513 Word niet uit het raam gesmeten

   Mijn broer in het echte leven heet Peter, maar eigenlijk ben ik het, in het echte leven (als dat bestaat), de betwetende hoofdpersoon uit dit verhaal. Alles wilde ik weten. Dat was mijn droom. Niet uit een dorst naar kennis, maar uit een soort verzamelwoede. Een spaardrang. Als van postzegels, munten, sigarenbandjes, voetbalplaatjes, Suske en Wiskes of Lucky Lukes. Ik was geabonneerd op de Kijk, ook nog. Mijn grote held was Mr. I.Q. Weetveel, aan wie ik ooit een ingezonden brief stuurde, want hij wist antwoord op alle vragen en dan werden vraag en antwoord afgedrukt in de Meester I.Q. Weetveel-rubriek. Mijn vraag was ‘Hoe diep is drijfzand?’ Het moest toch dieper zijn dan een mens lang was, want je kon erin verdrinken! Op de hei vlakbij had je zand waarvan ik vermoedde dat het wel eens drijfzand kon zijn en waarvoor ik bang was.

   Wat ik leuk vind aan het mij aangewaaid geworden verhaalgedicht hieronder is de lijdende vorm van de aansporing, alsof je het zelf in de hand hebt als anderen wat met je doen, je uit het raam smijten bijvoorbeeld. In diepere drijfzandzin is dat natuurlijk wel waar, maar de eerste reactie zal er een zijn van ‘Kan ik er wat aan doen!?’

Word niet uit het raam gesmeten

Peter, Peter, allesweter, alles weet hij beter, Peter, en dat wil hij laten weten ook. Vooral zijn ouders – arme ouders! – raken daarvan danig van de kook.
   De hele dag laat hij ze weten wat hij weet en zij niet weten: ‘Ik weet hoe Toetankhamon heette.’
   ‘Goed zo, Peter, echt heel fijn.’
   ‘Als je ’t warm hebt, ga je zweten.’
   ‘Zeker, Peter, dat kan zo zijn.’
   ‘Ik weet wat anaconda’s eten.’
   ‘Fantastisch, Peter, nu verdwijn.’
   Maar die wil van geen wijken weten en blijft zijn ouders zijn complete kennis uit de doeken doen. ‘Weet je hoeveel dingen ik vandaag ga weten? Een miljoen!’
   En daar gaat hij weer: ‘Ik weet hoe je temperatuur moet meten.’
   ‘Goed zo, Peter, echt heel fijn.’
   ‘De aarde is een van de planeten.’
   ‘Zeker, Peter, dat kan zo zijn.’
   ‘Ik weet wat lengte is en breedte.’
   ‘Fantastisch, Peter, nu verdwijn.’
   Maar die wil van geen wijken weten en blijft zijn ouders zijn complete – nee, dat is niet waar: zijn ouders hebben – wil je het echt weten? – hebben hem toen uit het raam gesmeten.
   Dat deed zijn ouders veel verdriet, maar het kon echt niet langer zo, echt niet.

_____

Trouwens, ook dit is stelen van mezelf: in een eerdere Goede raad voor kinderen, gepubliceerd in Jij met mij, Querido 2017, was mijn eennalaatste regel ‘Word niet vermoord door een piraat’, ook iets waar je doorgaans niet veel aan kan doen als het je overkomt. Ik schreef over mijn zelfvertaling van dit gedicht in blog 37 You With Me: Good Advice for Children. Voor eerdere afleveringen van deze binnenkort eindigende sage met verkeerd aflopende verhaalgedichten (poèmes en poèmes en prose) zie in het Register, blog 345, onder Luister nooit naar goede raad.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

517 Nachttrottoir (Als je over straat loopt)

518 Het eindigt met een feest

23 Ten derden male de allenige occupanten

516 De morele dimensie

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)

512 Nooit uit vreemde neuzen eten

514 Nieuwe feiten

511 Hoerenzoon

515 Robjee en het robjees