458 Instructies voorafgaand aan een buitenlandse reis (het titelgedicht)

_____

_____

   Instructies voorafgaand aan een buitenlandse reis dateert uit 1974 en is ook wel bekend als Een half uur bij het vakbondscomité (Полчаса в месткоме). Het is een lied vol absurde realia en propagandistische frasen uit de toenmalige Sovjet-realiteit, waarvoor veel Russen inmiddels het internet moeten raadplegen. Je zou kunnen zeggen dat het tot het – zelden vertaalde – corpus humoristische liederen van Vysotksi behoort, als het allemaal niet zo treurig was. Maar goed, het een kan niet zonder het ander.
   Hier wordt het door VV vertolkt op YouTube.

Instructies voorafgaand aan een buitenlandse reis

Was ik gisteren in de smidse klaar,
dubbel het plan had ik verstouwd,
krijg ik een buitenlandse reis zomaar
van de werkplaats in m’n mik gedouwd.

Ik douche de smeerboel en het roet,
eet een kouwe sprot met graten,
en kreeg toen de instructies, kort en goed
wat je d’r mag en wat je d’r moet laten.

Het dagelijkse leven is daar beter,
dus ze gaven me instructies op papier
met daarin tot op de centimeter
hoe ik niet zo stom moest leven zoals hier.

Ik luisterde naar leerzame gedachten
over het democratisch wespennest
en wat ik in den vreemde kon verwachten,
daar in het Poolse Boedapest:

Hun gebruiken zijn tamelijk eigenaardig,
naar ons begrip niet helemaal correct,
dus als het effe kan wees aardig
en gun ze een kruimeltje respect.

Is er wodka bij ’t debat, dan zeg je: Nee,
kameraden-democraten, enkel thee!
Cadeautjes laat je liggen, strikt.
Dat zijn dingen waar het hier van stikt.

Doe zuinig, zei die, maar niet overdrijven,
geniet van het comfort, geniet van het gemak.
Je moet tenslotte ook in leven blijven:
laat rollen de Hongaarse leva’s uit je zak!

Het is in Boedapest een grote bende,
in heel Tsjechië is het trouwens ellende.
Misschien stoppen ze je met van alles vol,
misschien geven ze je geen ene hol.

Ik zwalk over de Hongaarse pleinen,
kijk de Roemeense Duitsen uit hun tent,
want democratisch vrouwvolk, zeggen de mijnen,
rekenen een Sovjetburger nooit geen cent.

Je gaat als je niet oppast naar de knoppen,
door de bourgeois-bacteriën gepakt,
dus kijk vooral goed uit je doppen
voor enig buitenechtelijk contact.

Die wijven zijn spionnen – en gespierd:
zet je ze de deur uit, komen ze door ’t gordijn!
Zeg dat wij al jarenlang hier
niet meer doen aan dat soort gein.

Ze komen je coupé in, zo, heel erg net,
en doen alsof ze man zijn – ja, je lacht!
Een kneedbom hebben ze in hun corset,
dus controleer onmiddellijk hun geslacht!

Toen zei ik hem: – Zeg ouwe sok,
in dat geval hou ik me liever schuil:
als ik ze controleer onder hun rok,
geven ze me d’r eentje voor m’n muil.

Maar de instructeur, die wist van wanten,
en weer begon het ellenlang geouwehoer
een lesje dat hij kende uit de kranten,
over de slechte buitenlander en z’n moer.

Nog een instructiepunt van bovenaf:
passeren er in Boedapest bij de Bulgaren
beladen thema’s de revue: kap af.
Niet rammen, maar ook geen mitsen en geen maren!

Geen kip, zeg ik, geen hond verstaat me daar,
ik spreek immers geen woord over de grens!
Geef me een moker en één-twee-klaar,
heb ik ze omgevormd tot een nieuw mens!

Ik ben tenslotte toch geen agitator,
ik ben al vele generaties smid!
Ik ga niet naar dat Poolse Oelan-Bator,
dit pakkie-an is duidelijk niet mijn snit!

Lig ik met m’n vrouw in bed: Doesia, Does!
Misschien dat ik dat reisje maar vergeet?
Wat moet ik met dat onverstaanbare gesmoes?
Ik snap dat apentaaltje voor geen reet!

Doesia naast me slaapt en snurkt,
een leger papillotten in haar heur.
Halfslapend zegt ze: Niks hoor, schurk,
je gaat verdomme, geen gezeur!

Godallemachtig, Kolja, grote schijter,
anders ga ik scheiden, godversakkerment,
twintig jaar al lig ik naast je suffe kneiter,
en jij maar ‘Doesia, Doesia’. Wees een vent!

Weet je nog wat je beloofde, poepie?
Een tafelzeil meenemen uit Bangladest?
Je bespaart me daaro maar wat roepie,
zolang je maar wat voor me meeneemt, is het best.

Ik omhels haar zachtjes, moegestreden,
mijn Doesenka, mijn huis en haard,
en in mijn droom ben ik aan het smeden,
hamer, sikkel, schild en zwaard.

Hun gewoonten zijn gewoon van de barbaarse,
snap je ze niet, dan rijgen ze je aan het spit!
En ik droom van woedende Hongaarsen
bebaard, met zwaard en tamelijk verhit.

Ik droom van Bangladeshe spioninnen,
ik droom van Doesia’s tafelzeil.
Liever ga ik dan bij de Roemenen binnen,
die komen van de Wolga, net als wij!

Die vrouwen met hun vrouwenstreken:
het afscheid gaf me een gegrien!
Mijn hemden had ze blinkend gaaf gestreken,
het was gewoon een feestje om te zien.

Tot ziens, tot ziens, mijn smederij. Gelieve
me te excuseren, als het kan.
Tot ziens, tot ziens, mijn zeer competitieve
en dubbel oververvulde plan!

Heel de weg naar ’t vliegveld moest ik hikken
(toen ik bij het afscheid wat te diep in ’t glaasje keek).
Op de trap lijkt het of ik achter me hoor snikken:
Kolja, waarom liet je ons in de steek?

_____

Aantekening bij die 43ste lied van de 51: De smid uit de fabriek heeft zoals de planeconomie het toejuichte zijn voorgeschreven hoeveelheid werk overtroffen (het plan oververvuld) en krijgt een reisje naar het Oostblok aangeboden, geen kapitalistische landen (kaplanden) maar waar de lucht toch wat vrijer te ademen was. In staatsbrochures werden de vakantiegangers gewaarschuwd voor allerhande gevaren: democratische gedachten, spionnen, vrouwelijk schoon (buitenechtelijke contacten in de fraseologie van die tijd) en de verleidingen van de relatieve luxe in die landen. De uitverkoren Sovjetburgers kregen handgeld mee voor leeftocht waar ze zeer zuinig mee omsprongen omdat ze het uitgaven aan alles wat los en vast zat om mee terug naar huis te nemen, al dan niet in opdracht van familie, vrienden en kennissen. Het door Doesia bestelde tafelzeil was een alomtegenwoordige accessoire in de SU, een makkelijk afneembaar stuk op doek geplakt plastic, vaak met bloemetjespatroon. Het lied is een vrolijk vervolg op Wat er komt kijken bij een reis naar het buitenland (Перед выездом в загранку) uit 1965, zie aldaar.
_____

De Russische tekst staat hier. Bestelinformatie bij de uitgever, Benerus, hier. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier. N.a.v. van het eerste afgekeurde omslagontwerp maakte ik een voorkant zoals ik hem wilde hebben – als een officieel document waarmee de uitgever deze liedteksten parafeert en bestempelt en vrijgeeft voor hun buitenlandse reis – maar het werd niet helemaal overgenomen naar mijn instructies:

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

457 Instructies voorafgaand aan een buitenlandse reis (de inleiding)

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)

451 De geschiedenis van Frits Wreedaard

455 Het verhaal van wrede Frederik

453 De ondeugende Frederik

456 De geschiedenis van de wrede Frederik in Ragbolrinus

454 De geschiedenis van de wrede Jan

452 De geschiedenis van stouten Jan