156 Wat is goed en wat is slecht (de vertaling)
Deze versie van Wat is goed en wat is slecht verschilt op enige punten van de boekversie zoals afgedrukt in Bij mij op de maan. Net zoals sommige gedichten in de eerste druk van Bij mij op de maan verschillen van de versie die in Tijger op straat stond. En zoals sommige gedichten uit de derde druk van Bij mij op de maan verschillen van die uit de eerste en tweede druk, en sommige uit de vierde druk verschillen van die uit de derde druk.
Je blijft aan de gang.
Het zijn kleine dingen, maar subtiele dingen. Subtiele dingen, maar wezenlijke dingen.
Volgens mij zijn het verbeteringen, maar vaak nog steeds niet de definitieve verbeteringen. Er blijven regels zich hardnekkig onttrekken aan de uiteindelijke vertaling. Heel vervelend.
Een regel die me nooit heeft gezind is de eerste regel van Wat is goed en wat is slecht:
Een kruimel vroeg zijn pa om uitleg:
– Vader! Wat is goed en wat is slecht?
De klemtoon ligt verkeerd. Dat het een halfrijm is, is al een minpuntje. Het komt vaker voor in het gedicht: schatert – later, jezelf is – geweldig, mama – jammer, hemdjes – netjes. Maar hier, in de eerste regel...
Het was al een tweede versie. Want de eerste versie ging zo, waarbij ik uit arre moede vier regels had gemaakt van de Russische twee, wat me nóg minder zinde. (Ik laat Majakovski’s getrapte opmaak even achterwege.)
Een dreumes vroeg zijn pa oprecht
En trad schuchter nader:
‘Wat is goed en wat is slecht?
Toe, zegt u mij dat, vader.’
Dat is duidelijk slap. Met enige goede wil ontdek je ergens nog wel ironie, maar er staat wel bar weinig in die vier regels...
En ‘dreumes’ kon ook beter. Een ‘kruimel’ is beeldender, en is ook letterlijk wat er in het Russisch staat. Daar is het een vrij normaal woord voor een klein kindje. Het is altijd heel leuk als iets letterlijk kan...
Gelukkig heeft die eerste versie het gedrukte papier niet gehaald.
Maar intussen bleef de tweede versie, met dat ‘vroeg zijn pa om uitleg’ me steken als een doorn in de zij, een zere duim in het oog.
Snel overheen lezen, direct wordt het beter... zei ik mezelf.
Tot ik vandaag plotseling zag hoe het wel moest. Simpeler kan het niet:
Een kruimel vraagt of pa hem zegt:
– Vader! Wat is goed en wat is slecht?
Waarom kom ik daar nu pas op?!
Al lezende en voorlezende vielen me nog twee dingen op, één ding dat niet klopte en één ding dat niet liep.
In de vierde strofe wordt gezegd ‘Nu is de sneeuwstorm uitgewoed’, terwijl er op de illustraties – waar ik me altijd zo veel mogelijk aan probeer te houden – en in de Russische tekst helemaal geen sprake is van een winters tafereel. Wel van storm en wind en regen en hagel, maar niet van sneeuw.
Dat valt eenvoudig te repareren. Ik maak ervan:
Nu is de stormwind uitgewoed,
In de negende strofe loopt de eerste regel niet. Daar staat: ‘Maar ruk je als een rabauw’ – wat in het ritme van het gedicht nu gelezen zou moeten worden als: ‘Máár ruk jé als één rabáúw’ – en die klemtoon op maar en je is verwarrend en niet goed.
De regels zijn trocheïsch of jambisch, welk maakt niet zoveel uit. Een beginjambe kun je ook lezen als een trochee met een opmaatje. Voornaamste: als het maar niet onduidelijk is. Als je er maar niet van struikelt bij het lezen.
Bij ‘Maar ruk je als een rabauw’ struikel je, als je de klemtoon op ruk wil leggen, waar hij hoort: ‘Maar rúk je áls een rábauw’... Wat is een rábauw? En rijmt dat op ‘jou’?
Het valt op drie manieren te stoplappen:
1) Ruk je soms als een rabauw
Dan zitten de klemtonen op ruk en soms, de eerste en de derde lettergreep, zonder opmaatje, en loopt het in de pas met andere trocheïsche strofes. Alleen, in het verhaal is het begin-maar wel nodig, want de strofe contrasteert met de vorige, waarin een ‘goed’ iemandje het voor de kleintjes opneemt. Dus, twee:
2) Maar ruk je als een stuk rabauw
Wel leuk, het binnenrijm ruk en stuk. De regel wordt jambisch (of trocheïsch met een opmaatje). Dat kan. Maar ‘een stuk rabauw’..? Klinkt niet echt uit het talige leven gegrepen... Daarom, drie:
3) Maar ruk je soms als een rabauw
Weer wordt de regel jambisch, maar dat kan het hebben. Van de oneven regels zijn er nu achttien jambisch en dertien trocheïsch. Trocheïsch is sterker, maar alleen maar sterk gaat ook vervelen...
Dus ik opteer voor 3).
Een laatste puntje op de i, en een verandering die ik al tientallen keren veranderd en weer terugveranderd heb, is het woord tandpasta in de regel Houdt het kereltje van zeep, van shampoo, tandpasta. Dat moet, omdat het laatste woord van de strofe basta is, om ritmische redenen toch echt worden tandenpasta. Ik ken het spul als tandpasta en tandenpasta komt me een beetje kinderlijk en fout over, maar dat kan het hier goed hebben, en bovendien heeft de variant tandenpasta toch ook een kleine twaalfeneenhalfduizend hits op Google, dus helemaal onbekend en particulier is het niet. (Ter vergelijking, tandpasta heeft er meer dan drie miljoen.) Feitelijk staat er tandpoeder, en als ik daar tandenpoeder van maak, zou ik van de laatste twee regels kunnen maken: Dan is hij, en ik onderstreep, goed, en geen klein loeder. Maar ik hou het nu voorgoed op tandenpasta en daarmee basta.
Ik zal de uitgever vragen om de vierde druk van Bij mij op de maan zo snel mogelijk uit de handel te nemen en te vervangen door een nieuwe, verbeterde druk. Het is het wel waard.
_____
Verwijzingen. Hoe een vertaling mis kan lopen, wist ook Tsjoekovski, die met gruwel de Engelse vertalingen bezag van onder andere zijn Krokodil, en erover schreef in de Aantekeningen van een veelgeplaagd auteur, blog 78 en 79, hier en hier.
Je blijft aan de gang.
Het zijn kleine dingen, maar subtiele dingen. Subtiele dingen, maar wezenlijke dingen.
Volgens mij zijn het verbeteringen, maar vaak nog steeds niet de definitieve verbeteringen. Er blijven regels zich hardnekkig onttrekken aan de uiteindelijke vertaling. Heel vervelend.
Een regel die me nooit heeft gezind is de eerste regel van Wat is goed en wat is slecht:
Een kruimel vroeg zijn pa om uitleg:
– Vader! Wat is goed en wat is slecht?
De klemtoon ligt verkeerd. Dat het een halfrijm is, is al een minpuntje. Het komt vaker voor in het gedicht: schatert – later, jezelf is – geweldig, mama – jammer, hemdjes – netjes. Maar hier, in de eerste regel...
Het was al een tweede versie. Want de eerste versie ging zo, waarbij ik uit arre moede vier regels had gemaakt van de Russische twee, wat me nóg minder zinde. (Ik laat Majakovski’s getrapte opmaak even achterwege.)
Een dreumes vroeg zijn pa oprecht
En trad schuchter nader:
‘Wat is goed en wat is slecht?
Toe, zegt u mij dat, vader.’
Dat is duidelijk slap. Met enige goede wil ontdek je ergens nog wel ironie, maar er staat wel bar weinig in die vier regels...
En ‘dreumes’ kon ook beter. Een ‘kruimel’ is beeldender, en is ook letterlijk wat er in het Russisch staat. Daar is het een vrij normaal woord voor een klein kindje. Het is altijd heel leuk als iets letterlijk kan...
Gelukkig heeft die eerste versie het gedrukte papier niet gehaald.
Maar intussen bleef de tweede versie, met dat ‘vroeg zijn pa om uitleg’ me steken als een doorn in de zij, een zere duim in het oog.
Snel overheen lezen, direct wordt het beter... zei ik mezelf.
Tot ik vandaag plotseling zag hoe het wel moest. Simpeler kan het niet:
Een kruimel vraagt of pa hem zegt:
– Vader! Wat is goed en wat is slecht?
Waarom kom ik daar nu pas op?!
Al lezende en voorlezende vielen me nog twee dingen op, één ding dat niet klopte en één ding dat niet liep.
In de vierde strofe wordt gezegd ‘Nu is de sneeuwstorm uitgewoed’, terwijl er op de illustraties – waar ik me altijd zo veel mogelijk aan probeer te houden – en in de Russische tekst helemaal geen sprake is van een winters tafereel. Wel van storm en wind en regen en hagel, maar niet van sneeuw.
Dat valt eenvoudig te repareren. Ik maak ervan:
Nu is de stormwind uitgewoed,
In de negende strofe loopt de eerste regel niet. Daar staat: ‘Maar ruk je als een rabauw’ – wat in het ritme van het gedicht nu gelezen zou moeten worden als: ‘Máár ruk jé als één rabáúw’ – en die klemtoon op maar en je is verwarrend en niet goed.
De regels zijn trocheïsch of jambisch, welk maakt niet zoveel uit. Een beginjambe kun je ook lezen als een trochee met een opmaatje. Voornaamste: als het maar niet onduidelijk is. Als je er maar niet van struikelt bij het lezen.
Bij ‘Maar ruk je als een rabauw’ struikel je, als je de klemtoon op ruk wil leggen, waar hij hoort: ‘Maar rúk je áls een rábauw’... Wat is een rábauw? En rijmt dat op ‘jou’?
Het valt op drie manieren te stoplappen:
1) Ruk je soms als een rabauw
Dan zitten de klemtonen op ruk en soms, de eerste en de derde lettergreep, zonder opmaatje, en loopt het in de pas met andere trocheïsche strofes. Alleen, in het verhaal is het begin-maar wel nodig, want de strofe contrasteert met de vorige, waarin een ‘goed’ iemandje het voor de kleintjes opneemt. Dus, twee:
2) Maar ruk je als een stuk rabauw
Wel leuk, het binnenrijm ruk en stuk. De regel wordt jambisch (of trocheïsch met een opmaatje). Dat kan. Maar ‘een stuk rabauw’..? Klinkt niet echt uit het talige leven gegrepen... Daarom, drie:
3) Maar ruk je soms als een rabauw
Weer wordt de regel jambisch, maar dat kan het hebben. Van de oneven regels zijn er nu achttien jambisch en dertien trocheïsch. Trocheïsch is sterker, maar alleen maar sterk gaat ook vervelen...
Dus ik opteer voor 3).
Een laatste puntje op de i, en een verandering die ik al tientallen keren veranderd en weer terugveranderd heb, is het woord tandpasta in de regel Houdt het kereltje van zeep, van shampoo, tandpasta. Dat moet, omdat het laatste woord van de strofe basta is, om ritmische redenen toch echt worden tandenpasta. Ik ken het spul als tandpasta en tandenpasta komt me een beetje kinderlijk en fout over, maar dat kan het hier goed hebben, en bovendien heeft de variant tandenpasta toch ook een kleine twaalfeneenhalfduizend hits op Google, dus helemaal onbekend en particulier is het niet. (Ter vergelijking, tandpasta heeft er meer dan drie miljoen.) Feitelijk staat er tandpoeder, en als ik daar tandenpoeder van maak, zou ik van de laatste twee regels kunnen maken: Dan is hij, en ik onderstreep, goed, en geen klein loeder. Maar ik hou het nu voorgoed op tandenpasta en daarmee basta.
Ik zal de uitgever vragen om de vierde druk van Bij mij op de maan zo snel mogelijk uit de handel te nemen en te vervangen door een nieuwe, verbeterde druk. Het is het wel waard.
_____
Verwijzingen. Hoe een vertaling mis kan lopen, wist ook Tsjoekovski, die met gruwel de Engelse vertalingen bezag van onder andere zijn Krokodil, en erover schreef in de Aantekeningen van een veelgeplaagd auteur, blog 78 en 79, hier en hier.
Reacties
Een reactie posten