439 Van Razoux tot Kuijper, 150 jaar Struwwelpeter-vertalingen
De eerste vertaling van Der Struwwelpeter verscheen in 1848, drie jaar na de Duitse editie, en was van de hand van W.P. Razoux, Commies bij de Posterijen te Schiedam. Hij noemde de ragebollige Peterpump Piet de Smeerpoets en die naam is beklijfd, ja zelfs bekleven – al waren er later nog twee vertalers die het met een t-loze Smeerpoes probeerden. Een tweede, aangevulde druk verscheen het jaar erop, en de vertaling is de daaropvolgende vijftig jaar in talloze uitgaven blijven verschijnen, en verschijnt nog steeds, ondanks de pogingen nieuwe vertalingen ingang te doen vinden.
In 1893 kwam er eindelijk een nieuwe vertaling, van zes verhalen maar, onder de titel Domme kinderen van de veelschrijver en -vertaler Agatha (pseudoniem van Reintje de Goeje), waarvan ik er vier heb gevonden in Het prentenboek van Tante Pau van Leonard de Vries uit 1974. (De kuurtjes van August en Lucifer-Leentje ontbreken.)
Na Agatha ging het snel. In 1896 volgde een vertaling van F.H. (Frits) van Leent, Piet de Smeerpoes, die het hele prentenboek vervolgens nog een keer helemaal anders vertaalde voor een concurrerende uitgever. Het zal niet in hetzelfde jaar zijn geweest, maar voor de overzichtelijkheid groepeer ik ze samen. Van Leent was ook een produktieve kinderboekenschrijver, die onder meer een vertaling van de nursery rhyme over Old Mother Hubbard maakte, Moeder Hubbard en haar hondje uit 1891, en een Jan Klaassen-bewerking, Jan Klaassen en zijn Griet. Een leerzame Geschiedenis, met Fraaije Platen uit 1883. Van Leent werd op de hielen gezeten door Suze Andriessen met De Hedendaagsche Piet de Smeerpoets uit 1897. Het is niet duidelijk wat er precies hedendaags aan is, want het blijven dezelfde verhalen, alleen zijn de illustraties vernieuwd en veel schattiger geworden. In 1905 volgde Oom Gus, over wie verder niets bekend is, ook met nieuwe prenten, van Cornelis (Kees) Spoor. Uit 1927 stammen drie nieuw-vertaalde verhalen van een anonymus in de kinderbijlage van het Leeuwarder Nieuwsblad. De zeven overige verhalen zijn in de Razoux-vertaling. Rond 1930 probeerde Freddy Last er nog een keer Piet de smeerpoes van te maken, met de illustraties van Hoffmann. Last schreef ook onder meer Vroolijke plaatjes met oolijke plaatjes en meer versjes in Van twee rakkers. In 1943 volgde J. (Guurtje) Riemens-Reurslag, die uit kiesheid twee verhalen schrapte. De illustraties nam ze over van Hoffmanns eerste tekeningen. Daarna duurde het tot 1969 voor er een nieuwe uitgave verscheen, die echter niet nieuw was maar een bewerking van de Razoux-tekst door Lidi Luursema. In 2000 was voorlopig de laatste in de rij Jan Kuijper, dichter, redacteur en vertaler onder andere van Lewis Carrolls The Hunting of the Snark als De jacht op de slaai uit 2007. Allemaal heetten ze Piet de smeerpoets of Piet de smeerpoets, een naam die niet deugt. En als die naam, die titel al niet deugt en op de schop moet, dan moet alles op de schop. Is het nu werkelijk niet mogelijk een frisse nieuwe leuke gruwelijke aansprekende vertaling te maken die recht doet aan de onopvoedkundigheid, amoraliteit, vrolijkheid, rechtdoorzeeheid en afwezigheid van volwassen ironie van Hoffmanns origineel? Dat was de taak die ik mij stelde. Op zoek naar een nieuwe vertaling. Bij die zoektocht liet ik mij helpen door de vertalingen die in de afgelopen 175 jaar zijn verschenen. Niet alleen kon ik hier en daar misschien een goed idee oppikken, maar door te zien hoe het niet moest kwam ik zelf ook allicht dichter bij mijn gedroomde vertaling.
De Razoux-vertaling is de klassieke, waartegen alle nog steeds andere worden afgezet. Het is de tekst die de mensen in het geheugen gegrift staat. Daarom zal ik zijn teksten telkens in hun geheel citeren alvorens de daaropvolgende Nederlandse vertalingen te bespreken en daarna te kijken hoe en wat ik ervan kan maken.
We steken van wal op het schip De Struwwelpeter.
_____
Via delpher, de dbnl, google zijn redelijk wat oude vertalingen terug te vinden. De eerste Razoux op delpher bijvoorbeeld hier en meer edities als je op ‘een aardig prentenboek razoux’ zoekt, en de Leeuwarder Nieuwsblad-bijlage staat er ook, hier, evenals de korte vertaling van Van Leent, hier en Oom Gus, hier. Verder dank ik Paul van Capelleveen van de Koninklijke Bibliotheek, die voor mij de vertalingen van Andriessen en Last heeft ontsloten. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier. En dit is Ragbolrinus, hier te bekomen:
Na Agatha ging het snel. In 1896 volgde een vertaling van F.H. (Frits) van Leent, Piet de Smeerpoes, die het hele prentenboek vervolgens nog een keer helemaal anders vertaalde voor een concurrerende uitgever. Het zal niet in hetzelfde jaar zijn geweest, maar voor de overzichtelijkheid groepeer ik ze samen. Van Leent was ook een produktieve kinderboekenschrijver, die onder meer een vertaling van de nursery rhyme over Old Mother Hubbard maakte, Moeder Hubbard en haar hondje uit 1891, en een Jan Klaassen-bewerking, Jan Klaassen en zijn Griet. Een leerzame Geschiedenis, met Fraaije Platen uit 1883. Van Leent werd op de hielen gezeten door Suze Andriessen met De Hedendaagsche Piet de Smeerpoets uit 1897. Het is niet duidelijk wat er precies hedendaags aan is, want het blijven dezelfde verhalen, alleen zijn de illustraties vernieuwd en veel schattiger geworden. In 1905 volgde Oom Gus, over wie verder niets bekend is, ook met nieuwe prenten, van Cornelis (Kees) Spoor. Uit 1927 stammen drie nieuw-vertaalde verhalen van een anonymus in de kinderbijlage van het Leeuwarder Nieuwsblad. De zeven overige verhalen zijn in de Razoux-vertaling. Rond 1930 probeerde Freddy Last er nog een keer Piet de smeerpoes van te maken, met de illustraties van Hoffmann. Last schreef ook onder meer Vroolijke plaatjes met oolijke plaatjes en meer versjes in Van twee rakkers. In 1943 volgde J. (Guurtje) Riemens-Reurslag, die uit kiesheid twee verhalen schrapte. De illustraties nam ze over van Hoffmanns eerste tekeningen. Daarna duurde het tot 1969 voor er een nieuwe uitgave verscheen, die echter niet nieuw was maar een bewerking van de Razoux-tekst door Lidi Luursema. In 2000 was voorlopig de laatste in de rij Jan Kuijper, dichter, redacteur en vertaler onder andere van Lewis Carrolls The Hunting of the Snark als De jacht op de slaai uit 2007. Allemaal heetten ze Piet de smeerpoets of Piet de smeerpoets, een naam die niet deugt. En als die naam, die titel al niet deugt en op de schop moet, dan moet alles op de schop. Is het nu werkelijk niet mogelijk een frisse nieuwe leuke gruwelijke aansprekende vertaling te maken die recht doet aan de onopvoedkundigheid, amoraliteit, vrolijkheid, rechtdoorzeeheid en afwezigheid van volwassen ironie van Hoffmanns origineel? Dat was de taak die ik mij stelde. Op zoek naar een nieuwe vertaling. Bij die zoektocht liet ik mij helpen door de vertalingen die in de afgelopen 175 jaar zijn verschenen. Niet alleen kon ik hier en daar misschien een goed idee oppikken, maar door te zien hoe het niet moest kwam ik zelf ook allicht dichter bij mijn gedroomde vertaling.
De Razoux-vertaling is de klassieke, waartegen alle nog steeds andere worden afgezet. Het is de tekst die de mensen in het geheugen gegrift staat. Daarom zal ik zijn teksten telkens in hun geheel citeren alvorens de daaropvolgende Nederlandse vertalingen te bespreken en daarna te kijken hoe en wat ik ervan kan maken.
We steken van wal op het schip De Struwwelpeter.
Via delpher, de dbnl, google zijn redelijk wat oude vertalingen terug te vinden. De eerste Razoux op delpher bijvoorbeeld hier en meer edities als je op ‘een aardig prentenboek razoux’ zoekt, en de Leeuwarder Nieuwsblad-bijlage staat er ook, hier, evenals de korte vertaling van Van Leent, hier en Oom Gus, hier. Verder dank ik Paul van Capelleveen van de Koninklijke Bibliotheek, die voor mij de vertalingen van Andriessen en Last heeft ontsloten. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier. En dit is Ragbolrinus, hier te bekomen:
Reacties
Een reactie posten