394 Nacht, trottoir – annotatief
Het is een vraag waarop literatuurwetenschappers zich al honderden jaren buigen: wordt een gedicht beter als je er meer van weet? Of verpest kennis de perceptie?
De eerste zienswijze heeft veel aanhangers – anders zouden er ook niet zoveel biografieën van schrijvers worden geschreven en gelezen. De tweede weinig. Terwijl die op het eerste oog verreweg het redelijkste is. Waarvoor waartoe waarom waarheen al die achtergrondinformatie? Neem het mee en stik d’rin. Het gaat al mis met die ongezonde nieuwsgierigheid als je te horen krijgt dat een boek dat je las feitelijk door iemand geschreven is. Ik herinner me nog goed wat voor teleurstelling dat was, dat ik dat te weten kwam. Het was gewoon mensenwerk, uit de duimzuigerij, een willekeurige hoeveelheid willekeurige woorden die een onschuldig kind door de strot worden gedouwd. Wat had ik me dan voorgesteld? Dat weet ik niet precies. Iets wat altijd al bestaan had, iets onherroepelijks, iets noodlottigs? Het Woord Zelve? In elk geval niet iets wat mevrouw Gommans die naast ons woonde bedacht had kunnen hebben. Het Mysterie verfloepte, maar er kwam Kennis voor in de plaats. Onuitputtelijke Kennis, want laten we wel wezen – er is op de wereld best veel te weten, voor wie daar interesse in heeft.
Nacht.1 Trottoir.2 Drogist.3 Lantaren –
En licht4, stompzinnig vies en voos.
Leef nog twintig-dertig jaren5:
Niets verandert.6 Uitzichtloos.7
Ga dood – en het begint van voren,8
Herhaalt zich in de kille mist:9
Nacht, de grachten toegevroren,10
Straatlantaarn. Trottoir. Drogist.11
1 Welke tijd van de nacht wordt niet gepreciseerd: het gedicht is gedateerd 10 oktober 1912; de Petersburgse nacht heeft dan een lengte van 13 uur en 19 minuten, van 7:24u tot 18:05u, terwijl de ochtendschemer al om 5:05u begint en de avondschemer zich tot 20:24u uitstrekt
2 De Petersburgse trottoirs waren houten plankieren: erover lopen kun je ’s winters beschouwen als een ‘dodendans’, zoals de cyclus heet waar dit gedicht deel van uitmaakt in de bundel Gruwelwereld).
3 ‘Ieder huis heeft een drogist’, zei Blok op de vraag waarom het noemen van deze neringdoende zo belangrijk was; men vermoedt dat de drogisterij – annex apotheek – zich bevond op het Krestovski-eiland, nabij de houten brug over de Mojka.
4 Zoals bekend verlicht verlichting niet maar maakt alles buiten de lichtkring juist donker: lantaarnlicht is dan ook even stompzinnig-zinloos als dat het een vies en voos schijnsel afgeeft, zeker in de nevelige winterlucht van Petersburg, je moet er alleen wel oog voor hebben en in de stemming voor zijn; toen Blok dit schreef had hij kort geleden zijn vader en zijn zoon verloren en was hij net teruggekeerd van een teleurstellend verblijf in het smerige Frankrijk, inzonderheid Bretagne; en zijn acterende vrouw en muze bedroog hem voor de zoveelste keer met een ander.
5 Blok was tweeëndertig toen hij dit gedicht schreef: hij had geen twintig of dertig maar nog acht jaar te leven, en overleed op veertigjarige leeftijd op 7 augustus 1921.
6 Ook toen er wel iets veranderde, met de Russische februarirevolutie van 1917 waar Blok warm voor liep – hij verwachtte er een nieuw elan van – veranderde er bij nader inzien niets, zeker na de bolsjewistische machtsovername in november (de ‘oktoberrevolutie’), aan de vooravond waarvan Blok zijn zwanenzang schreef, het bloedstollende lange gedicht De twaalf)
7 Gorki noemde dit gedicht ‘een van Bloks meest malicieuze nihilistische gedichten’.
8 Niet alleen zielsverhuizenderwijs, dat je na je dood in een ander wezen reïncarneert, maar ook authentiek zenboeddhistisch: iedereen is een ik en jij bent die ik. Blok was een felrealistische mysticus van de onderkant van de samenleving.
9 De mist, bij uitstek het ectoplasmatisch medium waarin de dingen vervloeien en in elkaar overgaan en opnieuw beginnen.
10 De grachten heten in Petersburg ook wel kanalen maar zijn naar Hollands voorbeeld aangelegd; in de winter werd het ijs uitgehakt en in kelders opgeslagen waarin het ’s zomers voedselwaren kon koelen; oktober 1912 was uitzonderlijk koud in Petersburg.
11 De drogist op het Krestovski-eiland is verdwenen, de trottoirs zijn van betontegels, de straatlantaarns zijn verkitscht, maar wezenlijk is er inderdaad niets veranderd. In de woorden van Pjotr Stolypin: ‘In Rusland verandert in tien jaar alles en in tweehonderd jaar niets.’
Geraken wij hiermee ook maar één millimeter dichter in de buurt van het mysterie? Neen, maar het is wel leuk om te weten.
_____
Aleksandr Blok, De twaalf, vertaald en van een Intocht van Christus in Petrograd voorzien door Robbert-Jan Henkes, Vleugels, 2023, hier.
_____
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
De eerste zienswijze heeft veel aanhangers – anders zouden er ook niet zoveel biografieën van schrijvers worden geschreven en gelezen. De tweede weinig. Terwijl die op het eerste oog verreweg het redelijkste is. Waarvoor waartoe waarom waarheen al die achtergrondinformatie? Neem het mee en stik d’rin. Het gaat al mis met die ongezonde nieuwsgierigheid als je te horen krijgt dat een boek dat je las feitelijk door iemand geschreven is. Ik herinner me nog goed wat voor teleurstelling dat was, dat ik dat te weten kwam. Het was gewoon mensenwerk, uit de duimzuigerij, een willekeurige hoeveelheid willekeurige woorden die een onschuldig kind door de strot worden gedouwd. Wat had ik me dan voorgesteld? Dat weet ik niet precies. Iets wat altijd al bestaan had, iets onherroepelijks, iets noodlottigs? Het Woord Zelve? In elk geval niet iets wat mevrouw Gommans die naast ons woonde bedacht had kunnen hebben. Het Mysterie verfloepte, maar er kwam Kennis voor in de plaats. Onuitputtelijke Kennis, want laten we wel wezen – er is op de wereld best veel te weten, voor wie daar interesse in heeft.
Nacht.1 Trottoir.2 Drogist.3 Lantaren –
En licht4, stompzinnig vies en voos.
Leef nog twintig-dertig jaren5:
Niets verandert.6 Uitzichtloos.7
Ga dood – en het begint van voren,8
Herhaalt zich in de kille mist:9
Nacht, de grachten toegevroren,10
Straatlantaarn. Trottoir. Drogist.11
1 Welke tijd van de nacht wordt niet gepreciseerd: het gedicht is gedateerd 10 oktober 1912; de Petersburgse nacht heeft dan een lengte van 13 uur en 19 minuten, van 7:24u tot 18:05u, terwijl de ochtendschemer al om 5:05u begint en de avondschemer zich tot 20:24u uitstrekt
2 De Petersburgse trottoirs waren houten plankieren: erover lopen kun je ’s winters beschouwen als een ‘dodendans’, zoals de cyclus heet waar dit gedicht deel van uitmaakt in de bundel Gruwelwereld).
3 ‘Ieder huis heeft een drogist’, zei Blok op de vraag waarom het noemen van deze neringdoende zo belangrijk was; men vermoedt dat de drogisterij – annex apotheek – zich bevond op het Krestovski-eiland, nabij de houten brug over de Mojka.
4 Zoals bekend verlicht verlichting niet maar maakt alles buiten de lichtkring juist donker: lantaarnlicht is dan ook even stompzinnig-zinloos als dat het een vies en voos schijnsel afgeeft, zeker in de nevelige winterlucht van Petersburg, je moet er alleen wel oog voor hebben en in de stemming voor zijn; toen Blok dit schreef had hij kort geleden zijn vader en zijn zoon verloren en was hij net teruggekeerd van een teleurstellend verblijf in het smerige Frankrijk, inzonderheid Bretagne; en zijn acterende vrouw en muze bedroog hem voor de zoveelste keer met een ander.
5 Blok was tweeëndertig toen hij dit gedicht schreef: hij had geen twintig of dertig maar nog acht jaar te leven, en overleed op veertigjarige leeftijd op 7 augustus 1921.
6 Ook toen er wel iets veranderde, met de Russische februarirevolutie van 1917 waar Blok warm voor liep – hij verwachtte er een nieuw elan van – veranderde er bij nader inzien niets, zeker na de bolsjewistische machtsovername in november (de ‘oktoberrevolutie’), aan de vooravond waarvan Blok zijn zwanenzang schreef, het bloedstollende lange gedicht De twaalf)
7 Gorki noemde dit gedicht ‘een van Bloks meest malicieuze nihilistische gedichten’.
8 Niet alleen zielsverhuizenderwijs, dat je na je dood in een ander wezen reïncarneert, maar ook authentiek zenboeddhistisch: iedereen is een ik en jij bent die ik. Blok was een felrealistische mysticus van de onderkant van de samenleving.
9 De mist, bij uitstek het ectoplasmatisch medium waarin de dingen vervloeien en in elkaar overgaan en opnieuw beginnen.
10 De grachten heten in Petersburg ook wel kanalen maar zijn naar Hollands voorbeeld aangelegd; in de winter werd het ijs uitgehakt en in kelders opgeslagen waarin het ’s zomers voedselwaren kon koelen; oktober 1912 was uitzonderlijk koud in Petersburg.
11 De drogist op het Krestovski-eiland is verdwenen, de trottoirs zijn van betontegels, de straatlantaarns zijn verkitscht, maar wezenlijk is er inderdaad niets veranderd. In de woorden van Pjotr Stolypin: ‘In Rusland verandert in tien jaar alles en in tweehonderd jaar niets.’
Geraken wij hiermee ook maar één millimeter dichter in de buurt van het mysterie? Neen, maar het is wel leuk om te weten.
Aleksandr Blok, De twaalf, vertaald en van een Intocht van Christus in Petrograd voorzien door Robbert-Jan Henkes, Vleugels, 2023, hier
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.
Reacties
Een reactie posten