176 Het verhaal van de verdwenen kluwen

   Ook best een leuk gedicht. Een draaierige dactylus die de afwikkelende kluwen imiteert.
   Authentiek Charms. Lijkt het wel. Het gedicht bleef bewaard na 1937.
   Maar: hoe te vertalen.
   Tollen en rollen ligt voor de hand.
   Rijmt er ook iets op kluwen?
   Stuwen duwen gruwen.
   Eventueel – voor de verrassing – nieuwe.
   Is daar iets mee te doen?
   We kunnen het ook houden bij een bolletje (wol). Tollen rollen bollen. Volle klankbak. Hollen ook nog? Of wordt dat trollen?
   Waar is de kluwen? (of Waar is het bolletje?)

Hij tolt en hij rolt,
Het bolletje wol,
Je hoeft hem maar even te duwen.
Hij rolt en hij tolt,
Het bolletje wol –
Maar waar is ie gebleven, de kluwen?

   Hans ter Laan vertaalde in 1958 het gedicht als Waar is het kluwen?

Het kluwen wentelt, keert en draait,
Zodra je het maar even aait.
Ha, het rolt, het rolt, het rolt!
Gauw erachteraan gehold!
Hé, waar is het kluwen nou?
Snap je daar wat van? Miauw...

   De dactiel is verdwenen door het ventiel. En wat krijgen we: louter lucht. Dorian Rottenberg vertaalde het als Where’s the Ball?

The little ball rolled,
And it rolled till it couldn’t be seen.
And it rolled, and it rolled,
It’s simple to you, and it’s clear to me too,
But Pussy-Cat isn’t so keen.

   Dat is een vrij doorsnee gedichtje geworden. De versvoet is bewaard , maar dat is dan ook alles. Wo ist der Knäuel? maakte Johann Warkentin ervan, dat leuk begint, maar niet bevredigend eindigt, aangezien de clou in de tweenalaatste regel terechtkomt:

Der Knäuel aus Wolle
der rollte und rollte,
er rollte und wollte
nicht stillestehn.
Jetzt ist er verschwunden...
Das Kätzchen sich wundert:
Was ist denn geschehn?

   Antoinette Mazzi noemde het Où est la pelote? – uitblinkend in onuitblinkendheid, in een zeer letterlijke vertaling waarin weinig meer van het bollenrollende Russische doorklinkt:

Elle tournait et roulait,
Elle roulait er tournait.
Elle roulait, elle s’est cachée.
Je sais où elle est passée,
Le chat ne l’a pas deviné.

   Ik kreeg twee inzendingen, een lange en een korte. De korte ging zo:

De kluwen rolde-bolde-holde
rol-bol-hol de heuvel af.
Waar is-ie nu, die stomme kluwen,
vroeg mijn domme kat zich af.

   Is helemaal niet verschrikkelijk maar ook niet verschrikkelijk bijzonder. Het blijft een beetje navertellen. De lange ging zo:

Het rolde en het bolde,
het bolde en het rolde,
mijn rolle-bolle-bolletje, mijn bolletje van wol.
Toen was mijn bolletje uitgerold
en Katertje was uitgedold.
Ik snap hoe dat gebeuren kon
maar Katertje snapt niks daarvon.

   De laatste twee regels zijn natuurlijk niet echt meer nodig, en wat weg kán, móét weg. De eerste drie regels kunnen we met een eenvoudige ingreep wat darteler en dactieler maken, kijk maar, het zit er praktisch al in en zou zeker gezien zijn als er wat meer bedenktijd was geweest:

Het rolde, het bolde,
Het bolde, het rolde,
Mijn rolle-bol-bolletje, mijn bolletje wol...

   Moraal: Even laten bezinken en nog een keer naar kijken helpt.

   Naar aanleiding van het Voorval met het egeltje had ik de opdracht gegeven het gedicht te vertalen met het woord lunchen als laatste rijmwoord. Erbij zeggend dat ik een rijmwoord zag. Dat rijmwoord was een koud kunstje, bleek, maar om lunchen echt als laatste woord te hebben had wat meer voeten in de kluitaarde. Dit kreeg ik in de brievingbust:

Na mijn dut dacht ik: jeej, lunchen!
Maar dat bleek nog geen koud kunstje...
Ik dacht: hé, wat? Ik dacht: huh, hoe?
Mijn lunch was weg... maar waarnaartoe?

   Het is inderdaad knap lastig. Uiteindelijk kwam ik zelf puzzelend hierop, niet de beste vertaling in mijn ogen van het gedichtje, omdat het nu wel erg naar een clou toewerkt die alleen maar een clou is omdat het een leuk rijmwoord is...

– Wie flikt me dat kunstje?
M’n knapzak is pleite,
En ik wou ontbijten
Of liever nog lunchen.

   In de commentaters onder de vorige blog kreeg ik ook nog deze inzending:

Is mijn knapzak weggewaaid?
Ben ik echt zo’n klunsje?
Ik maar denken, denken, denken,
maar ik kan mooi niet lunchen.

   Klunsje is goed gevonden, en lunchen volgt vrij natuurlijk uit het verhaal, je komt goed en niet heel rijmdwangmatisch aan. Bovendien staat er met dat denken, denken, denken helemaal wat er in het Russisch staat. Heel goed dus! Alleen het rijmschema stoort me een beetje: abcb. Eén zielig rijmpje maar...
   Volgende. Ловкий щенок. Lóvki sjenók. Het bijdehandte, uitgekookte, handige hondje.

Кто много лает
И дерётся,
Тот без обеда остаётся.

   Dat wil zeggen. Wie veel blaft En ruziet, Die zal zonder eten blijven.

   Gescandeerd. Kto mnóga lájet Í derjótsia, Tot bjéz abjéda ástajótsia. Een spreekwoordigheid, derjótsia rijmt op ástajótsia.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

440 Voor spek en bonen

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

445 Frederik de wrederik gecloseread

448 Wreede Piet