93 Het zeil (Lermontov)

   Wij streven naar volledigheid. Vertalingen naast elkaar leggen – heel nuttig, maar dan wel allemaal svp.
   Vertalingen vergelijken met het origineel is dan weer wat minder nuttig, aangezien je dan onherroepelijk gaat letten op wat je verliest en niet wat je wint; op het andere van de vertaling en niet het eigene.
   Van Lermontovs ‘Bedroefd en mismoedig’ had ik er twee in blog 88, een van Zeeman en een van Wiebes & Berg, en ik gooide er zelf nog een zelfgebrouwen fabrieksel bij in de pet. Drie dus. Maar ook Kees Jiskoot liet zich niet onbetogen, blijkt. Hier volgt ie (en ik verklap niets als ik zeg dat hij het weer héél anders doet!).

Verveling en weedom, en niemand dit rampuur staat klaar
         De helpende hand me te reiken...
Verlangens... welk nut heeft vergeefs te verlangen almaar?
         Je – allergelukkigste! – jaren verstrijken.

Beminnen – maar wie dan? – een tijdje, de moeite niet waard,
         Ondoenlijk is eeuwig beminnen...
Je kijkt in jezelf – nog geen spoor van ’t verleden ligt daar,
         En blijdschap én leed: zo banaal oogt het in me.

En passies? – och, vroeg dan wel laat gaat hun zoete verdriet
         Teloor door het woord van de rede,
En ’t leven, wanneer je dat koel en aandachtig beziet, –
         Is niets dan een grap, zo stompzinnig als ledig!

   Wat een grappige vertaling. Zo moet voorstellen iemand je je praten je tegen te staat dat. Of praten: iets er weedommig uit te rampuren. Ondoenlijk – allerhelaaste! – te begrijpen het, welhaast zo lichtzinnig als peilloos almaar.

   Het zeil is ook zo’n megakraker van Lermontov, eindeloos vertaald, want och, vroeg dan wel laat zal er wel eentje uitrollen die je blik, koel en aandachtig, een tijdje (de moeite niet waard) zal weten te vangen.
   Ik wil beginnen met de mijne. Niet dat ik die nu bijzonder geslaagd vind, maar hij ligt hier maar te liggen zonder dat ik er wat mee doe, dus vooruit met de geit.

Een eenzaam zeil snelt, wit verblekend,
Door zeemist weg – een emigrant.
Wat zoekt hij daar, in verre streken?
Wat laat hij achter in zijn land?

De golven spelen, winden fluiten,
De masten buigen krakend mee.
Niet het geluk zoekt hij daarbuiten,
Niet het geluk ontvlucht hij – nee!

Beneden hem de blauwe stromen,
De zon schijnt boven, welgezind,
Maar hij, opstandige, vraagt stormen,
Alsof je rust in stormen vindt!
   De afmaker is helemaal Lermontov die zijn romantische pose op het laatste moment nog de arm achter de rug omdraait om hem een pijnlijke sneer op het gezicht te geven. Als hij echt had geloofd in alle romantische frases die zich als hij dichtte onstuitbaar en onafwijsbaar aandienden, dan had hij gezegd: ‘Omdat hij rust in stormen vindt!’
   Maar dat staat er dus niet.
   We mogen noch kunnen intussen vergeten dat dat zeil een terugkerend symbool bij Lermontov is. Het komt terug in Held van onze tijd, aan het eind van het hoofdboek, voor de navrante slotvertelling ‘De fatalist’ (wat is het toch een bijzonder boek!). Ik heb hier voor me de inmiddels verre overtroffen (door Hans Boland) vertaling van Aleida Schot uit 1939 (ik mag dan een archivaris zijn en een collectionneur, ik heb niet alles). Schot vertaalt het als ‘Een held van onzen tijd’, Boland van de weeromstuit en in de contramine als ‘De held van onze tijd’ – maar waarom eigenlijk niet dat hele parasitaire lidwoord weggelaten en ervan gemaakt ‘Held van onze tijd’?
   Immers, waarom koos Lermontov de titel? Hij vertelt het in het woord vooraf bij de tweede uitgave: omdat het portret van Petsjorin een portret is van een hele generatie, en natuurlijk is het hogelijk ironisch. ‘Een held’ maakt het een beetje ongevaarlijk, alsof er meer helden rondlopen, take your pick. ‘De held’ maakt het te persoonlijk, alsof het louter deze Petsjorin is, letterlijk. Zonder lidwoord lijkt mij het meest te beantwoorden aan de intentie van de schrijver (en daar mag je het in dit twijfelgeval zeker over hebben). Maar misschien heb ik het mis.
   Dat zeil dus, dat mooie symbool. In de vertaling van ‘Leidje’ Schot – maar ik zie dat ik al ruim over mijn tijd heen ben.
   Volgende keer meer.
_____
   Verwijzingen. De Jiskoot-vertaling is uit Lermontov, Ik wil leven, ik wil lijden, Benerus, 2008, met dank aan Paul van Capelleveen voor het opsnorren in de Koninklijke Bibliotheek. De banier is een uitsnede uit een tekening van Lermontov, afgedrukt in het Lermontov-deel van de Wereldliteratuur-reeks, Moskou 1972. Dat vertalingen langs de meetlat van het origineel leggen vaak ontaardt in gortdroge gruttentellerij en vliegen afvangen betoogde ik op de Filter Vrijdag Vertaaldag van week 44, hier. Een ander voorbeeld van die dorre hebbelijkheid is te vinden op de gisterense Filter Vrijdag Vertaaldag, waar Wim Tigges zich buigt over Bas Bellemans vertalingen van Shakespeares sonnetten, hier. (Waarop Bas Belleman hard terugslaat, gelukkig! In de dinsdag daarop, hier.)

   Naschrift. Hans Boland mailde me over de titel van Lermontovs roman:
   “Het onbepaalde lidwoord maakt de held inderdaad tot een toevallige, inwisselbare persoon.
   Door het bepaalde lidwoord krijgt de held de connotatie ‘bij uitstek’: Petsjorin is dé held van onze tijd.
   Het schrappen van het lidwoord heeft misschien iets koddigs, aan de ene kant omdat het onbepaalde lidwoord bij een enkelvoud wordt weggelaten wanneer het een verzamelnaam betreft: ‘melk’ maar ‘een held’. Je zou het nog kunnen verwachten in combinaties als ‘held van de dag was Jantje’, ‘kers op de roomtaart was Hugo de Jonge’, ‘Boer Bonk: Brombeer van Bellingwolde’. Enige oubolligheid is er niet aan te ontzeggen. Verder kom je het tegen bij namen en vaste begrippen: Brood van Dood/Jood, Meubels van Geubels, mes & vork, Bed & Breakfast. Dat komt wel in de buurt van ‘Held van onze tijd’, maar misschien is het net iets te bedacht, te kunstmatig?”
   Waarop ik antwoordde:
   “Ik ben ook een beetje onder de ban van Dovlatov, wiens titels ik zo kort mogelijk tracht te houden: Domein, en straks Familie, Compromis, Ambacht en Filiaal. Held van onze tijd klinkt mij niet bedacht en kunstmatig in de oren, maar ieders oren zijn weer anders. Ik begrijp dat ik jouw titel eigenlijk moet lezen als Dé held van onze tijd, maar dat accentje is dan absoluut een brug te ver!”

Reacties

  1. Wat schrijf je toch geweldig leuk, Robbert-Jan! zo leuk dat ik deze blog via de faceboek groep slavisten vond!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

440 Voor spek en bonen

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

445 Frederik de wrederik gecloseread

448 Wreede Piet