393 Delina Delaney, hoofdstuk IV
Delina is weggestuurd van Columba Castle omdat hare Ladyships zoon Lord haar lastigviel en achter de vodden zat – zo ging dat en zo gaat dat, als het manvolk z’n poten niet kan thuishouden moeten de vrouwen het veld ruimen, in plaats van omgekeerd, dat de vrouwen hun poten niet kunnen thuishouden en het manvolk z’n biezen mag pakken.
Maar ook in huize Delaney gaat de zon weer op en dat staat er zo:
Sol soon penetrated the muddy mists that buried the land with his regal rays of giant strength, and scattered the vapoury mock of nations into pits of unobserved ether.
... scattered the vapoury mock of nations: dat zal de nevel wel zijn, maar waarom wordt die mock of nations genoemd? Bespot de mistigheid de landen en volken? Of bespotten de landen en volken de mist? Het kan grammaticaal allebei. Zoeken op tinternet levert weinig op: het lijkt geen vaste frase geweest te zijn, hoewel het wel een paar keer voorkomt. Als ik me heel erg inleef, zou ik kunnen vermoeden dat de mist de schoonheid van het land verbergt voor de blik van de mensen, en de mensen aldus een loer draait, een streek levert, bespot.
Sol doordrong al spoedig de morsige mist die het land bedekende met zijn majesteitelijke stralen van reuzenmacht, en verstrooide de nevelige spot der volkeren in afgronden van onzienlijke ether.
Het raadsel is met deze vertaling niet opgelost, maar daar staat tegenover dat het zo mooi klinkt, dat een lezer zich niets hoeft af te vragen en zich op de woorden kan laten meedrijven.
Kwekeling Delina wordt op school wantrouwend aangekeken door de bovenmeester, Mr. John Nougher, een man van om en nabij de vijftig, ‘die slechts schamel deelde in de luttele in het oog springende charmes waarop mannen van literair allooi kunnen bogen’ (who shared only slightly in the few prominent charms attached to men of literary standing), weer zo’n steek onder water van de schrijfster aan een hele verachte beroepsgroep. Je vermoedt dat de bovenmeester een duistere rol gaat spelen, maar hij verdwijnt al spoedig van het toneel. Wat enerzijds misschien klungelig is, in de compositie van de roman, maar anderzijds de spanning er ook wel inhoudt. Je weet nooit waarom iets er staat bij Amanda Ros!
Waar de hoofdpersonen in Irene Iddesleigh moreel allebei tamelijk verdorven zijn (iedereen trouwens in dat boek), zijn Delina en Lord Gifford de zuiverheid zelve, al blijven we lange tijd vermoeden dat er addertjes onder het gras schuilen. De slechterik in dit verhaal moet nog opduiken, maar die is dan ook wel zo ongelofelijk laaghartig, dat ze zo door Warner Brothers gecontracteerd kan worden.
Negen maanden verstrijken en Delina wordt alsmaar mooier: toeristerende jongelui van de stand die ‘de chic’ wordt genoemd werpen verlekkerde blikken op haar, maar dan komt Lord Gifford terug uit Londen en opnieuw cornert hij haar, op weg van school. Zij bloost ervan, of liever gezegd:
Kortstondig kleurde ze karmozijn van consternatie. Voor het eerst toonde een miniem smetje van haar situatie uitwendige symptomen, of baande zich ter afscheiding een inwendige porie.
She grew momentarily crimsoned with confusion. This was the first time the remotest taint of her position showed symptoms outwardly, or paved an inward pore for their secretion. Waarbij het niet duidelijk is wat die position betekent. Het woord is eerder gebruikt om haar betrekking, baantje mee aan te duiden, maar hier lijkt het te gaan over haar nog steeds bestaande heimelijke gevoel voor Lord Gifford.
Maar dan! Hou je handen boven de lakens, want dan volgt een plotseling wel erg geile passage, die des te geiler wordt omdat je niet weet wie wie is. Ik citeer hem in het Engels, met de vraag, wie is de sinless atom die hier wordt opgevoerd? Is het zij of is het hij?
Could a king, a prince, a duke — nay, even one of those ubiquitous invisibles who, we are led to believe, accompanies us when thinking, speaking, or acting — could even this sinless atom refrain from tainting its spotless gear with the wish of a human heart, as those grey eyes looked in bashful tenderness into the glittering jet revolvers that reflected their sparkling lustre from nave to circumference, casting a deepened brightness over the whole features of an innocent girl, and expressing, in visible silence, the thoughts, nay, even the wish, of a fleshy triangle whose base had been bitten by order of the Bodiless Thinker.
Uniek is ook het woord revolvers voor ogen, kijkers, glimmeriken, doppen, waarvoor je in vertaling kan gaan denken aan ronddraaiers, schijven of zelfs werpspiezen – maar nee, het moeten ronde dingen zijn, wentelaars dan? draaischijven? of kun je de glittering jet revolvers toch vertalen met glinsterende gitspuiten? Grootste probleem: wie of wat wordt er bedoeld met de Bodiless Thinker? Ik dacht eerst dat de schrijfster het omgekeerde bedoelde, het Niet-denkende Lijf, je Onstoffelijke Wil, die je meesleept in situaties die je diep van binnen hartstochtelijk begeert, maar intussen staat er iets anders.
Ik denk dat de sinless atom slaat op Lord Gifford, die hier toch niet anders kan dan aangevallen worden door al te menselijke vleselijke begeerte; de grijze ogen zijn van Delina, en de gitzwart glinsterende draaischijven weer van de man-gaze. Kon een koning, een prins, een hertog – nee, zelfs een van die alomtegenwoordige onzichtbaren die ons, zo dienen wij te geloven, vergezelt op ons denken, spreken of handelen – kon zelfs dit onbevlekt atoom anders dan zijn ongerepte tooi bezoedelen met al te menselijk verlangen, toen die grijze ogen in verlegen genegenheid in de gitzwart glinsterende draaischijven blikten die hun glimmende glans van naaf tot omtrek spiegelden en het ganse gelaat van een onschuldig meisje met een verhevigde gloed overgoten, aldus in zichtbaar zwijgen uiting gevend aan het denkbeeld van, nee zelfs verlangen naar een vlezige driehoek waarvan het grondvlak was afgebeten op bevel van de Ledeloze Denker.
Lord Gifford verklaart dat hem geen zee te hoog gaat om het strand naar haar hart te bereiken, en Delina valt omnacht in onmacht, in zijn armen – she swooned a swaggerer staat er, heel prachtig en neologistiek, ze bezweek bezwijmend, of bezweek in zwijm, of misschien moet er nog iets vreemders voor worden bedacht – en hij levert haar weer in het nederige vissersstulpje af met de woorden (tot haar moeder gericht) dat ze vanaf nu beschouwd moet worden als het liefje van Lord Gifford.
_____
Delina Delaney van Amanda Ros is op archive.org te lezen en te downloaden, hier. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
Maar ook in huize Delaney gaat de zon weer op en dat staat er zo:
Sol soon penetrated the muddy mists that buried the land with his regal rays of giant strength, and scattered the vapoury mock of nations into pits of unobserved ether.
... scattered the vapoury mock of nations: dat zal de nevel wel zijn, maar waarom wordt die mock of nations genoemd? Bespot de mistigheid de landen en volken? Of bespotten de landen en volken de mist? Het kan grammaticaal allebei. Zoeken op tinternet levert weinig op: het lijkt geen vaste frase geweest te zijn, hoewel het wel een paar keer voorkomt. Als ik me heel erg inleef, zou ik kunnen vermoeden dat de mist de schoonheid van het land verbergt voor de blik van de mensen, en de mensen aldus een loer draait, een streek levert, bespot.
Sol doordrong al spoedig de morsige mist die het land bedekende met zijn majesteitelijke stralen van reuzenmacht, en verstrooide de nevelige spot der volkeren in afgronden van onzienlijke ether.
Het raadsel is met deze vertaling niet opgelost, maar daar staat tegenover dat het zo mooi klinkt, dat een lezer zich niets hoeft af te vragen en zich op de woorden kan laten meedrijven.
Kwekeling Delina wordt op school wantrouwend aangekeken door de bovenmeester, Mr. John Nougher, een man van om en nabij de vijftig, ‘die slechts schamel deelde in de luttele in het oog springende charmes waarop mannen van literair allooi kunnen bogen’ (who shared only slightly in the few prominent charms attached to men of literary standing), weer zo’n steek onder water van de schrijfster aan een hele verachte beroepsgroep. Je vermoedt dat de bovenmeester een duistere rol gaat spelen, maar hij verdwijnt al spoedig van het toneel. Wat enerzijds misschien klungelig is, in de compositie van de roman, maar anderzijds de spanning er ook wel inhoudt. Je weet nooit waarom iets er staat bij Amanda Ros!
Waar de hoofdpersonen in Irene Iddesleigh moreel allebei tamelijk verdorven zijn (iedereen trouwens in dat boek), zijn Delina en Lord Gifford de zuiverheid zelve, al blijven we lange tijd vermoeden dat er addertjes onder het gras schuilen. De slechterik in dit verhaal moet nog opduiken, maar die is dan ook wel zo ongelofelijk laaghartig, dat ze zo door Warner Brothers gecontracteerd kan worden.
Negen maanden verstrijken en Delina wordt alsmaar mooier: toeristerende jongelui van de stand die ‘de chic’ wordt genoemd werpen verlekkerde blikken op haar, maar dan komt Lord Gifford terug uit Londen en opnieuw cornert hij haar, op weg van school. Zij bloost ervan, of liever gezegd:
Kortstondig kleurde ze karmozijn van consternatie. Voor het eerst toonde een miniem smetje van haar situatie uitwendige symptomen, of baande zich ter afscheiding een inwendige porie.
She grew momentarily crimsoned with confusion. This was the first time the remotest taint of her position showed symptoms outwardly, or paved an inward pore for their secretion. Waarbij het niet duidelijk is wat die position betekent. Het woord is eerder gebruikt om haar betrekking, baantje mee aan te duiden, maar hier lijkt het te gaan over haar nog steeds bestaande heimelijke gevoel voor Lord Gifford.
Maar dan! Hou je handen boven de lakens, want dan volgt een plotseling wel erg geile passage, die des te geiler wordt omdat je niet weet wie wie is. Ik citeer hem in het Engels, met de vraag, wie is de sinless atom die hier wordt opgevoerd? Is het zij of is het hij?
Could a king, a prince, a duke — nay, even one of those ubiquitous invisibles who, we are led to believe, accompanies us when thinking, speaking, or acting — could even this sinless atom refrain from tainting its spotless gear with the wish of a human heart, as those grey eyes looked in bashful tenderness into the glittering jet revolvers that reflected their sparkling lustre from nave to circumference, casting a deepened brightness over the whole features of an innocent girl, and expressing, in visible silence, the thoughts, nay, even the wish, of a fleshy triangle whose base had been bitten by order of the Bodiless Thinker.
Uniek is ook het woord revolvers voor ogen, kijkers, glimmeriken, doppen, waarvoor je in vertaling kan gaan denken aan ronddraaiers, schijven of zelfs werpspiezen – maar nee, het moeten ronde dingen zijn, wentelaars dan? draaischijven? of kun je de glittering jet revolvers toch vertalen met glinsterende gitspuiten? Grootste probleem: wie of wat wordt er bedoeld met de Bodiless Thinker? Ik dacht eerst dat de schrijfster het omgekeerde bedoelde, het Niet-denkende Lijf, je Onstoffelijke Wil, die je meesleept in situaties die je diep van binnen hartstochtelijk begeert, maar intussen staat er iets anders.
Ik denk dat de sinless atom slaat op Lord Gifford, die hier toch niet anders kan dan aangevallen worden door al te menselijke vleselijke begeerte; de grijze ogen zijn van Delina, en de gitzwart glinsterende draaischijven weer van de man-gaze. Kon een koning, een prins, een hertog – nee, zelfs een van die alomtegenwoordige onzichtbaren die ons, zo dienen wij te geloven, vergezelt op ons denken, spreken of handelen – kon zelfs dit onbevlekt atoom anders dan zijn ongerepte tooi bezoedelen met al te menselijk verlangen, toen die grijze ogen in verlegen genegenheid in de gitzwart glinsterende draaischijven blikten die hun glimmende glans van naaf tot omtrek spiegelden en het ganse gelaat van een onschuldig meisje met een verhevigde gloed overgoten, aldus in zichtbaar zwijgen uiting gevend aan het denkbeeld van, nee zelfs verlangen naar een vlezige driehoek waarvan het grondvlak was afgebeten op bevel van de Ledeloze Denker.
Lord Gifford verklaart dat hem geen zee te hoog gaat om het strand naar haar hart te bereiken, en Delina valt omnacht in onmacht, in zijn armen – she swooned a swaggerer staat er, heel prachtig en neologistiek, ze bezweek bezwijmend, of bezweek in zwijm, of misschien moet er nog iets vreemders voor worden bedacht – en hij levert haar weer in het nederige vissersstulpje af met de woorden (tot haar moeder gericht) dat ze vanaf nu beschouwd moet worden als het liefje van Lord Gifford.
Delina Delaney van Amanda Ros is op archive.org te lezen en te downloaden, hier. Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
Reacties
Een reactie posten