25 Big-big Saucepan

   Een raadselversje. Goeie antwoorden zijn ook: ‘het heelal’, en ‘alles wat er te groot voor is’.
   Ik wilde dat het antwoord ‘de pan zelf’ was. Maar ‘het deksel’ kan natuurlijk ook, want een deskel op een pan past er uit de aard der zaak niet in. Omdat ik dat antwoord niet goed wilde rekenen, heb ik er expliciet bijgezet dat de deksel er ook in past, wat enigszins paradoxaal is.
   Het doet een beetje denken aan een paradox die Bertrand Russell (geloof ik) ergens opwerpt. Past de verzameling van verzamelingen die niet in verzamelingen passen wel of niet in een verzameling?
   Affijn, iets om kinderen goed gek mee te maken, dacht ik.
   Marga van den Heuvel heeft heel precies geïllustreerd wat er volgens de tekst allemaal past in de pan. Van de hogesnelheidstreinen tot de Euromast. Plus nog een heleboel personages en dingsigheden die optreden en voorkomen in andere gedichten in Jij met mij, en ook in gedichten die we een half jaar lang dagelijks publiceerden op de website stormenderland.nl. En nog hier en daar particuliere dingen, zoals de eerste druk van Ulysses.
   Wat wel vreemd is, want Ulysses is net als Finnegans Wake feitelijk oncategoriseerbaar. En past nergens in. Dus ook niet in de pan. Maar soit.
   Bij de vertaling van dit gedicht moest ik wel van de tekeningen afwijken. Wat geen probleem was, want alles paste toch in de pan. Vandaar de Eiffeltoren en de London Bridge.
   Waarschijnlijk komt de inspiratie voor het versje van heel ver terug in de tijd. Woordspelenaar en mede-Platforumredacteur Frans Bakker (van Texel) herinnerde zich dat zijn allereerste taalgrap – toen hij nog duckie-duckie klein was – ook zoiets was. Je had toen de reclame ‘Alles wat je ziet, hup, in de Indesit’. Zo heette de eerste vaatwasser, die toen nog volautomatische afwasmachine heette. En Frans bedacht toen, vertelde hij, samen met zijn broertje Hans wat er dan wel allemaal in kon: de boerderij in de Indesit, het bankstel in de Indesit, hondje Buffie in de Indesit, mama in de Indesit. Alles in de Indesit!
   Dat moet op de een of andere manier bij mij zijn blijven hangen.
   Mijn eigen eerste woordspeling herinner ik me ook nog. Mijn eerste bewuste bedoel ik. Het was op basisschool De Bolster, in Geldrop. Meester Plantinga vertelde een grap: dat de treinen in Eindhoven het slecht deden. Want er stond op het perronbord: ‘Deze trein stopt niet te Best.’ Waarop ik meteen zei – en hoe ik erop kwam, ik zou het niet weten – ‘Maar Hapert wel’. (Hapert is een stationloos dorp in de buurt.)
   Het gekke was, dat de meester het niet leuk leek te vinden, al kon je dat door zijn woeste baard niet goed zien. Misschien vond hij me een spelbreker? Misschien dacht hij dat ik de mop al kende en ook de uitbreiding ervan? Maar dat was niet zo. Het kwam gewoon bij me op.
   Of had ik hem toch al ergens gehoord en opgeslagen?

Reacties

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 'Hapert!' (*proest het uit*). Zo'n 'pvc-gun' kan trouwens behoorlijk serieuze vormen aannemen, als ik het interweb mag geloven. Is iets als 'peashooter' misschien passender (*proest het opnieuw uit*) hier?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Kleine jongens houden wel van gevaarlijk, toch?
    Erg leuke versjes, vinnik (ook die andere, ik ga het niet elke keer zeggen).

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hoe gevaarlijker hoe beter! Je moet die dingen zelf maken, in de winkel kopen telt niet, dan heeft het automatisch afgedaan. Pijltjes, en van die witte kletsbessen erin en scherpschuttend op guerillaoorlog!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

378 AI is op de mars

373 Nacht, trottoir – als a-tal

372 Nacht, straat, straatlantaarn, apotheek

374 Nacht, trottoir – als sonnet

377 Verkeerde benen

371 Pak aan, nageslacht! — Interview met Anatoli Mariëngof

375 Nacht, trottoir – als Herman Gorter

370 Koning Bub

376 Delina Delaney, hoofdstuk II