord hebt,
Maar ik zei het zo hard als ik maar kon.
We stammen van de apen af,
Niet van Jezus, of Socrates, in de verste verte.
Je siddert, je beeft en je beweert
Dat apen geen postzegels verzamelen. Bah!
Daarbij komt, dat jouw hypocriet gezeur
Me van mijn werk houdt. Opgesodemieterd.
Telkens als ik jou zie, word ik aan mezelf herinnerd,
Maar dan met een gezicht vol pindarotsjes.
Ik zie dat je mijn tempo niet bijhoudt.
Stil maar. Ik sla de spiegel stuk, je bent alleen.
_____
Als mensen boos worden op een vertaling omdat ze die slecht vinden moet ik altijd lachen. Wind je toch niet zo op, het is gewoon een versie, een variant die je kennelijk niet aanstaat. Maar de bozerikken horen tot de gemeente van hoe minder zielen hoe meer vreugd die hun feestjes het liefste helemaal alleen vieren, met toeters en piepers en een feestmuts op hun enige echte, hun enige enkele gekoesterde origineel. En áls er dan een vertaling moet komen, dan alleen van hunzelf. Zo prijzen ze zich in de markt. Nee, daar- en daarvan deugt niets, mij moet je hebben. Ik ben de enige die de ultieme vertaling kan maken die alle andere vertalingen overbodig maakt en voor de prullenbak bestemt. Eén vertaling mag er maar zijn, de canonieke, die van hun.
Behalve dat ik moet lachen vraag ik me ook wel eens af: zijn die gelaakte vertalingen nu zo slecht? Of zijn ze alleen maar anders, apart, en zien wij dingen over het hoofd die de vertaling toch bijzonder en interessant maken? Want dat kan best. Zelfs de slechtste vertaling voegt iets toe, zelfs de meest belabberde vertaling is ook een origineel dat op zijn originele merites beoordeeld kan en moet en mag worden. En net zoals overal wel iets in af te keuren valt, valt in alles ook wel een lichtpuntje te ontdekken. Je moet het alleen willen zien.
Deze associatief getranssoneerde vertaling van El ápice van Jorge Luis Borges geeft uiting aan een zekere ontevredenheid met een ander, die in de laatste regel de ontvredene zelf blijkt te zijn, waardoor de tirade een heel ander aanzien krijgt. Blijvend en bijblijvend beklijvend beeld: de postzegels verzamelende apen.
Afkomstig uit: Platforum 77 Tekening: Liza Pereverzeva.
Ik had het je nog zo gezegd, in je eigen jargon:
Hou toch eens op met postzegels verzamelen!
Je beweert wel, dat je me niet gehoord hebt,
Maar ik zei het zo hard als ik maar kon.
We stammen van de apen af,
Niet van Jezus, of Socrates, in de verste verte.
Je siddert, je beeft en je beweert
Dat apen geen postzegels verzamelen. Bah!
Daarbij komt, dat jouw hypocriet gezeur
Me van mijn werk houdt. Opgesodemieterd.
Telkens als ik jou zie, word ik aan mezelf herinnerd,
Maar dan met een gezicht vol pindarotsjes.
Ik zie dat je mijn tempo niet bijhoudt.
Stil maar. Ik sla de spiegel stuk, je bent alleen.
Als mensen boos worden op een vertaling omdat ze die slecht vinden moet ik altijd lachen. Wind je toch niet zo op, het is gewoon een versie, een variant die je kennelijk niet aanstaat. Maar de bozerikken horen tot de gemeente van hoe minder zielen hoe meer vreugd die hun feestjes het liefste helemaal alleen vieren, met toeters en piepers en een feestmuts op hun enige echte, hun enige enkele gekoesterde origineel. En áls er dan een vertaling moet komen, dan alleen van hunzelf. Zo prijzen ze zich in de markt. Nee, daar- en daarvan deugt niets, mij moet je hebben. Ik ben de enige die de ultieme vertaling kan maken die alle andere vertalingen overbodig maakt en voor de prullenbak bestemt. Eén vertaling mag er maar zijn, de canonieke, die van hun.
Behalve dat ik moet lachen vraag ik me ook wel eens af: zijn die gelaakte vertalingen nu zo slecht? Of zijn ze alleen maar anders, apart, en zien wij dingen over het hoofd die de vertaling toch bijzonder en interessant maken? Want dat kan best. Zelfs de slechtste vertaling voegt iets toe, zelfs de meest belabberde vertaling is ook een origineel dat op zijn originele merites beoordeeld kan en moet en mag worden. En net zoals overal wel iets in af te keuren valt, valt in alles ook wel een lichtpuntje te ontdekken. Je moet het alleen willen zien.
Deze associatief getranssoneerde vertaling van El ápice van Jorge Luis Borges geeft uiting aan een zekere ontevredenheid met een ander, die in de laatste regel de ontvredene zelf blijkt te zijn, waardoor de tirade een heel ander aanzien krijgt. Blijvend en bijblijvend beklijvend beeld: de postzegels verzamelende apen.
Afkomstig uit: Platforum 77 Tekening: Liza Pereverzeva.
Reacties
Een reactie posten