28 Klutsen

   Een Amsterdamse achterbuurman gebruikt zijn balkon graag om te timmeren en te schuren en te zagen. Uren dagen maanden achtereen. Het lijkt wel of hij voor zijn hele familie meubilair aan het repareren is. Ik vroeg hem een keer waarom hij geen werkplaats opent als zijn timmermansbedrijf zo goed loopt. Maar nee, het was geen bedrijf, zei hij, hij was enkel en alleen aan het ‘klutsen’ – en hij beriep zich daarvoor op zijn goed Amsterdams balkonrecht, zoals neergelegd in de Ongeschreven Regels van de stad.
   Ik kluts ook.
   Vaak is het het eerste wat ik doe als ik nonfictie uit het Engels vertaal.
   Nonfictie is vaak gericht op soepele informatieoverdracht. In een stijl die niet afleidt van waar het om gaat. (Namelijk die soepele informatieoverdracht.) Vandaar dat de meeste nonfictie bedoeld is om vlot leesbaar te zijn.
   Dat is natuurlijk verneukeratief. Ik las ooit een boekje over natuurkunde van Isaac Asimov. Die legt alles zo goed uit dat ik het moeiteloos snapte. Maar toen ik het uit had, besefte ik dat ik geen steek wijzer was geworden. Alle informatie was er even snel weer uitgelopen als die er was ingegoten.
   En dan nog. ‘Ik ken geen zwaardere lectuur dan de lichte.’ (Kraus gezegd.)
   In het Engels staan alle zinsdelen op plekken die je in het Nederlands niet verwacht. Tijdsbepalingen, plaatsbepalingen, andere bepalingen van hoedanigheid, zelfs bijvoeglijke naamwoorden in opsommingen – ze staan er standaard ergens anders dan wij hier in Nederland gewend zijn.
   Daarom is klutsen vaak het eerste wat ik doe bij het vertalen. Zonder de zin zelfs maar uit te lezen of helemaal te begrijpen. Prioriteit één: de volgorde veranderen. Dat werkt goed voor het loslaten van het origineel, zolang je dat origineel niet helemaal uit het oog verliest. Maar daar is overlezen voor.
   Ik geef een voorbeeld. Een voorbeeld zonder al te veel dwalende bepalingen, uit hetzelfde boerenzwaluwboek van Moss dat al eerder is langsgekomen.

      In 1996, towards the end of a distinguished career as a field ornithologist spanning more than seven decades, Alexander Skutch wrote a fascinating book, The Minds of Birds.

Letterlijk, woord voor woord, als je moe bent en je sleept je voort en je ziet of hoort niet meer wat er gezegd wordt, zou je vertalen wat er staat, zo:

      In 1996, tegen het eind van een illustere loopbaan als veldornitholoog die meer dan zeven decennia omspande, schreef Alexander Skutch een fascinerend boek, The Mind of Birds (Hoe vogels denken).

En zo wordt er een heleboel vertaald. Maar echt lekker Nederlands is het niet.
   Als ik de Engelse zin begin te lezen, zoek ik automatisch naar het onderwerp om te kijken of ik onderweg een bepaling tegenkom waarmee ik wel kan beginnen. Dat blijkt het geval te zijn. Omdat beginnen met ‘In 1996, tegen het eind’ etc heel krukkig is (en krukkigheid vermeden mag worden waar het geen opzet is), begin ik met ‘Tegen het eind’ etc, en kluts ik als vanzelf tot iets als dit:

      Tegen het eind van een illustere, meer dan zeven decennia omspannende loopbaan als veldornitholoog schreef Alexander Skutch in 1996 een fascinerend boek, The Minds of Birds (Hoe vogels denken).

Ik doe dat automatisch. Ik denk er niet eens meer over na of je de zin ook kan laten staan in de Engelse volgorde. Lijd ik aan beroepsdeformatie?
   Jeanne Holierhoek merkte ooit op dat stroomlijnen, elementen samenvoegen of ze implicieter weergeven een van de grootste verleidingen is waar ervaren vertalers aan blootstaan. Ze vraagt zich af (en geeft met de vraag – heel knap – meteen al het antwoord) hoe ver je daarin mag gaan zonder de toon van het origineel aan te tasten.
   Maurice Friedberg schetst een nog grimmiger toekomstbeeld. Na vele jaren van taal A in taal B te hebben vertaald, ontwikkelen vertalers rechtstreekse associaties tussen taaleenheden uit taal A en taal B, die vervolgens inslijten en tot clichés verstenen, waardoor de stilistische verschillen tussen teksten niet langer gehonoreerd worden en alle teksten op elkaar gaan lijken.
   Het is goed je die gevaren te realiseren. Zelfs als het om onschuldige nonfictie gaat.

_____
   Verwijzingen. De afbeelding komt uit een met plakband hier en daar gerepareerd, zwaar gebruikt exemplaar van Zien is kennen, Zakdetermineerboek van alle in Nederland voorkomende vogels, door Nol Binsbergen en Mr. D. Mooij, met oorspronkelijke teekeningen naar de natuur door Rein Stuurman, A.G. Schoonderbeek, Laren, tweede druk, zonder jaar, maar de schutbladen vermelden het jaar 1942 alsmede aanwijzingen omtrent de jonge vogelliefhebber in kwestie (mijn vader), zie de afbeelding hieronder. Het citaat van Moss komt uit The Swallow, blz. 116. The Swallow kwam eerder ter sprake in deze blog, viermaal, hier en de drie daarna. Jeanne Holierhoek krabde zich op het achterhoofd in het tijdschrift Filter van 2002, hier. Maurice Friedbergs onheilspellende woorden komen uit Literary Translation in Russia, A Cultural History, The Pennsylvania State University Press, University Park, Pennsylvania, 1997, blz. 190.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

440 Voor spek en bonen

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

445 Frederik de wrederik gecloseread

448 Wreede Piet