503 Het is twee voor twaalf
Ja, het is twee voor twaalf, figuurlijk, maar letterlijk ook, in quizzificaire zin. Vraag 1 en slot:
Wat hebben J.H. Leopold, Jan Pieter Heije, Slauerhoff en André Hazes gemeen?
Nee? Ze hebben allemaal een tante met dezelfde naam. Hoe heet die tante?
Nee?
In de eerste regel van een van hun scheppingen passen ze een bepaalde stijlfiguur toe. Welke is dat?
Nee?
En als ik de regels erbij geef? Dit zijn ze, van Leopold (zonder titel), Heije (Twee voerlui), Slauerhoff (Het Einde) en Hazes (Een beetje verliefd).
1 Om mijn oud woonhuis peppels staan.
2 Een karretjen op een’ Zandweg reed;
3 Vroeger toen ’k woonde diep in ’t land,
4 In een discotheek zat ik van de week
Nog steeds niet? En als ik zeg dat de stijlfiguur Tante Betje heet en ook wel als inversie aangeduid wordt?
Ja, dan hebben ze het gebruik ervan met elkaar gemeen. Een stijlfiguur voor de fijnproever: je komt hem niet vaak tegen.
_____
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
Wat hebben J.H. Leopold, Jan Pieter Heije, Slauerhoff en André Hazes gemeen?
Nee? Ze hebben allemaal een tante met dezelfde naam. Hoe heet die tante?
Nee?
In de eerste regel van een van hun scheppingen passen ze een bepaalde stijlfiguur toe. Welke is dat?
Nee?
En als ik de regels erbij geef? Dit zijn ze, van Leopold (zonder titel), Heije (Twee voerlui), Slauerhoff (Het Einde) en Hazes (Een beetje verliefd).
1 Om mijn oud woonhuis peppels staan.
2 Een karretjen op een’ Zandweg reed;
3 Vroeger toen ’k woonde diep in ’t land,
4 In een discotheek zat ik van de week
Nog steeds niet? En als ik zeg dat de stijlfiguur Tante Betje heet en ook wel als inversie aangeduid wordt?
Ja, dan hebben ze het gebruik ervan met elkaar gemeen. Een stijlfiguur voor de fijnproever: je komt hem niet vaak tegen.
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
Inversie is alleen 4. Het betekent dat het onderwerp na het werkwoord staat, in 1 (peppels staan), 2 (een karretjen reed) en 3 ('k woonde) is dat niet het geval. 1 en 2 zijn opvallend omdat een bijzinsvolgorde als hoofdzin wordt gebruikt: de persoonsvorm staat helemaal achterin de zin, in plaats van op de tweede plaats. Als je dat bij 1 repareert krijg je alsnog inversie ('om mijn oud woonhuis staan peppels'), maar bij 2 niet ('een karretjen reed op een zandweg'). In 3 is 'toen 'k woonde diep in 't land' een bijstelling bij 'vroeger'. Wel heb je inversie bij 'vroeger (...) vrat onstilbaar wee mij': alleen staat bij Slauerhoff 'mij' op een vreemde plaats ('vroeger (...) vrat mij onstilbaar wee').
BeantwoordenVerwijderenTante Betje is de naam voor een 'stijlfiguur' die op heel verschillende syntactische constructies kan slaan. Inversie is tegelijkertijd iets heel gewoons in je eigen stukje hierboven pas je het toe in 'In de eerste regel (...) passen ze'.
Oh, en inversie zit ook nog in "dan hebben ze gebruik gemaakt".
VerwijderenAh, dank je wel, ik had ‘inversie’ opgevat als alles wat in een omgekeerde volgorde staat. Maar Tante Betjes zijn het toch wel? In elk geval zijn het onnatuurlijk klinkende woordvolgorden, die de indruk geven gehannes te zijn. Is daar dan een wat specifieker begrip voor? Want het is wel opvallend en ook goed vaststelbaar, ik bedoel onmiddellijk duidelijk. Anders hou ik het op Tante Betje.
VerwijderenTante Betje is een heel ruime term, dit valt daar inderdaad allemaal wel onder. Het minst geldt het misschien nog wel voor Hazes, het rare is daar vooral dat door de vooropplaatsing van 'In een discotheek' (en door de melodie en de frasering van het lied) er een eigenaardige nadruk komt te liggen: Van de week zat ik in een discothee, ook met inversie, is een heel normale zin.
Verwijderen