193 Het verhaal van de ontfleste muis
Na 1937 is deze tekst geheel herzien, inclusief de titel. Het heette niet meer De redding van het muisje – een titel met een knipoog naar boeken voor ouderen met dergelijke titels – maar Pechvogel muizenvanger, Неудачник – мышелов. De tekst werd:
За мышонком кот погнался.
Кот шипел и фыркал зло.
Кот мяукал,
Кот старался,
Но коту не повезло.
Брат спешит на помощь брату.
Лезет пленник по канату.
– До свиданья! Будь здоров,
Неудачник-мышелов! Verletterlijkt. Achter de muis ging de kat aan. De kat blies en siste kwaadaardig. De kat miauwde, De kat deed z’n best, Maar het lukte de kat niet. Broer snelt broer te hulp. De gevangene klimt aan het touw omhoog. – Tot ziens! Het ga je goed, pechvogel-muisvanger!
Het is wel iets verbeterd. Het is voorleesbaarder geworden en de eennalaatste regel met de vraag ‘leg eens uit wat er gebeurd is’ is gelukkig weg. Anderzijds was dat oj en ach van de achtervolging waarmee het begon ook niet onaardig. Maar het bijven allebei praatjes bij plaatjes. Terwijl de leukste beste bijzonderste gedichten degene zijn die juist niet de tekeningen navertellen. Of waar in ieder geval iets nieuws staat, en dan ook nog op een bijzondere manier gezegd.
Charms begreep dat wel.
En dankzij Charms begrijp ik het ook.
Daarom kan dit geen van beide van hem zijn, luidt het oordeel van ons internationale Charms Research Project.
In elk geval hoeven we het drietal andere vertalingen er niet op na te slaan.
De redding van het muisje. Daar is niet zoveel mis mee.
(De teksten onder de tekeningen zijn genummerd. Waarschijnlijk heeft de tekstdichter de onderschriften genummerd aangeleverd, om verwarring te voorkomen. Ze hadden weggemoeten natuurlijk, maar de slordige redactie heeft ze laten staan.)
Stop! Aj! Oef! Oef!
Ik krijg je nog wel, boef!
Wij komen je redden, wacht!
Klim maar naar boven, zacht...
En hup, nu snel naar huis.
Miauw zeg!
Waar is mijn muis?
Beeeeetje saai. Om te lezen dan. En dat doen we hier, lezen. Feitelijk spreken de plaatjes voor zich, dus je mag c.q. moet wat met de tekst doen. Waar ik de hele tijd op hamer, maar me hier zelf niet aan houd. Kennelijk was ik even de inspiratie kwijt. Het moet over, dat is zeker. Maar nu even niet.
De drie inzendingen die ik kreeg doen het stukken beter. De inzending uit de commentaren heeft de negen regels ook genummerd en min of meer even lang gehouden als de originele regels. Hier is het gedicht zonder regelnummering:
Hier jij! Fok! Verhip! Verrek!
Wacht maar, mij maak je niet gek.
Christus te paard!
Pak die staart!
Wauw, wat een belevenis.
Wordt mij nog geopenbaard
waar die blaag gebleven is?
Verplichte kost voor elk boek met satirische fel antireligieuze bakerrijmpjes. De wederopgestane muis. Waar zijn ze gebleven, de Van Vlotens en Multatuli’s en de Taxils, de strijders tegen de obscurantisten uit religieuze hoek? Het wordt tijd dat er weer eens minder rekening wordt gehouden met kinderachtige kleinzerige kortzichtige volwassenen en God en Allah en hun profeten weer gewoon belachelijk gemaakt kunnen worden zoals het hoort. En de opvoeding tot verantwoordelijke niet-bijgelovige burgers begint tenslotte met de kinderen.
Met de elektronische koerier kwam als eerste deze dubbele vierregelaar:
‘Muis, ik pak je, loop maar muisje,
Gauw die vaas in, vlucht maar muisje,
Rauw mijn maag in, lekker muisje,
Echt, ik pak je, wacht maar muisje...’
‘Geef niet op, mijn lieve pluisje,
Klim omhoog, klim uit dat buisje,
Ren, race, sprint, zoef naar ons huisje.
Ra ra, poes, waar is je muisje?’
Als je dit gedicht maar vaak genoeg voorleest, weet je niet meer wat het woord muisje betekent, en blijft er niets dan een klank over, uisje uisje uisje. Goed om kinderen helemaal gek te maken, en jezelf incluisje.
Nummer twee houdt zich meer aan de oorspronkelijke lengte van de regels – al hoeft dat niet, want in 1940 pasten de regels ook – en gaat zo:
Hop.
Flop.
Schraap.
Schrop.
Schijt. Ik vis jou nog wel op.
Help me, red me.
Doen we, rep je.
Rennen, jongens, zoef naar huis.
Waar is potvermauw mijn muis?
Fijne woorden voor de kleintjes, schijt en potvermauw, en ik meen het. De kunnen zich meten met het verrek en Christus te paard uit de eerste inzending. Zien we hier het begin van de emancipatie van het bakerrijm? Geen blad voor de mond meer! Volgende. Хитрый цыплёнок. Chítry tsipljónok. Het sluwe (uitgekookte, gehaaide, geslepen, goocheme) kuikentje.
Наш цыплёнок меньше всех.
Но зато хитрее всех.
Очень хитрый был цыплёнок:
Прибежал быстрее всех.
Dat wil zeggen. Ons kuikentje is kleiner dan iedereen. Maar intussen (of daarvoor) wel sluwer dan iedereen. Heel sluw was het kuikentje: Hij kwam aanrennen sneller dan iedereen.
Gescandeerd: Násj tsipljónok ménsje vsiëch. Nó zató chitréë vsiëch. Ótsjin chítry byl tsipljónok: Príbezjál bystréë vsiëch. Rijmschema: aaba. Versvoet: trochee.
За мышонком кот погнался.
Кот шипел и фыркал зло.
Кот мяукал,
Кот старался,
Но коту не повезло.
Брат спешит на помощь брату.
Лезет пленник по канату.
– До свиданья! Будь здоров,
Неудачник-мышелов! Verletterlijkt. Achter de muis ging de kat aan. De kat blies en siste kwaadaardig. De kat miauwde, De kat deed z’n best, Maar het lukte de kat niet. Broer snelt broer te hulp. De gevangene klimt aan het touw omhoog. – Tot ziens! Het ga je goed, pechvogel-muisvanger!
Het is wel iets verbeterd. Het is voorleesbaarder geworden en de eennalaatste regel met de vraag ‘leg eens uit wat er gebeurd is’ is gelukkig weg. Anderzijds was dat oj en ach van de achtervolging waarmee het begon ook niet onaardig. Maar het bijven allebei praatjes bij plaatjes. Terwijl de leukste beste bijzonderste gedichten degene zijn die juist niet de tekeningen navertellen. Of waar in ieder geval iets nieuws staat, en dan ook nog op een bijzondere manier gezegd.
Charms begreep dat wel.
En dankzij Charms begrijp ik het ook.
Daarom kan dit geen van beide van hem zijn, luidt het oordeel van ons internationale Charms Research Project.
In elk geval hoeven we het drietal andere vertalingen er niet op na te slaan.
De redding van het muisje. Daar is niet zoveel mis mee.
(De teksten onder de tekeningen zijn genummerd. Waarschijnlijk heeft de tekstdichter de onderschriften genummerd aangeleverd, om verwarring te voorkomen. Ze hadden weggemoeten natuurlijk, maar de slordige redactie heeft ze laten staan.)
Stop! Aj! Oef! Oef!
Ik krijg je nog wel, boef!
Wij komen je redden, wacht!
Klim maar naar boven, zacht...
En hup, nu snel naar huis.
Miauw zeg!
Waar is mijn muis?
Beeeeetje saai. Om te lezen dan. En dat doen we hier, lezen. Feitelijk spreken de plaatjes voor zich, dus je mag c.q. moet wat met de tekst doen. Waar ik de hele tijd op hamer, maar me hier zelf niet aan houd. Kennelijk was ik even de inspiratie kwijt. Het moet over, dat is zeker. Maar nu even niet.
De drie inzendingen die ik kreeg doen het stukken beter. De inzending uit de commentaren heeft de negen regels ook genummerd en min of meer even lang gehouden als de originele regels. Hier is het gedicht zonder regelnummering:
Hier jij! Fok! Verhip! Verrek!
Wacht maar, mij maak je niet gek.
Christus te paard!
Pak die staart!
Wauw, wat een belevenis.
Wordt mij nog geopenbaard
waar die blaag gebleven is?
Verplichte kost voor elk boek met satirische fel antireligieuze bakerrijmpjes. De wederopgestane muis. Waar zijn ze gebleven, de Van Vlotens en Multatuli’s en de Taxils, de strijders tegen de obscurantisten uit religieuze hoek? Het wordt tijd dat er weer eens minder rekening wordt gehouden met kinderachtige kleinzerige kortzichtige volwassenen en God en Allah en hun profeten weer gewoon belachelijk gemaakt kunnen worden zoals het hoort. En de opvoeding tot verantwoordelijke niet-bijgelovige burgers begint tenslotte met de kinderen.
Met de elektronische koerier kwam als eerste deze dubbele vierregelaar:
‘Muis, ik pak je, loop maar muisje,
Gauw die vaas in, vlucht maar muisje,
Rauw mijn maag in, lekker muisje,
Echt, ik pak je, wacht maar muisje...’
‘Geef niet op, mijn lieve pluisje,
Klim omhoog, klim uit dat buisje,
Ren, race, sprint, zoef naar ons huisje.
Ra ra, poes, waar is je muisje?’
Als je dit gedicht maar vaak genoeg voorleest, weet je niet meer wat het woord muisje betekent, en blijft er niets dan een klank over, uisje uisje uisje. Goed om kinderen helemaal gek te maken, en jezelf incluisje.
Nummer twee houdt zich meer aan de oorspronkelijke lengte van de regels – al hoeft dat niet, want in 1940 pasten de regels ook – en gaat zo:
Hop.
Flop.
Schraap.
Schrop.
Schijt. Ik vis jou nog wel op.
Help me, red me.
Doen we, rep je.
Rennen, jongens, zoef naar huis.
Waar is potvermauw mijn muis?
Fijne woorden voor de kleintjes, schijt en potvermauw, en ik meen het. De kunnen zich meten met het verrek en Christus te paard uit de eerste inzending. Zien we hier het begin van de emancipatie van het bakerrijm? Geen blad voor de mond meer! Volgende. Хитрый цыплёнок. Chítry tsipljónok. Het sluwe (uitgekookte, gehaaide, geslepen, goocheme) kuikentje.
Наш цыплёнок меньше всех.
Но зато хитрее всех.
Очень хитрый был цыплёнок:
Прибежал быстрее всех.
Dat wil zeggen. Ons kuikentje is kleiner dan iedereen. Maar intussen (of daarvoor) wel sluwer dan iedereen. Heel sluw was het kuikentje: Hij kwam aanrennen sneller dan iedereen.
Gescandeerd: Násj tsipljónok ménsje vsiëch. Nó zató chitréë vsiëch. Ótsjin chítry byl tsipljónok: Príbezjál bystréë vsiëch. Rijmschema: aaba. Versvoet: trochee.
Ha, daar is het gratis graan.
BeantwoordenVerwijderenGa maar vast, ik kom eraan.
Dit hier is mijn vriend De Voorste;
ik zeg meestal kortweg Haan.