476 Maartmaand Alicemaand – cultureel erfgoed

   Mijn vertaling – ik besef het maar al te goed – is een Noord-Nederlandse vertaling met Noord-Nederlandse zinswendingen en Noord-Nederlandse woorden en Noord-Nederlandse verwijzingen naar gezonken cultureel erfgoed.
   Mijn droom is nu om in 2030, als de perfide Belg twee eeuwen geleden jaar valselijk afgescheiden is en de Leo Belgica sindsdien op eigen houtje brult, na die 15 broederlijke jaren dat we één land één volk waren, ter viering daarvan, een Zuid-Nederlandse vertaling gebaseerd op de mijne uit te (laten) geven. Eerst moet natuurlijk een Vlaamse sensitivity reader mijn vertaling helemaal nakijken en strepen zetten overal waar zich een mogelijk Belgisch alternatief aandient, of waar het Noord-Nederlands al te schel en te schril en/of te bot is, of de Zuid-Nederlandse woordvolgorde afwijkt van de Noord-Nederlandse. Vlaanderen boppe! Seefhoek vooruit!
   In het onderstaande werp ik enige vermoedelijk Noordnederlandismen op waar ik heel graag een Zuidnederlands equivalent voor zou vinden.

30. fresh air

   Verwijzingen naar cultureel erfgoed zijn altijd leuk. Maar bij mij, geboortig en getogig van onder Eindhoven, is dat noodzakelijkerwijs Hollands cultureel erfgoed. Bijvoorbeeld als Alice in de Levende Bloemenhof ronddoolt en opmerkt dat de Rode Koningin zo gegroeid is sinds Alice haar uit de as in de open haard heeft gehaald, zegt de Roos:

“It’s the fresh air that does it,” said the Rose: “wonderfully fine air it is, out here.” (The Garden of Live Flowers, 139)
‘Dat is de frisse buitenlucht,’ zei de Roos, ‘een heerlijk frisse buitenlucht hebben we hier.’ (De levende bloemenhof, 136)

   Een heerlijk frisse buitenlucht hebben we hier – klinkt met opzet als iets van Wim T. Schippers (‘Wat een prachtige omgeving hebt u hier’ – ik herinner me het niet letterlijk meer). Die onderhuidse verwijzingen naar gezonken culturele gegevenheden zijn altijd leuk en zouden veel vaker toegepast moeten worden. Als je het niet merkt is er geen man overboord, als je het wel merkt is het alleen maar leuk. Gooi je hele erfgoed maar door de molen. Daarom ben ik ook erg voor een Vlaamse bewerking van mijn vertaling.

31. oh dear

   Alice spreekt zichzelf ook graag vermanend toe, zeker als er iets niet zo verstandigs uitkomt. Als ze zich voorstelt, lang als een uitgeschoven telescoop, dat ze schoenen moet sturen aan haar eigen voeten, roept ze uit:

Oh dear, what nonsense I’m talking! (The Pool of Tears, 17)
Nou ja zeg, wat een onzin sla ik uit! (Het tranendal, 19)

   ‘Nou ja zeg!’ heeft altijd iets mooi verongelijkts dat past bij jongedochteren van zo’n 7 à 9 jaar. Ik laat het de hoofdpersoon van mijn eigengeschreven verhalen over Lieke en haar bende ook vaak zeggen. Het tweede boek is zelfs zo getiteld: Nou ja zeg! Nieuwe avonturen van Lieke en haar bende. Maar zeggen Zuid-Nederlandse verongelijkte maskes dat ook? Of hebben die een andere uitdrukking waarmee ze aan hun onaangename verbazing uiting geven? Want dan moet ik dat stante pede opnoteren voor de Zuid-Nederlandse bewerking-in-bewerking.

32. make haste, make haste, make haste

   Nog zo’n stiekeme verwijzing of reminiscentie heb ik in de treincoupé waarmee Alice van het ene Veld naar het andere reist (van D2 naar D4):

“Don’t keep him waiting, child! Why, his time is worth a thousand pounds a minute!” (Looking-glass Insects, 146)
‘Maak voort, maak voort, maak voort! Zijn tijd alleen al is zijn gewicht in goud waard, kind!’ (Spiegelinsecten, 143)

‘Maak voort, maak voort, maak voort!’ Wie hoort de Herman van Veen-verwijzing niet? Ik zou er graag nog meer subliminale glimlach-opwekkers uit Noord en Zuid in verwerken. (Toekomstmuziek.)

33. why!

   Hier heb ik gelukkig wel een franco-belgische verwijzing kunnen implementeren. In dezelfde Levende Bloemenhof moest Alice met de Rode Koningin heel erg hard rennen om op dezelfde plek te blijven, hetgeen Alice zeer verbaast als ze uitgeput neerzinken op de grond:

“Why, I do believe we’ve been under this tree the whole time! Everything’s just as it was!” (The Garden of Live Flowers, 143)
‘Nou moe, volgens mij zijn we helemaal niet onder deze boom weg geweest! Alles is precies zoals het was!’ (De levende bloemenhof, 140)

   Vertaald naar het Franco-Belge zou de uitroep Why! voor de juiste interculturele bagage dan M’enfin! moeten worden.

34. tickets, please!

   Waar vraagt de Controleur der Heilige Spoorwegen in Belgiëland naar als hij of zij wil weten of je wel betaald hebt? In het Engels en Nederlands zo:

“Tickets, please!” said the Guard (Looking-glass Insects, 146)
‘Uw vervoersbewijzen, graag!’ zei de Conducteur (Spiegelinsecten, 143)

   Ergens in de jaren ’90 veranderden in Nederland plaatsbewijzen in vervoersbewijzen, toen overvolle treinen steeds vaker voorkwamen en een zitplaats niet langer gegarandeerd kon worden als je een kaartje had gekocht. Wat moet ik van tickets maken? Het neutrale kaartjes? Ik vind vervoersbewijzen wel een grappig woord, maar hoe heet het onder onze zuidelijke wingewesten?
   Idem dito: op blz. 170 wordt Alice door het breiende Schaap gevraagd ‘Wat had je gehad willen hebben?’ in ras-Nederlands winkeliersjargon. (Bij Carroll: ‘What is it you want to buy?’) Maar hoe zeggen ze het bezuiden de generaliteitslanden?

35. De Cheshire Cat

   Bij mij is de Cheshire Cat de Kat van Ome Willem geworden, die zo grijnst omdat hij net terug is van een zeven maanden durend verblijf in de Franse hoofdstad, zoals in 1968 werd bericht door Annie M.G. Schmidt voor het actualiteitenprogramma Ja Zuster, Nee Zuster:

De kat van Ome Willem is op reis geweest,
op reis geweest, op reis geweest,
De kat van Ome Willem is op reis geweest,
waar ging ie dan naar toe?
Hij is voor zeven maanden naar Parijs geweest,
Parijs geweest, Parijs geweest,
zodat ie nou alleen maar Franse kranten leest,
bonjour en voulez-vous

   Geen hond echter die dat roemrijk en roemrucht lied kent onder Chaam. Is er een Belgische kat, poes of kater die te verhapstukken valt en te gebruiken hiervoor? Uit een liedje, een uitdrukking, een folklore, een leeservaring, desnoods van heel vroeger?
   Ik legde dit voor aan een quorum Vlaamse mastervertalers: hoe zou jij de Cheshire Cat noemen, en ik kreeg de volgende namen toegestoken: Grijnzende Gerrit of Grijnzend Greetje of Grijnzende Minoes, Lachend Loesje, Spotpoes, Schaterkat, Grijnspoes, Lachsnoet, Grijnsnoet (‘Greinsnoet’ was een mooie geweest), Kattenkwater (die is niet slecht), Paspoes (die ook niet), Miss Poes (ligt een beetje voor de hand, maar vreemd genoeg nooit gedaan bij mijn weten) en Kakelende Kater, de laatste als enige met iets van Vlaamse, immers Suske & Wiske-allure.
   Het veld ligt nog open, lijkt mij. Ik zou het liefst iets hebben waarvan ze in Nederland met de oren staan te klapperen.

   (PS: een voorzetje voor Homptie Domptie zou kunnen zijn: ‘Homptie Domptie zat op z’n poep, Homtie Domptie viel op de stoep’ etc.)

   Historische noot. Het Noord- en Zuid-Nederlands hebben elkaar vaarwel gezegd in 1953 en zijn daarna steeds verder uit elkaar gedreven. Waarom 1953? Omdat dat het jaar was dat de eerste Suske en Wiske, te weten het album Bibbergoud, werd ‘vertaald’ van het Antwerps-Kempens in het Algemeen Beschoft Noord-Nederlands, terwijl de Vlaamse albums daarvoor vrijelijk op de Nederlandse markt werden gegooid. Een ramp! Een verlies! Ik heb enig onderzoek naar de materie gedaan, en een lijst aangelegd wat wij in Noord-Nederland alleen al in dit ene album moesten missen, na te lezen in blog 130, De verhollandsing van Bibbergoud, het laatste van het vierluik over die historische gemiste kans: eerdere blogs waren 116, 128 en 129. (Meer over Noord- en Zuid-Nederlands: zie onder Vlaams in het register, blog 345.)
   Eeuwig jammer! Voor Noord-Nederlanders maar ook het zuiden zit nu met de gebakken peren, want omdat al deze woorden en uitdrukkingen niet langs natuurlijke weg in het noordelijk spraakgebruik zijn doorgedrongen, worden ze nu op redacties van uitgeverijen in beide landen, aan beide kanten van de grens, met rood potlood doorgehaald. Met onherroepelijk uitsterven tot gevolg.

   Tenzij! Tenzij wij daar wat aan doen. Het is een plicht van de vertaler om de hele woorden- en taalschat aan te spreken, al het gezonken of nog drijvende cultuurgoed mee te nemen. Niet alleen in een vertaling van Alice in Wonderland maar van alle kinderboeken en alle grotemensenboeken. Vertalers moeten veel meer van hun eigen kracht uitgaan. Ze moeten ongelimiteerd uit eigen bron mogen putten, ongehinderd door zeikerige redacteuren die zeggen dat iets benoorden de grote riolen niet begrepen zal worden. Want a) meestal is dat flauwekul, de context is vaak afdoende, en b) wat dan nog. Dan steek je nog eens wat op als lezer.

   Inmiddels is daar nog een argument bijgekomen: als vertalers niet stoppen met het robotvertalen à la Nicolaas Matsier en niet als de wiedeweerga alle creativiteit die ze hebben uit de kast trekken, neemt de AI hun werk over, net zo makkelijk.
_____

Het Gents-Antwerpse mastervertalerspaneel bestond uit Anaïs de Geyseleer, Magali Pittoors, Lore Vanormelingen, Kenza Mattelin, Ellen Struelens en Amailya Willaert, onder bezielende leiding van prof. dr. Elke Brems. Dank! Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)

470 Maartmaand Alicemaand – engelsismen

469 Maartmaand Alicemaand – erratum op erratum

472 Maartmaand Alicemaand – vrijheden

475 Maartmaand Alicemaand – overig

471 Maartmaand Alicemaand – tegen de regels

474 Maartmaand Alicemaand – kiezen

473 Maartmaand Alicemaand – op woordniveau

477 Droom altijd met je ogen dicht