198 Het verhaal van de kloppende specht, de zwijgende oehoe en de boze eekhoorn

   Spannend verhaal!
   Strak. Louter actie. Mooi van ritme. En leuk van rijm en opbouw.
   Dat kan niet anders dan van Charms zijn.
   Het verdwijnt na 1937, dus vertaaltechnisch vergelijkingsmateriaal ontberen we.
   Wie klopte daar? kan de titel zijn. Maar evengoed kun je denken aan Wie was dat? – alleen ga je dan denken dat het een raadsel is dat de lezer moet oplossen.
   De kloppende specht, de zwijgende oehoe en de boze eekhoorn vind ik ook niet slecht. Verraad alles maar in de titel!
   Maar misschien is Klop klop klop nog het beste.
   Het is natuurlijk – ziet het ernaar uit – godsonmogelijk om het met dezelfde dieren als op de tekeningen even kort te houden en even strak te rijmen.
   Er zal water bij de wijn moeten. Een sloot water.
   Dat mag.
   Zolang het maar geen slootwater wordt.
   Of we maken het niet overal rijmend maar wel strak van ritme. Dat is ook al een hele opgave.
   Of?.. Gaat het toch?..
   Hebbes.
   Doorbraakmoment: de gedachte dat de deur woedend kan openzwaaien. Dan hoeft eekhoorn niet meer expliciet boos te zijn. Dus. Klop klop klop. (Met een iets losser rijmschema dan het aabbbb van het origineel.)

Specht tikt,
Uil geeuwt,
De deur zwaait woedend open.
Uil schrikt,
Eekhoorn schreeuwt,
En specht – is weggekropen.

   Ik kreeg drie inzendingen, Belletje-trek geheten, die gehakt maken van mijn vermoeden dat het onmogelijk zou zijn om met dezelfde dieren en hetzelfde rijmschema een overtuigende vertaling te maken. Kijk maar, ze mogen er alle drie meer dan wezen:

De specht tokt woest
De oehoe soest
De deur zwaait open
De eekhoorn heeft gezopen
De oehoe moet gaan lopen
De specht is weggekropen

De specht doet lustig rik-tik-tik
De uil is rustig, geeft geen kik
De deur gaat piepend op een kier
De eekhoorn tiert: ‘Wie is die klier?’
De uil wordt bleker dan een pier
De specht kruipt weg: ‘Ik ben niet hier...’

Een specht en een uil deden belletje-trek
Nog één laatste keer, zei de specht – hij wordt gek!
De eekhoorn deed open, zag wéér niemand staan
Hij stond op ontploffen, hij liep knalrood aan
Van schrik is de uil van zijn stokje gegaan
Verrek, dacht de specht, flits me nú naar de maan...

   Je ziet, hoe langer de tekst, hoe meer het gedicht op eigen benen kan staan, zozeer zelfs dat je onwillekeurig gaat denken, hé, zou het niet leuk zijn daar een illustratie bij te maken? Het enige waar het – als ik een spijker op laag water moet zoeken, een mens moet toch íéts te zeiken hebben – in de langere aan ontbreekt is een echt knallende afmaker. Dat is altijd extra leuk, als de vertaling ook echt naar een soort clou of pointe toe bijkt te werken... Maar dat is dan ook alles.
   Volgende. Как игрушечный зайчик спас живого. Kák iegróésjetsjnyj zájtsjiek spás zjievóvo. Hoe een speelgoedhaas een echte redde.

От собак мне не уйти...
Вдруг игрушка на пути.
Я игрушку кину псам,
А игрушкой буду сам.

   Dat wil zeggen. Van de honden ren ik niet meer weg... Plots een speeltje onderweg. Ik gooi het speeltje voor de honden, En het speeltje word ik zelf.

   Gescandeerd. Ót sabák mnjee njéé oeïétie... Vdróég iegróésjka ná poetíé. Ja iegróésjkoe kíénoe psám, A igróésjkoj bóédoe sám. Versvoet: hop twee hop twee (trochee).

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

367 Delina Delaney, hoofdstuk I

365 Er liep een man op straat

366 Hoe schrijf je geen gedicht

364 Wereldkampioen alles

363 De wezel en de ezel

361 Harry Mulisch als vertaler

370 Koning Bub

369 Dierenmoeder houdt van dierenkind

368 De kikker