3 Lidwoord
Ik vertaal Dovlatov. Helderder en bondiger proza krijg je niet.
Zoals je in ex-Sovjet-Rusland aan de chauffeur van de mini-autobusjes moest laten weten waar je wilde uitstappen. Dat moest je doen, volgens het dwingende A4-tje dat op het vilt aan de afscheiding met de bestuurderscabine was geplakt, ‘luid, duidelijk, en op tijd’.
Het noodzakelijke. En dat in een bondige, klare vorm. En spreektalig als de neten.
Hoe dat bondige over te brengen? Nederlands in vergelijking met het Russisch al langdradig, laat staan in vergelijking met het Russisch van Dovlatov.
Die lidwoorden van bij ons!
Heel vervelend dat wij ze hebben, en dat je ze lang niet overal ongestraft kan schrappen.
Maar kan het echt niet wat minder? Om tempo erin te krijgen, dan wel te houden? Bondigheidshalve? Kernachtig, voor de spreektaligheid die verteltaligheid is bij Dovlatov.
In regel één van Domein stapt Alichanov uit de bus op het stationsplein van Loega. Dat station kan wel een onderhoudsbeurt gebruiken. Maar dat horen we zes alinea’s later pas, dus vrijwel onmiddellijk (het zijn korte alinea’s), als de hoofdpersoon erop terugkomt. Dan zegt hij, en ik vertaal nu letterlijk, woord voor woord, zonder lidwoorden:
“Station... Viezig geel gebouw met zuilen, klok, kleurloos geworden in zon trillende neonletters...”
Leuk. Een beetje Jerommeke-taal. Maar misschien iets teveel om een heel boek lang vol te houden.
Bijna automatisch vertaal ik dus, rekening houdend met hoe je aankomt:
“Nou ja, station... Een viezig geel gebouw met zuilen, een klok en in de zon flets geworden blikkerende neonletters.”
Over deel twee van bovenstaande zin kom ik later te spreken. Eerst deel één.
Moet dat nou, drie woorden? Moet dat nou, dat uitleggerige? Moet dat nou, dat modulerende ‘Nou ja’? Is dat niet een heel klein beetje bloed onder de nagels vandaan halend oudebetterig? Al te authentiek Vertaliaans?
Vertaliaans in de zin van ‘zoals de vertaler denkt dat je het zegt in het Nederlands’. In plaats van het te zeggen zoals Dovlatov het wil zeggen, maar dan in het Nederlands. Want dat is een wereld van verschil.
Is ‘Het station’ of ‘Een station’ ook niet een optie? Desnoods zonder drie puntjes maar met een dubbele punt of een echt Russisch Dovlatoviaans gedachtestreepje?
“Het station: een viezig geel etc...” of “Een station – een viezig geel etc”.
Nog niet ideaal. De mismoedigheid van de drie puntjes ontbreekt... En als je het hele lidwoord weglaat? Welja, doe eens gek. Yolo.
“Station... Een viezig geel etc”
Dat lijkt hier – omdat je de intonatie toch blijft horen – heel goed te kunnen, voor de verandering. Want meestal kun je de lidwoorden niet weglaten. Dus als ik er dan eens eentje kan winnen op de weerbarstige materie is dat reden voor feest en waanzinnige uitspattingen binnen de grenzen der redelijkheid.
Eén lidwoord geschrapt.
Ik vind dat ik heel wat ben opgeschoten vandaag.
_____
Verwijzing. De openingsfoto is het station van Loega, genomen door Konstantin Men’sjikov, 29okt2011, hier (hier).
Zoals je in ex-Sovjet-Rusland aan de chauffeur van de mini-autobusjes moest laten weten waar je wilde uitstappen. Dat moest je doen, volgens het dwingende A4-tje dat op het vilt aan de afscheiding met de bestuurderscabine was geplakt, ‘luid, duidelijk, en op tijd’.
Het noodzakelijke. En dat in een bondige, klare vorm. En spreektalig als de neten.
Hoe dat bondige over te brengen? Nederlands in vergelijking met het Russisch al langdradig, laat staan in vergelijking met het Russisch van Dovlatov.
Die lidwoorden van bij ons!
Heel vervelend dat wij ze hebben, en dat je ze lang niet overal ongestraft kan schrappen.
Maar kan het echt niet wat minder? Om tempo erin te krijgen, dan wel te houden? Bondigheidshalve? Kernachtig, voor de spreektaligheid die verteltaligheid is bij Dovlatov.
In regel één van Domein stapt Alichanov uit de bus op het stationsplein van Loega. Dat station kan wel een onderhoudsbeurt gebruiken. Maar dat horen we zes alinea’s later pas, dus vrijwel onmiddellijk (het zijn korte alinea’s), als de hoofdpersoon erop terugkomt. Dan zegt hij, en ik vertaal nu letterlijk, woord voor woord, zonder lidwoorden:
“Station... Viezig geel gebouw met zuilen, klok, kleurloos geworden in zon trillende neonletters...”
Leuk. Een beetje Jerommeke-taal. Maar misschien iets teveel om een heel boek lang vol te houden.
Bijna automatisch vertaal ik dus, rekening houdend met hoe je aankomt:
“Nou ja, station... Een viezig geel gebouw met zuilen, een klok en in de zon flets geworden blikkerende neonletters.”
Over deel twee van bovenstaande zin kom ik later te spreken. Eerst deel één.
Moet dat nou, drie woorden? Moet dat nou, dat uitleggerige? Moet dat nou, dat modulerende ‘Nou ja’? Is dat niet een heel klein beetje bloed onder de nagels vandaan halend oudebetterig? Al te authentiek Vertaliaans?
Vertaliaans in de zin van ‘zoals de vertaler denkt dat je het zegt in het Nederlands’. In plaats van het te zeggen zoals Dovlatov het wil zeggen, maar dan in het Nederlands. Want dat is een wereld van verschil.
Is ‘Het station’ of ‘Een station’ ook niet een optie? Desnoods zonder drie puntjes maar met een dubbele punt of een echt Russisch Dovlatoviaans gedachtestreepje?
“Het station: een viezig geel etc...” of “Een station – een viezig geel etc”.
Nog niet ideaal. De mismoedigheid van de drie puntjes ontbreekt... En als je het hele lidwoord weglaat? Welja, doe eens gek. Yolo.
“Station... Een viezig geel etc”
Dat lijkt hier – omdat je de intonatie toch blijft horen – heel goed te kunnen, voor de verandering. Want meestal kun je de lidwoorden niet weglaten. Dus als ik er dan eens eentje kan winnen op de weerbarstige materie is dat reden voor feest en waanzinnige uitspattingen binnen de grenzen der redelijkheid.
Eén lidwoord geschrapt.
Ik vind dat ik heel wat ben opgeschoten vandaag.
_____
Verwijzing. De openingsfoto is het station van Loega, genomen door Konstantin Men’sjikov, 29okt2011, hier (hier).
Reacties
Een reactie posten