Posts

Posts uit juli, 2024 tonen

407 Er zijn grenzen

Afbeelding
   Een echte Dublinees is flegmatiek vertelt Flann O’Brien. Maar: tot op zekere hoogte. Alles kan hij hebben, elke vijandigheid, zolang het maar gemotiveerd is. Bel bij hem aan, schop hem in zijn maag als hij opendoet. Dat doet hem allemaal niks. Maar de hemel sta je bij als je bij het weglopen het hek met een klap achter je dichtslaat. I wouldn’t mind oney he nearly destroyed me gate going out.    Aan die uitspraak herken je the Dublin man onmiddellijk, I wouldn’t mind only . Dat hij mijn keuken in brand stak, mijn vrouw met een bijl vermoordde, de zolder aan stukken sloeg zodat het plafond naar beneden kwam dat mijn zoontje doodde – akkoord, het blijft een beste kerel, mijn beste vriend kun je wel zeggen, al heeft hij soms aanvallen van temperament, ja, hij is wat opvliegend, het zij hem vergeven – maar dat hij bij het weggaan de melkflessen bij de deur stukschopte...    ‘Er zijn grenzen,’ vulde ik automatisch aan toen ik dat las. Want dat krijg je te horen op hoge poten als

406 Een borstelige man

Afbeelding
   Een van de redenen dat de Russische kinderpoëzie van de eerste helft van de twintigste eeuw op zo’n onmetelijk hoog niveau stond, was de aanwezigheid van twee onmetelijk getalenteerde kinderdichters en -vertalers, Kornej Tsjoekovski en Samoeïl Marsjak, en de onmetelijke bewondering die ze deelden voor de Engelse nursery rhymes, hun wezen en verschijning.    Wat ze erin aantrok was het oneducatieve ervan, de vrijheid, de muzikaliteit en de unverfroren en schaamteloze onzin die kinderen blij maakt en dorknopers boos.    Met hun vaak geniale vertalingen – Sjaltaj Boltaj bijvoorbeeld, Marsjaks Humpty Dumpty – van de nursery rhymes legden Tsjoekovski en Marsjak de grondlaag waarop een hele generatie frisse en vrolijke kinderdichters kon uitbotten, en zelf schreven ze in die geest ook nog heel wat prachtigs extra.    Soms vertaalden ze een nursery rhyme allebei, There was a crooked man and he walked a crooked mile bijvoorbeeld. There was a crooked man,          And he walked a c

405 Meer griezelen

Afbeelding
   ‘Soms’, merken de Opies op in de griezel-subsectie van de sectie Just for Fun in hun The Lore and Language of Schoolchildren , ‘wordt de spanning van de verhalen opgevoerd door een bijvoegelijk naamwoord veelvuldig te herhalen, zoals oud, oud, of donker, donker.’    Herhaling – ik heb het vaker gezegd – is een van de oerste fenomenen van de poëzie, die van oudsher bedoeld is om te vervoeren en te hypnotiseren. En dat merk je helemaal goed in het griezel-genre, luister en huiver maar. In de oude oude nacht aan de oude oude hemel staat de oude oude maan en de oude oude maan schijnt op een oude oude stad en in die oude oude stad loopt een oude oude straat en aan die oude oude straat staat een oude oude muur en in die oude oude muur zit een oude oude deur met een oude oude tuin en in die oude oude tuin lopen oude oude paadjes naar een oude oude boom en in die oude oude boom zit op een oude oude tak een oude oude raaf en die oude oude raaf met zijn oude oude vleug

404 Griezelen

Afbeelding
   Toen ik Engelse nursery rhymes aan het vertalen was voor En weg was haar neus , heb ik me ook ingelezen in de klassieke studies en verzameling van de Opies, Iona en Peter. Of ingelezen, hun boeken verslond ik. (Hierboven een deel van mijn opitheek.)    Geweldenaren! Alles weten ze over over kinderpoëzie, kinderspelletjes, kinderverhalen, wat er zoal tussen kinderen besproken wordt als er geen volwassenen bij zijn. Ook de vieze versjes die kinderen elkaar doorgeven, die de Opies hadden weggelaten uit The Singing Game en The Lore and Language of Schoolchildren tekende Iona uiteindelijk op na een jaar intensieve studie in hun natuurlijke habitat, de speelplaats op school. The People in the Playground noemde ze het, omdat kinderen zich geen kinderen noemen, maar mensen.    Boeken om in te verdwalen als in een groot en donker bos. Je weet niet half hoeveel rijmpjes, versjes, moppen, verhalen en vaste formules voor van alles je hebt meegekregen van vroeger. En ergens in je hoofd zit

403 De grote kolesee

Afbeelding
   Als je denkt dat je iets zelf bedacht hebt blijkt het vroeg of laat al veel eerder bedacht te zijn, en vaak veel beter. Maar gelukkig hoef je niet alles zelf te bedenken, om diezelfde reden: het is al bedacht, en vaak heel goed.    Fascinerend zijn de klinkklanken in slaapliedjes, aftelversjes, speeldeuntjes, raadselrijmpjes enzovoort. Het wemelt er van de nieuwgevormde woorden, denk alleen al aan iene miene mutte en epompee poedenee poedenassa, aan tikke takke tonen en zagen zagen wiedewiedewagen. Dib dab dobbe Drie poezen in een tobbe Drie poezen in een blik Af ben ik    Er staan er een heleboel in J. van Vlotens Baker- en kinderrijmen , en ook G.J. Boekenoogen heeft zich erover gebogen, al ligt zijn schat aan door de mensen ingezonden sprookjes en versjes nog steeds in het Meertens-instituut op ontsluiting te wachten. Ingele dingele dingele dei Eén pond steken van een bij Twee paar laarzen van een vlo Nog een keer, zei tante Jo! Ingele dingele dingele dei Drie

402 Niet de blauwbilgorgel

Afbeelding
   Wie kent hem niet, de blauwbilgorgel? Zijn vader was een porgel, zijn moeder was een porulan – en daar komen vreemde kind’ren van. Raban! Raban! Raban!    Waarom vond ik dat niet grappig of leuk? Lag het er te dik bovenop, met die drie bedachte nieuwe monsternamen, én blauwbilgorgel, én porgel, én porulan? Was het te gewild, met dat zeggen ‘Daar komen vreemde kind’ren van’? Vulde dat de beleving teveel in? Was het omdat ik er een denigrerende ondertoon, iets lacherigs en uitlacherigs jegens het machtige dierenrijk in proefde, met name de prachtige mandril? Of omdat ik iemand zag die buitengewoon speels uit de hoek wilde komen? Of was het dat mijn eerste reactie als recalcitrant etterbakje op alles nee, nee en nog eens nee was? En is?    Sommige mensen worden nooit ouder dan zestien. Ik ben nooit ouder dan tien geworden, en ik lees alles met de blik van een tienjarige. Of beter gezegd: alles wat ik lees moet de tienjarige in mij ook kunnen aanspreken. En dat doet De blauwbilgorgel

401 A is een knotwilg

Afbeelding
   Maar het kan natuurlijk ook anders. Als je kleine kinderen wil gekmaken – en wie wil dat niet, het bereidt ze in elk geval goed voor op de grotemensenmaatschappij – zijn er nog wel meer abecedaria te bedenken. Een alfabet met telkens hetzelfde woord, bijvoorbeeld: A is een vliegtuig, dat vliegt door de lucht. B is een vliegtuig, dat vliegt boven Vught. C is een vliegtuig, met een neus en een staart. D is een vliegtuig, dat vliegt met een vaart.    En dan kun je er misschien nog een spannend verhaal in verwerken ook over het vliegtuig, dat stort neer op een brug, het vliegtuig, dat komt niet meer terug. Of zo: A is een appel, die groeit aan de tak. B is een appel, wel tien in een zak. C is een appel, zo zuur als maar kan. D is een appel, iets anders dan? E is een appel, ja, geef mij maar friet! F is een appel, friet krijg je niet. etc.    En dan volgt het huiselijke kabaal, de chaos en anarchie, de wederspannigheid en de opstandigheid, de eeuwige strijd van de niets

400 Het alfabet

Afbeelding
   Het alfabet is een onuitputtelijke bron van inspiratie. De letters alleen al! Toen Liza klein was en niet eens kon praten, wilde ik haar meteen maar het alfabet leren. Beter een leervoorsprong dan een leerachterstand, dacht ik, en ik begon met de letter A. Die kon ze snel genoeg nazeggen, dus toen kwam de B. Dat ging ook goed en ik laste een leerpauze in. Eerst deze elementaire lesstof maar eens goed blijven oefenen voor we verder gaan met de C. Niet teveel tegelijk. Het moet wel veilig blijven. En op onze wandelingen met de kinderwagen herhaalden we geduldig maar enthousiast de eerste twee letters van het alfabet.    Maar toen bleek dat Liza die letters helemaal niet als letters opvatte maar als klanken die iets wilden zeggen. Klanken die zij zelf betekenis toekende. Want telkens als ze een hond zag, zei ze A, en telkens als ze een poes zag, zei ze B. Een hond was dus een A en een poes was een B.    Maar zo werkt dat niet, Liza, in de wereld van de school waar je straks naar toe

399 Nacht, trottoir – als De Schoolmeester

Afbeelding
   De onverwoestbare Schoolmeester heeft ook zijn kijk op het Petersburgse gebeuren en hij geeft – noblesse oblige – een adembenemende nieuwe draai aan deze universele kaleidoscoop. In plaats van een metempsychotisch inzicht krijgen we een dreigende daadwerkelijke fysieke reïncarnatie, ín dit leven: wij zijn allen een, ja, wij zijn allen eender, eenden, hazen, dichters, lantarenpalen. _____ Voor bewoners van winterse gebieden is de volgende geschiedenis          (aangezien het middelpunt uit vlieden is          en weggespoeld          en thans op onbekende kusten rondkrioelt) niet bedoeld ofschoon hunliê het lezen nauwlijks te verbieden is. Hoofd- en enig personage: de dichtende ravage, kop tjokvol woordrijke bagage, versificateur van kortsluitende hoogspanningen, frequenteur van disreputabele uitspanningen, chroniqueur van tourmenterende inspanningen, salonprestidigitateur van edelaardige ontspanningen: Blok, Aleksandr in hoogsteigen persoon – dat wil zeggen: ge