189 Het verhaal van de straffende hark
Ook deze tekst sneuvelde na 1937. Waarom? Zo geweldig was hij sowieso al niet, met de erg voorspelbare en veelgebruikte rijmwoorden Bob, chlop en v lob. De laatste twee het bekendst uit het kinderversje over Beertje Sleepvoet die een dennenappel krijgt, recht op zijn voorhoofd, in Bij mij op de maan, blz. 14:
Beertje Sleepvoet wandelt
Door het grote bos,
Dennenappels rapen,
Slapen in het mos.
Valt een dennenappel
Recht op Beertjes snuit,
Stampt-ie met z’n voeten,
En dan is het uit!
Is het Charms, het verhaal van de straffende hark?
Onwaarschijnlijk.
De vervangende tekst natuurlijk al helemaal niet, want in 1940, toen de tweede druk uitkwam, crepeerde Charms al in de gevangenis.
De tekst van 1940 gaat in de richting van de spreekwoorden wie een kuil graaft voor een ander, boontje komt om zijn loontje, eigen schuld dikke bult en dergelijke: Бывает: тому попадает, / Кто сам на других нападает. Verletterlijkt: Soms krijg diegeen een lesje, die zelf anderen overvalt of binnenvalt, invadeert.
Een beetje rijmdwangmatig gemaakt. Maar van deze tekst hoeven we ons gelukkig niets aan te trekken. Wij hebben een andere. Die moeilijk genoeg is.
Met Bob en chlop en v lob.
Is er iets met de klanken te doen? Pats. Boem. Klets. Knal. Klunk.
Hm, niet veel.
Beginnen we dan met de hark en de pot als belangrijkste attributen. Op hark rijmt niet veel bruikbaars hier, met pot zitten we beter. Op de hark viel plots een pot.
Rot! – denk ik er meteen achteraan.
Een openingetje! Op de hark viel plots een pot — rot.
En dan als laatste regel: En de poes kreeg op haar snuit — uit.
Op haar snuit krijgen in de zin van op haar falie, op haar brood, het lid op de neus.
Dan puzzelt zich de eerste regel moeizaam ook wel in elkaar.
Iets met snurk? (Een van de favoriete stilzwijgende exclamaties van Lieke. O nee hè! Snurk!) Iets met slaap? Iets met droomde van een bot? (Zot! – maar dan zou je driemaal twee woorden op -ot moeten hebben, en geen tweemaal.) Droomde bij de muur? Op de grond?
Of zoeken we het in de naam van het hondenbeest? Droomde Fik? (Lik!) Dat lik is niet lekker.
Dan maar zo. Hoe de poes de hark op haar neus kreeg.
Van een bot droomt kleine Krijn – fijn.
Op de hark valt plots een pot — rot.
En de poes krijgt op haar snuit — uit.
Het zit me nog niet lekker, met die Krijn die wel een naam heeft en de poes niet. Oké, dat heeft het Russisch ook, met Bob en de poes. Maar daarom denk ik ook dat het niet van Charms is. En we moeten er wel Charms van maken. Toch nog eens met zes maal op -ot proberen? Het zou een kunststukje zijn. Gevaren alleen: 1) krukkigheid van zeggen 2) erger nog: virtuositeit.
Blafbeest droomde van een bot. (Zot!)
Op de hark viel plots een pot. (Rot!)
Pestpoes lachte zich kapot. (Not!)
Ik kreeg een x-aantal inzendingen, laten we zeggen meer dan twee en asymptotisch de drie benaderend. Eentje publiekelijk openbaar, open en bloot voor de wereld te zien zoals de Ingelse zeggen, maar anoniem, zodat de beschuldigende prikvinger als niet voor degeen bestemd hoeft beschouwd te worden. ‘Degeen’, is dat trouwens geen genderneutraal aanwijswoord wie het overwegen waard is? ‘Degeen heb het gedaan!’
Leuk, denkt Poes, die hond heet Bob.
Rijmt op: cactus op je kop.
Maar dan: mis Poes! Poes, pas op!
Waarom zou je de naam van de hond eigenlijk Bob laten? Dat is in het Russisch alleen maar omdat er leuke dingen op rijmen. Leuker dan kop en op. Dan kun je er beter Poppie van maken, en het laten rijmen op koppie en de derde regel eindigen met iets als Oj Poesie, pas toch oppie! Dan staat er in elk geval iets leuks grappigs raars bijzonders.
De andere inzending is minder rollercoaster-achtig van wisselend perspectief (Poes en alwetende Verteller) en veranderende insteek (Poes die bekend is met het Russische origineel, poëtico-nonsensicale motivatie, toch nog medelijden), en ermee in vergelijking de rust zelve:
Even mikken, zachtjes tikken,
zo ga ik die hond wat flikken...
Stik! Recht op mijn eigen smikkel!
Minpuntje is hier alleen het halfrijm, hoe leuk het woord smikkel ook is. Als je op smikkel wil eindigen, en dat moedig ik alleen maar aan, moet je daarvoor rijmwoorden verzinnen. Nu geeft het de indruk van sorry ik wist even niks anders. De variant is weer één stap van de realiteit verwijderd, en daarmee de onmiddellijke beleving, omdat Poes het gebeurde blijkt na te vertellen. Dan is de eerste versie te prefereren.
Even mikken, zachtjes tikken,
zo – dacht ik – ga ik het flikken...
Vliegt die hark toch op mijn smikkel!! Volgende. Как белка ездила в гости. Kak bjélka jéézdila v góstje. Hoe de eekhoorn op bezoek ging.
Подождите, я к обеду.
К вам на зонтике приеду.
Dat wil zeggen. Wacht. Ik kom eten. Ik kom naar jullie toe in een paraplu.
Gescandeerd. Pádazjdíétje, já k abjéddoe. K vám na zóntjiekjé prijédoe.
Beertje Sleepvoet wandelt
Door het grote bos,
Dennenappels rapen,
Slapen in het mos.
Valt een dennenappel
Recht op Beertjes snuit,
Stampt-ie met z’n voeten,
En dan is het uit!
Is het Charms, het verhaal van de straffende hark?
Onwaarschijnlijk.
De vervangende tekst natuurlijk al helemaal niet, want in 1940, toen de tweede druk uitkwam, crepeerde Charms al in de gevangenis.
De tekst van 1940 gaat in de richting van de spreekwoorden wie een kuil graaft voor een ander, boontje komt om zijn loontje, eigen schuld dikke bult en dergelijke: Бывает: тому попадает, / Кто сам на других нападает. Verletterlijkt: Soms krijg diegeen een lesje, die zelf anderen overvalt of binnenvalt, invadeert.
Een beetje rijmdwangmatig gemaakt. Maar van deze tekst hoeven we ons gelukkig niets aan te trekken. Wij hebben een andere. Die moeilijk genoeg is.
Met Bob en chlop en v lob.
Is er iets met de klanken te doen? Pats. Boem. Klets. Knal. Klunk.
Hm, niet veel.
Beginnen we dan met de hark en de pot als belangrijkste attributen. Op hark rijmt niet veel bruikbaars hier, met pot zitten we beter. Op de hark viel plots een pot.
Rot! – denk ik er meteen achteraan.
Een openingetje! Op de hark viel plots een pot — rot.
En dan als laatste regel: En de poes kreeg op haar snuit — uit.
Op haar snuit krijgen in de zin van op haar falie, op haar brood, het lid op de neus.
Dan puzzelt zich de eerste regel moeizaam ook wel in elkaar.
Iets met snurk? (Een van de favoriete stilzwijgende exclamaties van Lieke. O nee hè! Snurk!) Iets met slaap? Iets met droomde van een bot? (Zot! – maar dan zou je driemaal twee woorden op -ot moeten hebben, en geen tweemaal.) Droomde bij de muur? Op de grond?
Of zoeken we het in de naam van het hondenbeest? Droomde Fik? (Lik!) Dat lik is niet lekker.
Dan maar zo. Hoe de poes de hark op haar neus kreeg.
Van een bot droomt kleine Krijn – fijn.
Op de hark valt plots een pot — rot.
En de poes krijgt op haar snuit — uit.
Het zit me nog niet lekker, met die Krijn die wel een naam heeft en de poes niet. Oké, dat heeft het Russisch ook, met Bob en de poes. Maar daarom denk ik ook dat het niet van Charms is. En we moeten er wel Charms van maken. Toch nog eens met zes maal op -ot proberen? Het zou een kunststukje zijn. Gevaren alleen: 1) krukkigheid van zeggen 2) erger nog: virtuositeit.
Blafbeest droomde van een bot. (Zot!)
Op de hark viel plots een pot. (Rot!)
Pestpoes lachte zich kapot. (Not!)
Ik kreeg een x-aantal inzendingen, laten we zeggen meer dan twee en asymptotisch de drie benaderend. Eentje publiekelijk openbaar, open en bloot voor de wereld te zien zoals de Ingelse zeggen, maar anoniem, zodat de beschuldigende prikvinger als niet voor degeen bestemd hoeft beschouwd te worden. ‘Degeen’, is dat trouwens geen genderneutraal aanwijswoord wie het overwegen waard is? ‘Degeen heb het gedaan!’
Leuk, denkt Poes, die hond heet Bob.
Rijmt op: cactus op je kop.
Maar dan: mis Poes! Poes, pas op!
Waarom zou je de naam van de hond eigenlijk Bob laten? Dat is in het Russisch alleen maar omdat er leuke dingen op rijmen. Leuker dan kop en op. Dan kun je er beter Poppie van maken, en het laten rijmen op koppie en de derde regel eindigen met iets als Oj Poesie, pas toch oppie! Dan staat er in elk geval iets leuks grappigs raars bijzonders.
De andere inzending is minder rollercoaster-achtig van wisselend perspectief (Poes en alwetende Verteller) en veranderende insteek (Poes die bekend is met het Russische origineel, poëtico-nonsensicale motivatie, toch nog medelijden), en ermee in vergelijking de rust zelve:
Even mikken, zachtjes tikken,
zo ga ik die hond wat flikken...
Stik! Recht op mijn eigen smikkel!
Minpuntje is hier alleen het halfrijm, hoe leuk het woord smikkel ook is. Als je op smikkel wil eindigen, en dat moedig ik alleen maar aan, moet je daarvoor rijmwoorden verzinnen. Nu geeft het de indruk van sorry ik wist even niks anders. De variant is weer één stap van de realiteit verwijderd, en daarmee de onmiddellijke beleving, omdat Poes het gebeurde blijkt na te vertellen. Dan is de eerste versie te prefereren.
Even mikken, zachtjes tikken,
zo – dacht ik – ga ik het flikken...
Vliegt die hark toch op mijn smikkel!! Volgende. Как белка ездила в гости. Kak bjélka jéézdila v góstje. Hoe de eekhoorn op bezoek ging.
Подождите, я к обеду.
К вам на зонтике приеду.
Dat wil zeggen. Wacht. Ik kom eten. Ik kom naar jullie toe in een paraplu.
Gescandeerd. Pádazjdíétje, já k abjéddoe. K vám na zóntjiekjé prijédoe.
'Wij gaan eten, kom erbij.'
BeantwoordenVerwijderen'Goed idee, ik kom eraan.
Kijk, zo wordt mijn visgerei
een-twee-drie een kabelbaan.'