1 Zelfreflectie
Een beetje zelfreflectie, kan dat kwaad?
Ja, natuurlijk.
Vertalen is iets wat zich grotendeels onbewust afspeelt. In die deinende en klotsende hersenmassa. Waar geen mensenhand ooit voet heeft gezet. Laat staan er levend uitgekomen is.
Vaak, als je gaat nadenken, doe je het verkeerde. Dan laat je je niet meer leiden door intuïtie. En dan mag je blij zijn als je derde instantie, de kritische, bij het nalezen je eerste ingeving herstelt.
Is denken slecht? vroeg een groot denker zich ooit af. En zijn antwoord was een ondubbelzinnig ‘ja’.
Ik noem het blog ‘Vandaags vertaalprobleem’ en daar heb ik meteen een vertaalprobleem. Want kun je ‘vandaags’ in bijvoegelijke zin gebruiken?
Eigenlijk niet.
Maar eigenlijk ook weer wel.
Want ik schrijf het toch?
Kijk, daar staat het. Zwart op wit. En het is Nederlands.
In het Engels gaat het makkelijk, zolang je het lidwoord weglaat. Want ‘a today’s problem’ of ‘the today’s problem’ gaat dan weer niet.
In het Russisch gaat het nog makkelijker, want daar hebben ze niet eens lidwoorden. Daar kun je het net zo makkelijk over een ‘vandaags probleem’ hebben als over het ‘jeseninse gedicht’.
Als ik die frasen vertaal, uit het Engels of Russisch, als ‘vandaagse problemen’, zou je zeggen dat het slecht vertaald was. Al te letterlijk, een calque. Dat ik m’n Nederlands maar eens moest bijspijkeren.
– Ga je gisterense schoolgeld terughalen, beunhaas!
Maar als ik het op eigen houtje schrijf en mijn blog zo noem, ‘Vandaags vertaalprobleem’, dan mag het wel.
Dat is toch gek.
Gek, en niet eerlijk.
Ooit, toen ik nog op facebook zat, maakte ik een gesprek mee tussen twee vertalers die zo graag het woord ‘pardoes’ eens zouden gebruiken in een vertaling. Maar ze kregen en kregen het maar niet voor elkaar. Ze kregen er maar niet de gelegenheid voor.
Ze vonden het zo’n leuk woord, maar de teksten die ze vertaalden leenden zich er nooit voor, helaas, zuchtten ze.
Ja, hallo! (dacht ik) Die gelegenheid maak je toch zelf?! Doe het gewoon! Tien tegen één dat de vertaling er meteen enorm van zal opfleuren.
Dat denk ik nog steeds.
Ik ben voor vertalingen die zich hetzelfde durven permitteren als zelf bedachte schrijfsels.
Met vandaagsen en pardoezen.
Iedere vertaling moet een origineel zijn. We mogen het woord vertaling voor een vertaling niet meer in de mond moeten hoeven nemen.
Misschien heb ik hier wel een Goede Zaak. Een principe.
Maar geen paniek. Als dit principe iemand niet bevalt – om met een andere grote denker te spreken – ik heb ook andere.
Ja, natuurlijk.
Vertalen is iets wat zich grotendeels onbewust afspeelt. In die deinende en klotsende hersenmassa. Waar geen mensenhand ooit voet heeft gezet. Laat staan er levend uitgekomen is.
Vaak, als je gaat nadenken, doe je het verkeerde. Dan laat je je niet meer leiden door intuïtie. En dan mag je blij zijn als je derde instantie, de kritische, bij het nalezen je eerste ingeving herstelt.
Is denken slecht? vroeg een groot denker zich ooit af. En zijn antwoord was een ondubbelzinnig ‘ja’.
Ik noem het blog ‘Vandaags vertaalprobleem’ en daar heb ik meteen een vertaalprobleem. Want kun je ‘vandaags’ in bijvoegelijke zin gebruiken?
Eigenlijk niet.
Maar eigenlijk ook weer wel.
Want ik schrijf het toch?
Kijk, daar staat het. Zwart op wit. En het is Nederlands.
In het Engels gaat het makkelijk, zolang je het lidwoord weglaat. Want ‘a today’s problem’ of ‘the today’s problem’ gaat dan weer niet.
In het Russisch gaat het nog makkelijker, want daar hebben ze niet eens lidwoorden. Daar kun je het net zo makkelijk over een ‘vandaags probleem’ hebben als over het ‘jeseninse gedicht’.
Als ik die frasen vertaal, uit het Engels of Russisch, als ‘vandaagse problemen’, zou je zeggen dat het slecht vertaald was. Al te letterlijk, een calque. Dat ik m’n Nederlands maar eens moest bijspijkeren.
– Ga je gisterense schoolgeld terughalen, beunhaas!
Maar als ik het op eigen houtje schrijf en mijn blog zo noem, ‘Vandaags vertaalprobleem’, dan mag het wel.
Dat is toch gek.
Gek, en niet eerlijk.
Ooit, toen ik nog op facebook zat, maakte ik een gesprek mee tussen twee vertalers die zo graag het woord ‘pardoes’ eens zouden gebruiken in een vertaling. Maar ze kregen en kregen het maar niet voor elkaar. Ze kregen er maar niet de gelegenheid voor.
Ze vonden het zo’n leuk woord, maar de teksten die ze vertaalden leenden zich er nooit voor, helaas, zuchtten ze.
Ja, hallo! (dacht ik) Die gelegenheid maak je toch zelf?! Doe het gewoon! Tien tegen één dat de vertaling er meteen enorm van zal opfleuren.
Dat denk ik nog steeds.
Ik ben voor vertalingen die zich hetzelfde durven permitteren als zelf bedachte schrijfsels.
Met vandaagsen en pardoezen.
Iedere vertaling moet een origineel zijn. We mogen het woord vertaling voor een vertaling niet meer in de mond moeten hoeven nemen.
Misschien heb ik hier wel een Goede Zaak. Een principe.
Maar geen paniek. Als dit principe iemand niet bevalt – om met een andere grote denker te spreken – ik heb ook andere.
Beste Robbert-Jan,
BeantwoordenVerwijderenIk ben heel benieuwd naar jouw morgense en volgendeweekse vertaalproblemen. Wist je dat het vertaalprobleem van vandaag, morgen al een gisterens probleem is? Is het dan nog een probleem, of was het er alleen een, en is er nu alleen nog sprake van een oplossing?
Enfin, bon bref: ik abonneer mij zo maar ineens, pardoes, op jouw blog. Tot gauw, dus!
Grappig wel, 'Vertalen is iets wat zich grotendeels onbewust afspeelt' en dat dan illustreren met een van bewustheid sprankelende reflectie op het wel of niet (mogen) gebruiken van 'vandaags'. Ik ben pardoes naar vervolg benieuwd!
BeantwoordenVerwijderenJa, leuk! Voordat jouw vandaagse vertaalprobleem wegzakt in de overmorgense of overtienjaarse vergetelheid wil ik er nog wel even over lezen!
BeantwoordenVerwijderen