Posts

Posts uit oktober, 2021 tonen

118 Oorwurmen uitdrijven: Jong juffertje schoon in haar tuintje buiten

Afbeelding
   Een van mijn favorietste favorietjes. Blijft ontroeren. De Stanley Brothers zongen het ook, maar Cousin Emmy (hier zonder her Kinfolk) spant de kroon. Ze heeft het nummer waarschijnlijk zelf geschreven, want het is een van de negen liedjes die in 1945 in een boek van en over haar terechtkwamen.    Om aan de bak te komen in de fundamentalistische Amerikaanse mannenmaatschappij moest ze zich in de jaren veertig net als June Carter verkleden en aanstellen als de naïeve blonde hillbilly-boerendochter, maar ze was – net als June Carter – een intelligent en groot artiest. Speelde niet alleen de banjo maar ook de viool, en zoals te zien is op een televisie-opname van het programma van Peter Seeger in 1965, ook de wangen en de ballon. Met verve!    Het is moeilijk te zeggen wat er zo ontroerend aan het liedje en met name deze uitvoering is. Is het de eenvoud? Het onwaarschijnlijk onwaarschijnlijke happy end? Zijn de de herhalingen? Is het de frasering, die aangrijpend afwisselend is? Als

117 Taalwetten

Afbeelding
   Iedereen wil begrepen worden. En niet alleen door de buren, maar liefst ook door mensen verderop in de straat.    Het streven naar een bovenregionale taal – leer ik uit het standaardwerk van Nicoline van der Sijs – is al zo oud als de weg naar Rome. Sterker nog, zo oud als de taal zelf. Al in 1300 werd keuning en meulen geschreven als koning en molen omdat de Vlaamse uitspraak minder beschaafd werd gevonden.    In den beginne was er geen standaardnederlands en kon je eigenlijk ook niet eens van dialecten spreken. Van Duitsland tot de duinen rolde het spraakgebruik zich uit als een regenboogwade waarvan je niet wist waar de ene kleur ophield en de andere begon. Mensen begrepen elkaar over kleine afstand, en de grenzen van de dialecten waren vloeibaar.    Ambtenarij en literaten moesten hun best doen om ook elders verstaan te worden. Allengs kwam er een standaardtaal. De eerste aanzetten (spellinggidsen, woordenboeken) kwamen uit de Zuidelijke Nederlanden, maar de standaard zel

116 Bibbergoud

Afbeelding
   Ik ben nog steeds onderweg in het magisch magnumdikke opus over taalwetten maken en vinden van Nicoline van der Sijs – meer dan zeshonderd dichtbedrukte breedbebladspiegelde pagina’s tjokvol razend interessante informatie, helder opgeschreven, met op elke bladzijde wel een vrolijk detail – maar eindelijk begint het mi te daghen in den oosten op de vraag hoe die standaardtaal precies werkt en waarom er door wie zo aan wordt gehecht.    Het wordt me in elk geval duidelijk dat het aan droogstoppelige schoolmeesterij in de Nederlanden nooit heeft gemankeerd. Meer daarover later. (Geduld kome tot hen die wachten.)    Ik lees op bladzijde 364 over de verschillen in standaardwoordenschat tussen Noord en Zuid, ook de officiële, staatsinrichtelijke. ‘Een Belgische schepen en vrederechter heten in Nederland wethouder en kantonrechter , het Belgische brugpensioen wordt in Nederland vut genoemd, en het Belgische bibbergeld heet gevarentoeslag .’    Hé, bibbergeld! Dat klinkt naar Bibbe

115 Hokkebrokken en vliegelantiers

Afbeelding
   Onderweg in Taalwetten maken en vinden viel mijn oog met een dreun op twee naslagwerken die vanwege het formaat naar de onderste plank van mijn meest linker billy waren verwezen.    Beter gezegd: mijn oog struikelde en landde met een sierlijke schwalbe op de grasmat van de rugtekst.    Rugtekst en . Meervoud.    Stonden ze. Geklemd tussen Arno Schmidt, Zettels Traum en het #1ste nummer van het vrolijke tijdschrift Aline , Strips en Kunst voor de Eeuwige Jeugd , thema: de beschaving voorbij, apocalyps, doomsday, einde der tijden, armageddon. Lees dat blad! Voor het te laat is!    Tussen dikke Arno en dunne Aline in dus stonden gezusterlijk twee onhandelbaar loeizware salontafelboeken, de Atlas van de Nederlandse Taal , Editie Nederland (roestrood), en de Atlas van de Nederlandse Taal , Editie Vlaanderen (matblauw), beide uit 2017.    En natuurlijk weer een levenswerk van Nicoline van der Sijs, een van de vier redacteuren, hoe kan het ook anders.    Het wemelt, krioelt, stik

114 Jan Ritsema

Afbeelding
   Er stonden een heleboel woorden niet in het woordenboek van Jan Ritsema. Opgeven bijvoorbeeld, het rustig aan doen, stilzitten. Maar ook social talk, prietpraat en koetjes en kalfjes kende hij niet.    Als hij je aankeek, snuffelde hij met zijn priemende blik in alle hoeken en gaten van je hoofd.    Hij zei tegen ons: als je iemand goed vindt moet je dat meteen zeggen.    Dat deden we en zo leerden we Windig en De Jong kennen, en Paul van Capelleveen.    Windig en De Jong, de verborgenen achter Gezellig en Leuk met hun onwaarschijnlijk klassieke stripalbum Ouwe Troep .    Paul van Capelleveen die helder hooghartige gedichten schreef in Hollands Maandblad .    Ik zeg het er maar even bij.    Want het is lang geleden.    Jan Ritsema beklaagde zich bij K.L. Poll – chef en aanjager kunst van NRC – dat er tegenwoordig geen goeie brieven meer geschreven werden. Zwierig toverde Bert (wij mochten meneer Poll zeggen) daarop een brief van Erik en mij uit de zijzak van zijn jasje.   

113 Schimpdicht op het synoniem

Afbeelding
Schimpdicht op het synoniem Zoeken, goed... Belangrijk? Leuk, ook mooi, maar daarnaast? Interessant probleem: snel. Uitdaging echter. Dus. Veel – bovendien – ervaring vervolgens duidelijk. Enthousiast? Groot voor mogelijkheid... Bijzonder?? Nederlands namelijk ontwikkelen. Prachtig??? Hetzelfde graag! (Schimpdicht samengesteld uit alle dertig meest gezochte trefwoorden, op volgorde, uit september 2021 op de website synoniemen.net , met toevoeging van twee komma’s, vijf punten, een dubbelepunt, een uitroepteken, acht vraagtekens, twee gedachtestreepjes en twee beletseltekens. Zo zie je maar hoe belangrijk leestekens kunnen zijn.)

112 Lofdicht op het betekenisverwante woord

Afbeelding
Lofdicht op het betekenisverwante woord Zoeken: goed, belangrijk, leuk. Ook mooi, maar daarnaast interessant. Probleem: snel. Uitdaging! Echter dus veel (bovendien) ervaring. Vervolgens duidelijk enthousiast. Groot voor mogelijkheid bijzonder Nederlands! Namelijk ontwikkelen. Prachtig? Hetzelfde! Graag! (Lofdicht samengesteld uit alle dertig meest gezochte trefwoorden, op volgorde, uit september 2021 op de website synoniemen.net , met toevoeging van drie komma’s, zes punten, twee dubbelepunten, drie uitroeptekens, een vraagteken en twee haakjes. Zo zie je maar hoe belangrijk leestekens kunnen zijn.)

111 Dialect

Afbeelding
   Eigen spreektaal eerst, hoeveel vreemde smetten je moeder er ook op mag aantreffen.    Thuis kreeg ik heel netjes Nederlands te leren. Ik werd veel verbeterd. Klemtonen bijvoorbeeld. ‘Het is éígenwijs, niet eigenwíjs’.    Het hoorde bij mijn opvoeiering. Taal en tafelmanieren.    Het is natuurlijk goed om te weten hoe het ‘goed’ wordt gezegd, maar dat wil niet zeggen dat je het niet ‘fout’ mag doen.    ‘Fout mag ook,’ zei ik dan. Of: ‘Het kan allebei.’ Of: ‘Fout is beter.’    Machteloze tegenwerpingen.    ‘De taal verandert’ heb ik nooit teruggezegd. Dat vond – en vind – ik geen argument. ‘De taal’ is niet iemand. Hoogstens kun je zeggen: de taal wordt veranderd. De taal verandert alleen maar als je het zelf wil. Als je het niet wil, blijf je eigenwíjs toch gewoon éígenwijs zeggen? Jij bent ook taal.    Het is mooi om dingen te leren, maar je moet ze ook weer kunnen afleren.    Eigen spreektaal eerst. Dat merkten Erik en ik ook toen we een uitgelezen verzameling postdoc ver

110 De regels

Afbeelding
   Nederlands is heel simpel. Je kan het goed doen en je kan het verkeerd doen. En goed is goed en verkeerd is verkeerd.    Het is dus uitdrukkelijk niet zo, dat goed verkeerd is en verkeerd goed. Of dat verkeerd ook goed is, of goed eigenlijk verkeerd.    Als je daarmee begint is het hek van de dam.    Daarom zijn er regels.    Regels zijn heel simpel. Als je ze maar leert.    Hoe beter je een regel leert, hoe simpeler het wordt.    En die regels zijn er niet voor niets! O nee!    Die regels zijn ervoor, dat je het goed doet en niet verkeerd.    Als je een regel goed toepast, kun je het niet verkeerd doen. (Ik zei toch dat het simpel was.)    Het is ik geef het hun of ik geef het aan hen . Hen is het lijdend voorwerp van zij. Pardon. Daar moet natuurlijk staan: ‘Hen is het lijdend voorwerp van hen .’ Niet van hun . Pardon, hen . Het is hun lijdend voorwerp.    En ons lijdend voorwerp. Het onderscheid tussen hen en hun is in de renaissance geïntroduceerd door taalmaker