126 Amanda Ros – Irene Iddesleigh IV
   Dichten kon ze ook heel slecht. (Ik gebruik ‘slecht’ hier vanzelfsprekend in de betekenis van ‘goed’.) Een gedicht op Pasen, ‘Eastertide’ begint met:   Dear Lord, the day of eggs is here!      ‘A Little Belgian  Orphan’, een gedicht over Belgische weeskinderen dat ze maakte om te verkopen als broadsheet, begint met:   Daddy was a Belgian and so was Mammy too.      Na een bezoek aan Westminster Abbey schreef ze over de graven der groten die daar pronkten en praalden een gedicht dat begon met:   Holy Moses! Have a look!  Flesh decayed in every nook!      Ze was niet onder de indruk van alle historie die er lag:   Famous some were – yet they died:  Poets – Statesmen – Rogues beside,  Kings – Queens, all of them do rot,  What about them! Now – they’re not!      In haar ogen was er niemand groot behalve zijzelf. En wat Amanda verder voor had op de afgestorven goegemeente: zij leefde!     Hoofdstuk IV...