473 Maartmaand Alicemaand – op woordniveau
Als de drie tuiniers die de witte rozen rood verven worden gesnapt, storten ze plat ter aarde. De Hartenkoningin laat ze opstaan, waarop ze alle drie voor de hele stoet buigingen beginnen te maken.
‘Stop daarmee!’ gilde de Koningin. ‘Ik word er horendol van!’(Het koninklijke croquetveld, 73)
Hoe eenvoudig is het om hier ‘Jullie maken me duizelig!’ te vertalen. Maar zegt je moeder – de proto- en archetypische Hartenkoningin – het op die manier? Nee, je moeder zegt: ‘Ik word er tureluurs van!’ Ze zegt: ‘Ik krijg er een punthoofd van!’ Ze zegt: ‘Jullie maken me horendol!’
Mooie woorden bestaan niet, en poëtische ook niet – dat zijn ceesnooteboomfabeltjes – maar leuke woorden en grappige woorden wel, onverwachte en archaïsche weinig gehoorde woorden, die niettemin als de context het toelaat heel goed te begrijpen zijn en waarvan het gezicht van groot en klein automatisch op blij gaat staan wanneer ze opduiken op de bladspiegel. Het mijne tenminste wel, als ik me onder groot en klein mag rekenen. Dat er in het Engels meestal wat minder gemarkeerde woorden staan is niet erg: ook wij moeten roeien met de riemen die we hebben, en af en toe zijn die riemen nu eenmaal wat breder.
and were resting in the shade (The Mock Turtle’s Story, 81)
Het eenvoudige resting werd verpozen – ook omdat het gaat om de croquetspelers, die natuurlijk niet hoeven uitrusten van het fysiek weinig inspannende croquetspel, maar blij zijn dat ze er even niet aan hoeven meedoen, en zich, ja, dat is toch het juiste woord, verpozen. Je kan dit woord al voorlezend ook heel halfserieus laten klinken.
“It’s a poor sort of memory that only works backwards,” the Queen remarked. (Wool and Water, 172)
Verderop komt nog een keer poor voor in de betekenis pover, ‘The Red Queen said, “That’s a poor thin way of doing things. ...’ (Queen Alice, 224) – maar daar heb ik het als armoe vertaald: ‘Wat een armoe,’ reageerde de Rode Koningin. (Koningin Alice, 217) Ik had het allebei ook als armzalig kunnen vertalen, maar zo vaak krijg je niet de kans om het woord pover te gebruiken, dus dat liet ik me niet ontschieten.
met als gevolg dat het andere uiteinde haar onder de kin greep en haar, ondanks een serie gilletjes van ‘o! o! o!’ pardoes van het bankje veegde, zo op de hoop biezen. (Wol en water, 174)
Over het pardoes als wenselijk woord in iedere vertaling heb ik het in blog 1 al gehad, hier, ja de kwestie is een van de redenen waarom dit blog sowieso is ontstaan. Meer vandaags! Meer pardoes! Schep je de vrijheid met grote scheppen!
‘Ik hoop dat het proces snel voorbij is,’ dacht ze, ‘en ze met de versnaperingen langskomen.’ (Wie roofde de taartjes, 95)
Juist op dat moment was er een rustpauze in het gevecht: hijgend gingen de Leeuw en de Eenhoorn op de grond zitten terwijl de Koning verkondigde: ‘Tien minuten pauze voor versnaperingen!’ (Leeuw en Eenhoorn, 193)
‘Zulke opmerkingen mag je voor je houden,’ zei Homptie Domptie. ‘Ze slaan nergens op en brengen me helemaal van mijn à propos.’ (Homptie Domptie, 185)
Alice stond zo perplex dat ze een minuut lang geen woord kon uitbrengen en het leek alsof ze geen lucht meer kreeg. (De levende bloemenhof, 133)
‘Zie ik er heel pips uit?’ vroeg Twiedeldie, die zijn helm kwam laten opzetten. (Twiedeldum en Twiedeldie, 163)
Je zou zeggen: maar dat zijn toch helemaal geen woorden voor in een kinderboek, maar dan zeg ik: integendeel! Ze staan er volkomen begrijpelijk en ze zijn leuk en extra leuk als je ze niet kent, want dan steek je er nog eens wat van op. Ik zou alle vertalers willen aanraden meer de lengte en breedte van het woordenboek op te zoeken en juist buitenissige woorden te gebruiken waar dat kan. Echt, elke lezer wordt er blij van, behalve bijgoochemerds en pedagoochemerds natuurlijk, die niet voor hun plezier lezen maar voor het zuur.
Nog beter is als je zelf je eigen woorden kan verzinnen. Want dát zal AI je niet nadoen, en ook de robotvertalers van de vertalen-wat-er-staat school niet.
Als de Aardappelschilpad (zonder d, want hij zat vroeger in de aardappelschil-paddestoelen-crèmesoep) op verzoek van de Griffioen zijn lied aanheft over de ‘voedzame soep, zo rijk en zo groen’, luidt een deel van het refrein in het Engels:
Soepe des avonds, voedzame soep! (De kreeftenquadrille, 93)
Natuurlijk had ik er voor het ritme net zo goed Soep van de avond van kunnen maken, maar ik vond Soepe des avonds leuker en op een of andere manier authentieker klinken. Soep van de avond is zo pips, en het is meteen zo duidelijk dat het niet-Nederlands is, want wij zouden zeggen Avondsoep. Zodat je je gaat afvragen, hoezo ‘Soep van de avond? Is het een vertaling soms?’ – en dat moeten we niet hebben. En waarom geen nieuwe woorden verzonnen als de ouwe niet konnen?
Nou heeft het Nederlands al een ruime keuze aan bestaande woorden, maar er kunnen er altijd bij, er is altijd plaats voor meer. Ruimte zat met de gebruikelijke mechanismes van woordvorming.
Terwijl het zwarte poesje aan het begin van Spiegelland speelt met de kluwen wol van Alice, wordt het witte poesje door moederpoes gewassen:
Het witte poesje kreeg namelijk al een kwartier lang een snuitwassing van moederpoes (Het spiegelhuis, 119)
Snuitwassing heeft nul (0) hits op google, dus AI heeft het nakijken! Ik vond het een leuk woord en hier in Alice’ gedachten en uit Alice’ mond heel goed voorstelbaar.
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
Reacties
Een reactie posten