60 Alle gelukkige gezinnen komen in drieën
We moeten alle zeilen bijzetten en de hersens laten kraken. Het wetenschappelijk aanpakken. Onweerlegbaar, herhaalbaar en falsificeerbaar maken. Met spijkerharde criteria voor waarom we het een het een noemen en het ander het ander.
Ik heb de volgende onderverdeling gemaakt. Ik wilde schrijven onderdeling, wat wel zo leuk is. Onderdeling dus, in de volgende onderdelen.
De vertalingen van de eerste regel heb je in drie verschillende smaken:
1) De spreekwoordelijke, die meestal kort en krachtig zijn en waarvan een bepaalde noodzakelijkheid in de manier van zeggen uitgaat;
2) De verhalende, waarvan het lijkt of ze in het verhaal zijn opgenomen;
3) De betogende, die de regel beschouwen als een abusievelijk aan het begin geplaatste conclusie, of een soort abstract aan het begin van een wetenschappelijk artikel, opdat je niet alles hoeft te lezen voor je erachter komt dat het je geen hol interesseert.
Dat klinkt nog, eh, vrij subjectief, professor. Type nattevingerwerk. Hoe uiten de verschillen zich, zeg maar, iets concreter?
De spreekwoordelijke pik je er eigenlijk zo tussenuit. Ze zijn asyndetisch, zonder ‘en’ of ‘maar’ maar met een punt of een puntkomma, ze hebben de herhaling van zinsdelen en de ritmiek van een spreekwoord. Ze drukken zich zo beknopt en beknachtig mogelijk uit en dulden geen tegenspraak. Apo dixi, punctum uitum.
Het onderscheid tussen ‘verhalende’ en ‘betogende’ vertalingen is wat lastiger, subtieler.
Verhalende vertalingen zijn vaak met een ‘en’ of ‘maar’ samengesteld, syndetisch dus. Ze klinken niet als een conclusie, wat betogende vertalingen wel doen. Verhalende vertalingen van de eerste regel zouden kunnen eindigen met een dubbele punt, om aan te geven dat de regel opgenomen is in het verhaal en dat wat volgt uitleg is. Of je kunt erachter denken: ‘En zo kwam het, lieve lezer, dat...’ etc.
Betogende vertalingen daarentegen klinken als een slotconclusie die aan het begin in plaats van aan het eind staat. Er zou “En daarom, beste mensen:” voor kunnen staan, of ‘Concluderend:’. Ze zijn soms syndetisch, soms asyndetisch. Het verschil met de spreekwoordelijke vertalingen is dat die laatste losgezongen zijn van de context, terwijl de betogende weliswaar stellig zijn, maar de ritmiek missen.
Misschien dat voorbeelden het wat beter zeggen.
Spreekwoordelijk is: ‘All happy families are alike; each unhappy family is unhappy in its own way. (Pevear en Volokhonsky 2000)
Spreekwoordelijk is ook: ‘Happy families are all alike; every unhappy family is unhappy in its own way.’ (Garnett 1901, Guerney 1951, Carmichael 1960)
Spreekwoordelijk is echter niet: ‘All happy families resemble one another, but each unhappy family is unhappy in its own way.’ (Greenwood, 1990).
Die laatste zou ik eerder verhalend willen noemen. Door het ‘but’ met de komma wordt de mededeling als het ware opgenomen in het verhaal.
Dat geldt dan weer niet voor de Engelse vertaling die ik onder de betogende reken: ‘All happy families are alike but an unhappy family is unhappy after its own fashion.’ (Edmonds 1954)
Voor die regel zou je ‘Conclusie:’ kunnen plaatsen, misschien nog het meest vanwege de afwezigheid van een komma voor ‘but’.
Van de achtentwintig vertalingen reken ik er zes tot de spreekwoordelijke (4, 5, 6, 9, 19 en 22), drie Engelse, twee Franse en één Duitse. Feitelijk maar vier, want de drie Engelse zijn identiek, op de verwisseling van ‘each’ voor ‘every’ na in de meest recente vertaling.
Verhalend zijn er in mijn ogen elf (1, 2, 3, 11, 14, 20, 21, 22, 26, 27 en 28). Ook die van Hans Boland is eerder verhalend dan betogend of spreekwoordelijk: ‘Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar, maar een ongelukkig gezin is dat altijd op zijn eigen manier.’ (Boland 2017) Door het ‘alle’ in ‘allemaal’ te veranderen maakt Boland de regel iets spreektaliger en daarmee verhalender, vloeiender, meer opgenomen in een groter verband of geheel, praatgrager. Meer alsof er iets aan voorafgaat en op volgt, verhalenderwijs.
Betogend zijn twaalf vertalingen opgesteld (7, 8, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 23 en 25). Bijvoorbeeld deze: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ (Reedijk 1990) Die is weliswaar asyndetisch, maar mist de spreekwoordelijke kracht. Weer zou je er ‘Concluderend:’ voor kunnen zetten, maar je zou er geen dubbele punt achter kunnen zetten, of een komma en dan ‘en zo kwam het, lieve lezer, dat...’ en dan vervolgen met het verhaal.
Wat de tien Nederlandse vertalingen betreft kom ik dan tot de volgende score. Over welk citaat in welke categorie thuishoort valt te twisten, maar niet dat er uiteenlopende visies bestaan over wat die eerste regel precies wil.
spreekwoordelijk:
[geen]
verhalend:
1. Alle gelukkige families hebben een zekere overeenkomst. Daarentegen is iedere ongelukkige familie op een eigen manier ongelukkig. (NN, plm. 1930)
2. Het geluk van den een lijkt op dat van den ander, maar ieder ongeluk heeft zijn eigen bijzonder karakter. (NN, 1938)
3. Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar, maar een ongelukkig gezin is dat altijd op zijn eigen manier. (Hans Boland, 2017)
14. Het ene geluk lijkt altijd op het andere, maar elk ongeluk heeft zijn eigen kenmerken. (Halbo C. Kool, 1948)
26. Gelukkige families lijken op elkaar, maar ongeluk wordt door allen op eigen wijze gedragen. (A.M. Wasiltsjikow, 1960)
betogend:
7. Gelukkige huisgezinnen zijn elkander gelijk; ieder ongelukkig gezin is daarentegen op bizondere wijze ongelukkig. (Peter Duys, 1887)
13. Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze. (Wils Huisman, 1965)
15. Het geluk van de een lijkt op dat van de ander, maar ieder ongeluk heeft zijn eigen bijzonder karakter. (Jacob Leclée, 1947)
18. In het geluk van verschillende menschen kan men bijna altijd eenige overeenkomst vinden. Daarentegen draagt ieders leed een afzonderlijk karakter. (J.L. van der Moer, 1913)
23. Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze. (Lourens Reedijk, 1990)
Een ultieme vertaling van de eerste regel is sowieso al niet mogelijk omdat het openingsschot op drie verschillende manieren te interpreteren valt, en het maar helemaal de vraag is waar de vertalersvoorkeur naar uitgaat. Vind je een verhalende oplossing beter? Dan zoek je daarnaar. Denk je toch dat het eerder een samenvatting van het boek is? Dan ga je voor betogend. Beschouw je het als een Fremdkörper, een uit de ruimte gevallen citaat, enigszins losgezongen van de rest van het boek? Dan moet je naar iets spreekwoordelijks op zoek.
Was het maar zo simpel als Hans Boland beweert, die het een kwestie van ‘goed Nederlands’ noemt. Ten eerste ligt het dus ook aan de interpretatie, ten tweede zijn er wel meer soorten goed Nederlands dan het Bolandse en ten derde is slecht Nederlands soms ook niet te versmaden en zelfs geboden.
Bij nacht zijn alle katjes grauw, maar niet alle wegen leiden naar Rome. Immers: alle baksels en brouwsels vallen niet gelijk uit en alle schoten zijn geen eendvogels. Er zijn genoeg klinkende en typisch Nederlandse spreekwoorden met ‘alle’ en ‘al’ te vinden (vergelijk ook Alle mannen moeten dood van Jeroen van Merwijk), maar – dat voelt Boland goed aan – constructies met ‘allemaal’ zijn verhalender en rustiger.
Voor het Nederlandse taalgebied ontbreekt mijns inziens dus nog een spreekwoordelijke vertaling. Je zou kunnen denken aan:
‘Gelukkige gezinnen lijken op elkaar, ongelukkige zijn het elk op hun manier.’
‘Gelukkige zinnen zijn allemaal hetzelfde, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op z’n eigen manier.’ (stelden Erik en ik, heel voorzichtig, in 2007 voor)
‘Gelukkige gezinnen zijn allemaal hetzelfde, ongelukkige allemaal anders.’ (nog meer verlost uit het knellende keurslijf van het origineel)
‘Gelukkige gezinnen zijn identiek. Ongelukkige uniek.’ (zonder enig ‘alle’, ‘elk’ of ‘allemaal’, het kan!)
‘Elk gelukkig gezin is eender, elk ongelukkig gezin weer anders.’ (alleen als je Tolstoj bent en niet bang om het heel particulier te zeggen)
____
Verwijzingen. Boland schrijft over de eerste regel in Hij kan me de bout hachelen met zijn vorstendommetje. Over Anna Karenina en de kunst van het vertalen, Pegasus, 2017, op blz. 78:
“Het verraderlijkst voor de vertaler zijn de simpele dingen, want goed Nederlands zit in een klein hoekje, waar het gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien.
“Beide Nederlandse vertalingen die sinds jaar en dag in de handel zijn openen de roman met: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar.’ Dat ‘staat’ er namelijk in het Russisch. Maar negen van de tien Nederlanders die geen weet hebben van dat Russisch zouden zeggen : ‘Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar.’ Dat klinkt namelijk net iets minder apodictisch: wie beweert dat ‘Russen allemaal zuiplappen’ zijn maakt zich aan een minder ernstige generalisatie schuldig dan wanneer hij zou verklaren dat ‘alle Russen zuiplappen’ zijn. De constructie met ‘allemaal’ is typisch Nederlands.”
Alle mannen moeten dood van Jeroen van Merwijk, zie hier.
PS 25 juni 2021. In een ladenkast in het Franse Tournedos-sur-Seine vond ik nog een negenentwintigste vertaling, die van Vladimir Soukhomline, uitgegeven in Parijs in 1948 door de Librairie Gründ. Volgens de inleider Vladimir Boukhine is het de twaalfde Franse vertaling, dus ik heb nog wat te zoeken als ik volledig wil zijn. De eerste zin luidt: ‘Toutes les familles malheureuses se ressemblent, chaque famille malheureuse est malheureuse à sa façon.’ Spreekwoordelijk? Verhalend? Betogend? De tweede zin luidt: ‘La confusion régnait dans la maison des Oblonski.’
Ik heb de volgende onderverdeling gemaakt. Ik wilde schrijven onderdeling, wat wel zo leuk is. Onderdeling dus, in de volgende onderdelen.
De vertalingen van de eerste regel heb je in drie verschillende smaken:
1) De spreekwoordelijke, die meestal kort en krachtig zijn en waarvan een bepaalde noodzakelijkheid in de manier van zeggen uitgaat;
2) De verhalende, waarvan het lijkt of ze in het verhaal zijn opgenomen;
3) De betogende, die de regel beschouwen als een abusievelijk aan het begin geplaatste conclusie, of een soort abstract aan het begin van een wetenschappelijk artikel, opdat je niet alles hoeft te lezen voor je erachter komt dat het je geen hol interesseert.
Dat klinkt nog, eh, vrij subjectief, professor. Type nattevingerwerk. Hoe uiten de verschillen zich, zeg maar, iets concreter?
De spreekwoordelijke pik je er eigenlijk zo tussenuit. Ze zijn asyndetisch, zonder ‘en’ of ‘maar’ maar met een punt of een puntkomma, ze hebben de herhaling van zinsdelen en de ritmiek van een spreekwoord. Ze drukken zich zo beknopt en beknachtig mogelijk uit en dulden geen tegenspraak. Apo dixi, punctum uitum.
Het onderscheid tussen ‘verhalende’ en ‘betogende’ vertalingen is wat lastiger, subtieler.
Verhalende vertalingen zijn vaak met een ‘en’ of ‘maar’ samengesteld, syndetisch dus. Ze klinken niet als een conclusie, wat betogende vertalingen wel doen. Verhalende vertalingen van de eerste regel zouden kunnen eindigen met een dubbele punt, om aan te geven dat de regel opgenomen is in het verhaal en dat wat volgt uitleg is. Of je kunt erachter denken: ‘En zo kwam het, lieve lezer, dat...’ etc.
Betogende vertalingen daarentegen klinken als een slotconclusie die aan het begin in plaats van aan het eind staat. Er zou “En daarom, beste mensen:” voor kunnen staan, of ‘Concluderend:’. Ze zijn soms syndetisch, soms asyndetisch. Het verschil met de spreekwoordelijke vertalingen is dat die laatste losgezongen zijn van de context, terwijl de betogende weliswaar stellig zijn, maar de ritmiek missen.
Misschien dat voorbeelden het wat beter zeggen.
Spreekwoordelijk is: ‘All happy families are alike; each unhappy family is unhappy in its own way. (Pevear en Volokhonsky 2000)
Spreekwoordelijk is ook: ‘Happy families are all alike; every unhappy family is unhappy in its own way.’ (Garnett 1901, Guerney 1951, Carmichael 1960)
Spreekwoordelijk is echter niet: ‘All happy families resemble one another, but each unhappy family is unhappy in its own way.’ (Greenwood, 1990).
Die laatste zou ik eerder verhalend willen noemen. Door het ‘but’ met de komma wordt de mededeling als het ware opgenomen in het verhaal.
Dat geldt dan weer niet voor de Engelse vertaling die ik onder de betogende reken: ‘All happy families are alike but an unhappy family is unhappy after its own fashion.’ (Edmonds 1954)
Voor die regel zou je ‘Conclusie:’ kunnen plaatsen, misschien nog het meest vanwege de afwezigheid van een komma voor ‘but’.
Van de achtentwintig vertalingen reken ik er zes tot de spreekwoordelijke (4, 5, 6, 9, 19 en 22), drie Engelse, twee Franse en één Duitse. Feitelijk maar vier, want de drie Engelse zijn identiek, op de verwisseling van ‘each’ voor ‘every’ na in de meest recente vertaling.
Verhalend zijn er in mijn ogen elf (1, 2, 3, 11, 14, 20, 21, 22, 26, 27 en 28). Ook die van Hans Boland is eerder verhalend dan betogend of spreekwoordelijk: ‘Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar, maar een ongelukkig gezin is dat altijd op zijn eigen manier.’ (Boland 2017) Door het ‘alle’ in ‘allemaal’ te veranderen maakt Boland de regel iets spreektaliger en daarmee verhalender, vloeiender, meer opgenomen in een groter verband of geheel, praatgrager. Meer alsof er iets aan voorafgaat en op volgt, verhalenderwijs.
Betogend zijn twaalf vertalingen opgesteld (7, 8, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 23 en 25). Bijvoorbeeld deze: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ (Reedijk 1990) Die is weliswaar asyndetisch, maar mist de spreekwoordelijke kracht. Weer zou je er ‘Concluderend:’ voor kunnen zetten, maar je zou er geen dubbele punt achter kunnen zetten, of een komma en dan ‘en zo kwam het, lieve lezer, dat...’ en dan vervolgen met het verhaal.
Wat de tien Nederlandse vertalingen betreft kom ik dan tot de volgende score. Over welk citaat in welke categorie thuishoort valt te twisten, maar niet dat er uiteenlopende visies bestaan over wat die eerste regel precies wil.
spreekwoordelijk:
[geen]
verhalend:
1. Alle gelukkige families hebben een zekere overeenkomst. Daarentegen is iedere ongelukkige familie op een eigen manier ongelukkig. (NN, plm. 1930)
2. Het geluk van den een lijkt op dat van den ander, maar ieder ongeluk heeft zijn eigen bijzonder karakter. (NN, 1938)
3. Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar, maar een ongelukkig gezin is dat altijd op zijn eigen manier. (Hans Boland, 2017)
14. Het ene geluk lijkt altijd op het andere, maar elk ongeluk heeft zijn eigen kenmerken. (Halbo C. Kool, 1948)
26. Gelukkige families lijken op elkaar, maar ongeluk wordt door allen op eigen wijze gedragen. (A.M. Wasiltsjikow, 1960)
betogend:
7. Gelukkige huisgezinnen zijn elkander gelijk; ieder ongelukkig gezin is daarentegen op bizondere wijze ongelukkig. (Peter Duys, 1887)
13. Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze. (Wils Huisman, 1965)
15. Het geluk van de een lijkt op dat van de ander, maar ieder ongeluk heeft zijn eigen bijzonder karakter. (Jacob Leclée, 1947)
18. In het geluk van verschillende menschen kan men bijna altijd eenige overeenkomst vinden. Daarentegen draagt ieders leed een afzonderlijk karakter. (J.L. van der Moer, 1913)
23. Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze. (Lourens Reedijk, 1990)
Een ultieme vertaling van de eerste regel is sowieso al niet mogelijk omdat het openingsschot op drie verschillende manieren te interpreteren valt, en het maar helemaal de vraag is waar de vertalersvoorkeur naar uitgaat. Vind je een verhalende oplossing beter? Dan zoek je daarnaar. Denk je toch dat het eerder een samenvatting van het boek is? Dan ga je voor betogend. Beschouw je het als een Fremdkörper, een uit de ruimte gevallen citaat, enigszins losgezongen van de rest van het boek? Dan moet je naar iets spreekwoordelijks op zoek.
Was het maar zo simpel als Hans Boland beweert, die het een kwestie van ‘goed Nederlands’ noemt. Ten eerste ligt het dus ook aan de interpretatie, ten tweede zijn er wel meer soorten goed Nederlands dan het Bolandse en ten derde is slecht Nederlands soms ook niet te versmaden en zelfs geboden.
Bij nacht zijn alle katjes grauw, maar niet alle wegen leiden naar Rome. Immers: alle baksels en brouwsels vallen niet gelijk uit en alle schoten zijn geen eendvogels. Er zijn genoeg klinkende en typisch Nederlandse spreekwoorden met ‘alle’ en ‘al’ te vinden (vergelijk ook Alle mannen moeten dood van Jeroen van Merwijk), maar – dat voelt Boland goed aan – constructies met ‘allemaal’ zijn verhalender en rustiger.
Voor het Nederlandse taalgebied ontbreekt mijns inziens dus nog een spreekwoordelijke vertaling. Je zou kunnen denken aan:
‘Gelukkige gezinnen lijken op elkaar, ongelukkige zijn het elk op hun manier.’
‘Gelukkige zinnen zijn allemaal hetzelfde, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op z’n eigen manier.’ (stelden Erik en ik, heel voorzichtig, in 2007 voor)
‘Gelukkige gezinnen zijn allemaal hetzelfde, ongelukkige allemaal anders.’ (nog meer verlost uit het knellende keurslijf van het origineel)
‘Gelukkige gezinnen zijn identiek. Ongelukkige uniek.’ (zonder enig ‘alle’, ‘elk’ of ‘allemaal’, het kan!)
‘Elk gelukkig gezin is eender, elk ongelukkig gezin weer anders.’ (alleen als je Tolstoj bent en niet bang om het heel particulier te zeggen)
____
Verwijzingen. Boland schrijft over de eerste regel in Hij kan me de bout hachelen met zijn vorstendommetje. Over Anna Karenina en de kunst van het vertalen, Pegasus, 2017, op blz. 78:
“Het verraderlijkst voor de vertaler zijn de simpele dingen, want goed Nederlands zit in een klein hoekje, waar het gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien.
“Beide Nederlandse vertalingen die sinds jaar en dag in de handel zijn openen de roman met: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar.’ Dat ‘staat’ er namelijk in het Russisch. Maar negen van de tien Nederlanders die geen weet hebben van dat Russisch zouden zeggen : ‘Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar.’ Dat klinkt namelijk net iets minder apodictisch: wie beweert dat ‘Russen allemaal zuiplappen’ zijn maakt zich aan een minder ernstige generalisatie schuldig dan wanneer hij zou verklaren dat ‘alle Russen zuiplappen’ zijn. De constructie met ‘allemaal’ is typisch Nederlands.”
Alle mannen moeten dood van Jeroen van Merwijk, zie hier.
PS 25 juni 2021. In een ladenkast in het Franse Tournedos-sur-Seine vond ik nog een negenentwintigste vertaling, die van Vladimir Soukhomline, uitgegeven in Parijs in 1948 door de Librairie Gründ. Volgens de inleider Vladimir Boukhine is het de twaalfde Franse vertaling, dus ik heb nog wat te zoeken als ik volledig wil zijn. De eerste zin luidt: ‘Toutes les familles malheureuses se ressemblent, chaque famille malheureuse est malheureuse à sa façon.’ Spreekwoordelijk? Verhalend? Betogend? De tweede zin luidt: ‘La confusion régnait dans la maison des Oblonski.’
Reacties
Een reactie posten