6 Over titels en hoe ze kort te houden
Ik vertaal Dovlatov. Kernachtiger heb je niet.
En dat begint in de titel al.
Die zijn bij Dovlatov vaak maar één woord lang. Zone. Koffer. Compromis. Ambacht. Filiaal.
Klokklinkende frisdrinkende titels.
Waar vrijwel niets meer van overblijft in het Nederlands als je er lidwoorden aan gaat toevoegen. De koffer bijvoorbeeld is nog steeds geen lange titel, maar heeft wel dubbel zoveel woorden als de oorspronkelijke. Wat neerkomt op een woordinflatie van een slordige honderd procent.
En dat geeft een verkeerd signaal. Het signaal van: hier krijgen we een normaal boek waarin normaal verteld wordt, rustig, evenwichtig, volgens de regelen der kunst. En vooral: fraai.
En daarom: saai. Een boek zoals er honderden in een dozijn gaan.
Met alle lidwoorden precies waar ze horen.
Met lidwoord wil het zeggen: dit boek gaat over de koffer. Niet een koffer, nee, over de koffer. De koffer namelijk waar in de titel sprake van is.
Het is met andere woorden in het Nederlands – door dwang tot kiezen voor ‘de’ of ‘een’ – een beschrijvende titel geworden, en zelfs een enigszins sturende titel.
Het verraadt de inhoud.
Is een titel daar dan niet voor?
Nee, die is daar niet voor.
Een titel is een genre op zich. Waarbij het brengen van esthetisch plezier net zo goed telt.
Niet voor niets houden alle schrijvers lange lijsten bij met titels van ongeschreven, nog te schrijven boeken.
Een titel moet nieuwsgierig maken, niet die nieuwsgierigheid in de kiem smoren. En dat laatste doet De koffer. Je weet meteen wat voor vlees je in de koffer hebt. Het is niet meer dan een etiket. Wat erop staat zit erin. Geen verrassingen hiero, mensen. Hier is niets te zien. Doorlopen maar, naar de volgende plank met onaansprekende titels.
Terwijl Koffer de mogelijkheden openlaat. Koffer is een titel die niet meer en niet minder pretendeert te zijn dan een titel. Hij verklapt niets. Het is een titel die het genre eer aandoet.
Met andere woorden: lidwoord niet nodig.
Het kan ook omgekeerd. Dat het lidwoord wel nodig is. Een dagboek noem je Dagboek. Maar een roman over een dagboek zal Het dagboek heten, en niet Dagboek.
Hoewel dat laatste ook wel voor heilzame verwarring kan zorgen.
‘Eenmaal opengeslagen, wie schetst mijn verbazing? Is het helemaal geen dagboek! Is het troe kraaim!’
Het dagboek van Anne Frank is een foute titel. Want die titel impliceert dat het over een dagboek gáát, en niet dat het een dagboek ís. Dagboek van Anne Frank klopt dan weer wel.
Ik wilde net in de pen klimmen om de uitgever van Anne Franks dagboek hierover aan de m/v oren te trekken, toen ik zag dat het boek helemaal niet Het dagboek heet, maar Het achterhuis.
Wat nog vreemder is, voor een dagboek. Is het dan toch geen dagboek, maar fictie? Wat complotdenkers beweren?
Had het eigenlijk ook Achterhuis kunnen heten, zonder lidwoord? – vraag ik me ineens af. Of ga je dan denken dat het de schrijver is? Huub Achterhuis, de oom van Huub Oosterhuis, die de oorlog nog meegemaakt heeft.
Genoeg daarvan.
Terug naar het Russisch.
Hoe begrijpen Russen die Koffer eigenlijk? Hun altijd lidwoordloze ‘Tsjemodan’? Want die hebben die nuance niet van ‘de’ en ‘een’.
Inderdaad. En juist daarom begrijpen ze van al mijn overwegingen geen moer.
Als ze het over een speciale koffer willen hebben, kunnen ze het equivalent van ‘die’ gebruiken, dat wel. Maar ‘de’ of ‘een’... Wat nou? Gewoon, koffer, wat is daar mis mee?
Inderdaad, wat is daar mis mee? Daarom kies ik mijn dovlatoviaanse titel ook maar lidwoordloos.
Domein dus, en niet Het domein.
Weer een heel lidwoord geschrapt. Ik schiet opper en opper.
En dat begint in de titel al.
Die zijn bij Dovlatov vaak maar één woord lang. Zone. Koffer. Compromis. Ambacht. Filiaal.
Klokklinkende frisdrinkende titels.
Waar vrijwel niets meer van overblijft in het Nederlands als je er lidwoorden aan gaat toevoegen. De koffer bijvoorbeeld is nog steeds geen lange titel, maar heeft wel dubbel zoveel woorden als de oorspronkelijke. Wat neerkomt op een woordinflatie van een slordige honderd procent.
En dat geeft een verkeerd signaal. Het signaal van: hier krijgen we een normaal boek waarin normaal verteld wordt, rustig, evenwichtig, volgens de regelen der kunst. En vooral: fraai.
En daarom: saai. Een boek zoals er honderden in een dozijn gaan.
Met alle lidwoorden precies waar ze horen.
Met lidwoord wil het zeggen: dit boek gaat over de koffer. Niet een koffer, nee, over de koffer. De koffer namelijk waar in de titel sprake van is.
Het is met andere woorden in het Nederlands – door dwang tot kiezen voor ‘de’ of ‘een’ – een beschrijvende titel geworden, en zelfs een enigszins sturende titel.
Het verraadt de inhoud.
Is een titel daar dan niet voor?
Nee, die is daar niet voor.
Een titel is een genre op zich. Waarbij het brengen van esthetisch plezier net zo goed telt.
Niet voor niets houden alle schrijvers lange lijsten bij met titels van ongeschreven, nog te schrijven boeken.
Een titel moet nieuwsgierig maken, niet die nieuwsgierigheid in de kiem smoren. En dat laatste doet De koffer. Je weet meteen wat voor vlees je in de koffer hebt. Het is niet meer dan een etiket. Wat erop staat zit erin. Geen verrassingen hiero, mensen. Hier is niets te zien. Doorlopen maar, naar de volgende plank met onaansprekende titels.
Terwijl Koffer de mogelijkheden openlaat. Koffer is een titel die niet meer en niet minder pretendeert te zijn dan een titel. Hij verklapt niets. Het is een titel die het genre eer aandoet.
Met andere woorden: lidwoord niet nodig.
Het kan ook omgekeerd. Dat het lidwoord wel nodig is. Een dagboek noem je Dagboek. Maar een roman over een dagboek zal Het dagboek heten, en niet Dagboek.
Hoewel dat laatste ook wel voor heilzame verwarring kan zorgen.
‘Eenmaal opengeslagen, wie schetst mijn verbazing? Is het helemaal geen dagboek! Is het troe kraaim!’
Het dagboek van Anne Frank is een foute titel. Want die titel impliceert dat het over een dagboek gáát, en niet dat het een dagboek ís. Dagboek van Anne Frank klopt dan weer wel.
Ik wilde net in de pen klimmen om de uitgever van Anne Franks dagboek hierover aan de m/v oren te trekken, toen ik zag dat het boek helemaal niet Het dagboek heet, maar Het achterhuis.
Wat nog vreemder is, voor een dagboek. Is het dan toch geen dagboek, maar fictie? Wat complotdenkers beweren?
Had het eigenlijk ook Achterhuis kunnen heten, zonder lidwoord? – vraag ik me ineens af. Of ga je dan denken dat het de schrijver is? Huub Achterhuis, de oom van Huub Oosterhuis, die de oorlog nog meegemaakt heeft.
Genoeg daarvan.
Terug naar het Russisch.
Hoe begrijpen Russen die Koffer eigenlijk? Hun altijd lidwoordloze ‘Tsjemodan’? Want die hebben die nuance niet van ‘de’ en ‘een’.
Inderdaad. En juist daarom begrijpen ze van al mijn overwegingen geen moer.
Als ze het over een speciale koffer willen hebben, kunnen ze het equivalent van ‘die’ gebruiken, dat wel. Maar ‘de’ of ‘een’... Wat nou? Gewoon, koffer, wat is daar mis mee?
Inderdaad, wat is daar mis mee? Daarom kies ik mijn dovlatoviaanse titel ook maar lidwoordloos.
Domein dus, en niet Het domein.
Weer een heel lidwoord geschrapt. Ik schiet opper en opper.
Eigenlijk is het dus helemaal geen vertaalprobleem! Maar troe kraaim!
BeantwoordenVerwijderenNou het heeft me anders wel het hoofdbreken gekost...
BeantwoordenVerwijderen