400 Het alfabet

   Het alfabet is een onuitputtelijke bron van inspiratie. De letters alleen al! Toen Liza klein was en niet eens kon praten, wilde ik haar meteen maar het alfabet leren. Beter een leervoorsprong dan een leerachterstand, dacht ik, en ik begon met de letter A. Die kon ze snel genoeg nazeggen, dus toen kwam de B. Dat ging ook goed en ik laste een leerpauze in. Eerst deze elementaire lesstof maar eens goed blijven oefenen voor we verder gaan met de C. Niet teveel tegelijk. Het moet wel veilig blijven. En op onze wandelingen met de kinderwagen herhaalden we geduldig maar enthousiast de eerste twee letters van het alfabet.
   Maar toen bleek dat Liza die letters helemaal niet als letters opvatte maar als klanken die iets wilden zeggen. Klanken die zij zelf betekenis toekende. Want telkens als ze een hond zag, zei ze A, en telkens als ze een poes zag, zei ze B. Een hond was dus een A en een poes was een B.
   Maar zo werkt dat niet, Liza, in de wereld van de school waar je straks naar toe moet, zei ik. Dat gaat verwarring geven als je straks mensen tegenkomt voor wie een hond een hond is en geen A, en voor wie een poes een poes is en geen B. Dan snappen ze je niet.
   A! antwoordde Liza.
   Als om mijn gelijk te bewijzen kwam er toen een man langs met een hond. Liza wees en zei weer: A! De meneer boog zich naar Liza toe en zei haar vriendelijk: Nee, kindje, dat is geen aap, dat is een hond, maar dat verschil leer je later nog wel.
   Zie je wel, Liza, zei ik toen de meneer uit zicht was. Dat komt er nou van. Nu denken de mensen dat je het verschil niet kent tussen een aap en een hond. En gaan ze ook denken dat je een poes aanziet voor een beer, met je eeuwige ge-‘B’. Hoe moet dat met de leervoorsprong die ik je wilde geven?
   En hoe moet dat met ons mooie alfabet? Als A helemaal geen Aap hoeft te zijn maar net zo goed een Hond kan zijn, waartoe dient dat hele alfabet dan? Als B helemaal geen Beer hoeft te zijn, maar ook een Poes kan zijn als je dat zonodig wil, zaagt dat niet aan de poten van heel onze geletterdheid?
   Dus toen maakte ik het volgende alfabet voor Liza, om haar toch die leervoorsprong mee te geven.

A is een Bakker, die rijdt in een bus.
B is een Meisje, maar niet je zus.
C is een Ezel, die vliegt naar de maan.
D is een IJsbeer, die kruipt door het graan.
E is een Koolraap, die groeit op je hoofd.
F is een Walnoot, die stoofperen stooft.
G is een Tafel, die staat op het dak.
H is een Achtbaan, die past in je zak.
I is een Zandpad, waar je mee schrijft.
J is een Fietsslot, dat stilletjes drijft.
K is een Schoorsteen, waar je in slaapt.
L is een X-been, van straat opgeraapt.
M is een Ib. Weet jij wat het is?
N is een Jaszak, met daarin een vis.
O is een Cello, die graast in de wei.
P is een Quetzal, een hij of een zij.
Q is een Oorlel, die bakt in de pan.
R is een Vleermuis, die timmeren kan.
S is een Duikboot, die snort en die spint.
T is een Hondshaai, die waait in de wind.
U is een Loopgraaf, die gromt en die brult.
V is een Ufo, waar je van smult.
W is een Goudvink, waar je in leest.
X is een Naaldbos, jouw lievelingsbeest.
Y is een Roerdomp, die boven ons schijnt.
Z is een Potlood, en dat is het eind.

_____

A is een aapje, Opstellen over ABC-boeken van de vijftiende eeuw tot heden, redactie: Jaap ter Linden, Anne de Vries en Dick Welsink, beeldrecatie: Charlotte de Cloet, Querido 1995. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

420 Vroeger was ik oud en groot

421 Op een ezel naar de maan

425 Poëzie voor poëziemijders

423 De maanroosvis

424 Zwaluwen

418 Kindermenu

419 Varen in een zeef

426 De kalief zonder hoofd