66 Zelfportret van de titel als vertaalprobleem

   Een zelfportret in de schilderkunst heet in het Engels ‘a portrait of the artist’. ‘A portrait of the artist as a young man’ is dan ook doodgewoon ‘zelfportret als jongeman’.
   Waarom hebben jullie mij dan niet zo vertaald? Waarom hebben jullie de titel van Joyce z’n Bildungsroman uit 1916, A Portrait of the Artist as a Young Man dan niet vertaald als Zelfportret als jongeman maar als Zelfportret van de kunstenaar als jonge man? Nou? Hè? Vertel op. Biecht op. Beken!

   Er zijn verklaringen vooraf en er zijn verklaringen achteraf. De verklaringen vooraf zijn de overwegingen die hebben geleid tot. De verklaringen achteraf zijn de dingen die mooi meegenomen zijn bij.
   A Portrait of the Artist as a Young Man werd begin jaren twintig in het Frans vertaald door Ludmila Savitzky met enige redactionele medewerking van de auteur. Nou ja, medewerking, eerder tegenwerking. Joyce kwam met het weinig behulpzame voorstel om alle voornamen te verfransen en van Stephen (Dedalus) Etienne te maken. Savitzky antwoordde: ‘En dan ook Jacques Joyce?’ Waarop Joyce antwoordde: ‘Natuurlijk, waarom niet?’ maar verder niet aandrong. Savitzky vertaalde de titel als Dedalus, met als ondertitel Portrait de l’artiste par lui-même. Die ondertitel, had Joyce onderzocht, was de manier waarop in de Parijse musea zelfportretten werden genoemd. Hij vond de Franse titel zo goed dat hij naderhand aan zijn boek begon te refereren als Dedalus, in plaats van de eerdere, wat omslachtige oudgriekse toverspreuk APOTAAAYM te gebruiken in zijn brieven.
   Als je de titel vertaalt als het ultrakorte Zelfportret als jongeman, verlies je om te beginnen het hele ongerijmde van een geschreven kunstwerk dat als beeldend kunstwerk wordt gepresenteerd, een boek dat als geschilderd portret wordt geafficheerd, van de hand van een artist. Hoeveel geschilderde zelfportretten zijn er die ‘Bildungsroman’ heten?
   Bovendien was Joyce gehecht aan het woord ‘artist’ in de titel. De Spaanse vertaler, Dámaso Alonso, legde Joyce in 1925 een lijstje met vertaalvragen voor, en vroeg ook advies voor de titel. Joyce vroeg hem: ‘Wat is de gebruikelijke naam voor zelfportretten in de jeugd gemaakt die in de catalogus van uw Spaanse schilderijenmusea wordt gebruikt? Het woord ‘autoritrato’ lijkt me een schilderij onvoldoende te beschrijven.’ De Spaanse titel werd aldus El Artista adolescente (retrato).
   De eerste Nederlandse vertaling, van Max Schuchart uit 1962 heette Het portret van de jonge kunstenaar. De tweede, van Gerardine Franken en Leo Knuth uit 1972, Een portret van de kunstenaar als jongeman. Beide verliezen de standaard manier om geschilderde zelfportretten te benoemen in het Nederlands, namelijk met het woord ‘zelfportret’. En dat is jammer.
   Het lijkt erop of je de keus moet maken: of je verliest het ‘zelf’ in ‘zelfportret’ of je verliest de ‘kunstenaar’.
   Of je maakt van je vertalerskrukken vliegende dolken waarmee je je koek én houdt én eet. Waarmee je winst kan sleuren uit de kaken van verlies. Door liever iets over te vertalen dan gedwongen worden tot jammerlijke ondervertaling en verminking van de muziek van de Joyceaanse woorden.
   Nog wat kleine cosmetische aanpassingen – het lidwoord schrapten we, als anglicisme, en we splitsten ‘jonge’ en ‘man’ omdat een ‘jongeman’ toch echt wat anders is dan een ‘jonge man’ – voilà. Zelfportret van de kunstenaar als jonge man.
   Vandaar.
   Tot zover de verklaringen vooraf.

____
   Verwijzingen. Ludmila Savitzky over de vertaalgeschiedenis: als woord vooraf bij haar vertaling, Folio, 1974. Een redacteur op de Franse uitgeverij had in alle ernst eerst voorgesteld om de vertaling Un oiseau va sortir te noemen, omdat kinderen ook ‘naar het vogeltje’ moeten kijken als de fotograaf hun portret maakt. Zie ook de correspondentie van Joyce deesaangaande in Letters I en III, Faber & Faber. Joyce’ brief van 31 oktober 1925 aan zijn Spaanse vertaler staat in Letters III, p. 128-130. De afgebeelde kaft hieronder is niet de uiteindelijke geworden. En ik begin me af te vragen: is het Joyce wel? Of haalde hij in Parijs in december 1902 een geintje uit en stuurde hij zijn familie en Dublinse vrienden Byrne en Cosgrave een foto-ansicht van een ander, in drievoud opgeduikeld op een Seine-kaai? Had hij wel geld om zo’n rimbaldesk staatsieportret van zijn tenvoetenuit te laten schieten? De ‘photo-cartes’ werden gemaakt, staat op de voorkant, op de boulevard Poissonière, en er staat ook een stempel op van het Hôtel Corneille, waar Joyce verbleef. Dus ja, ondanks de dubieuze gelijkenis zal het hem wel zijn. (Zie Letters II, p. 20, 22, afbeelding na p. 32 en p. 41n2.)

Reacties

  1. 'A' is meer dan een anglicisme, dunkt mij; het benadruktde ironische spanning tussen Stephen Dedalus en James Joyce (altijd zo'n fijn struikelblok, dat al helemaal hoog wordt als de niet-selfie van Joyce het omslag siert; meer over die kaart trouwens in Flynn, JJ and the matter of Paris). Bewijs uit het tegenvoorbeeld: daarom is die 'Het' van Schuchart zo misplaatst.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. A ja, natuurlijk, Catherine Flynn, The Matter of Paris, heel goed boek! Over de fotoansicht (bl. 19): Joyce "poses uncertainly in Rive Gauche clothes, turned slightly away and on the back foot". Over het onbepaalde lidwoord: akkoord, ironische spanning, maar "Een zelfportret van de kunstenaar als jonge man" is wellicht nog al te overoververtaalder dan wat er nu staat. "A Portrait", meen ik, klinkt net iets minder ongelukkig dan "Een zelfportret".

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Met "Een" wordt het inderdaad wel een hele mond vol in het Nederlands. Toch is, als altijd een alles bij onze goede vriend Shem, die "A" niet te versmaden; het gaat om één van de vele mogelijke zelfportretten van de enzovoort die hier wordt geschilderd en dan is er nog de connectie met de "O"(mega) van "Once", de ovo ab dewelke de kleine Stephen via zijn vaders verhaaltje op de wereld wordt gezet.
    A way

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

448 Wreede Piet

445 Frederik de wrederik gecloseread

440 Voor spek en bonen