15 The Strange Giant
Een van de taferelen van Kamagurka die me al veertig jaar achtervolgen gaat over de vrees om dingen te vergeten zo gauw ze worden uitgesproken. Op de bewuste tekening staat op de achtergrond iemand die vraagt: ‘Hoeveel neuzen heeft Armand Pien?’, en op de voorgrond antwoordt een ander, met paniek in de ogen en zweetdruppels op het gelaat: ‘Dat vertel ik je nog wel een keer.’
Ik citeer uit het hoofd, en ongetwijfeld verkeerd. In welk album het stond kan ik niet meer vinden.
Hier worden twee irrationele dingen gecombineerd, of misschien wel drie, als we Armand Pien erbij rekenen. Want wie is of was Armand Pien in godesnaam? Helaas kunnen we dat opzoeken: hij was eeuwenlang weerman op de Belg (de BRT). En als zodanig niet weg te slaan of branden of anderszins met flitspuiten, haakbussen of negenriems karwatsen te verdrijven uit menige huiskamer.
Maar ja, inderdaad, waarom geen twee neuzen?
Of waarom niet alleen een linkerneus?
Vandaar.
Leuk in het Engels is dat ‘left’ en ‘right’ ook de betekenissen hebben van ‘achtergelaten’ en ‘het klopt’. Dat kon ik uitbuiten.
Het land Ocharme had ik bedacht om te rijmen. Maar toen dat niet nodig bleek, heb ik het toch maar laten staan. Hoe moet het in het Engels heten? Ik dacht aan ‘In the land Sappitty’ of ‘In the land Yopothing’. Maar op de een of andere manier klonk dat niet. En dat lag meer aan het ritme van de regel (dat ik hiermee behield) dan aan de woorden. Het klonk gek genoeg minder authentiek Engels dan authentiek Nederlands.
Hebben talen dan ook favoriete ritmes? Het lijkt erop.
Of het moest zijn dat het Engels vraagt om een extra voorzetsel: ‘in the land of Sappity’, ‘in the land of Yopothing’, naar analogie van ‘the land of nod’, ‘the land of plenty’ en dergelijke. Maar toch was dit het nog niet.
Maar goed. Die reus moest toch ergens wonen, en ik kwam uit op de bekende nursery rhyme-regel ‘over the hills and far away’. Hij komt ook voor in het nummer ‘Highlands’ van Bob Dylan. Die regel werd door G.K. Chesterton beschouwd als een van de mooiste uit de Engelse taal. Nou, dan mocht ik die regel toch zeker wel een opstootje meegeven.
Alleen moest ik er om redenen van rijm van maken: ‘Over the hills and far from here’ – en dat klonk plotseling nergens meer naar. Bovendien ontdekte mijn strenge doch rechtvaardige meelezer Stephen Mulhern nog meer dubieuze hele en halve clichématigheden. De reus woonde in de eerste versie ‘in a cottage all alone’ en bovendien ‘ever since the days of yore’. Dat kon niet door de beugel.
De ganse vertaling moest op de schop. En ging op de schop.
Te beginnen met de woonplaats van de reus. Dat werd ‘High up on a mountain range’ – waar hij woonde – ‘very strange’. Maar nu net, jaren later, bedacht ik als een soort modern ‘land of Sorrow’ een ander land, ‘the land of Sorry’. En dan kon ik een oogrijm met ‘full of worry’ maken. Oogrijm hoort niet, natuurlijk, maar ik beschouw het maar als een stijlmiddel op zich. Anders had ik ‘in no hurry’ kunnen schrijven, maar alles wat iets niet is in plaats van wel is nog slapper.
Affijn. Nog steeds klooi ik ermee.
Hoofdzaak was dat de zinloosheid de drijvende kracht bleef van de inspanningen van de reus. Zijn rondspeuren mocht absoluut nergens op slaan.
Ik ben er nog steeds niet achter wat de auteur (ik) daarmee wil zeggen. Is het een satire op de zinloze bezigheden van de mensen? Of juist de wens dat we ons meer met zinloze dingen moeten bezighouden?
Wie het weet mag het zeggen.
Ik citeer uit het hoofd, en ongetwijfeld verkeerd. In welk album het stond kan ik niet meer vinden.
Hier worden twee irrationele dingen gecombineerd, of misschien wel drie, als we Armand Pien erbij rekenen. Want wie is of was Armand Pien in godesnaam? Helaas kunnen we dat opzoeken: hij was eeuwenlang weerman op de Belg (de BRT). En als zodanig niet weg te slaan of branden of anderszins met flitspuiten, haakbussen of negenriems karwatsen te verdrijven uit menige huiskamer.
Maar ja, inderdaad, waarom geen twee neuzen?
Of waarom niet alleen een linkerneus?
Vandaar.
Leuk in het Engels is dat ‘left’ en ‘right’ ook de betekenissen hebben van ‘achtergelaten’ en ‘het klopt’. Dat kon ik uitbuiten.
Het land Ocharme had ik bedacht om te rijmen. Maar toen dat niet nodig bleek, heb ik het toch maar laten staan. Hoe moet het in het Engels heten? Ik dacht aan ‘In the land Sappitty’ of ‘In the land Yopothing’. Maar op de een of andere manier klonk dat niet. En dat lag meer aan het ritme van de regel (dat ik hiermee behield) dan aan de woorden. Het klonk gek genoeg minder authentiek Engels dan authentiek Nederlands.
Hebben talen dan ook favoriete ritmes? Het lijkt erop.
Of het moest zijn dat het Engels vraagt om een extra voorzetsel: ‘in the land of Sappity’, ‘in the land of Yopothing’, naar analogie van ‘the land of nod’, ‘the land of plenty’ en dergelijke. Maar toch was dit het nog niet.
Maar goed. Die reus moest toch ergens wonen, en ik kwam uit op de bekende nursery rhyme-regel ‘over the hills and far away’. Hij komt ook voor in het nummer ‘Highlands’ van Bob Dylan. Die regel werd door G.K. Chesterton beschouwd als een van de mooiste uit de Engelse taal. Nou, dan mocht ik die regel toch zeker wel een opstootje meegeven.
Alleen moest ik er om redenen van rijm van maken: ‘Over the hills and far from here’ – en dat klonk plotseling nergens meer naar. Bovendien ontdekte mijn strenge doch rechtvaardige meelezer Stephen Mulhern nog meer dubieuze hele en halve clichématigheden. De reus woonde in de eerste versie ‘in a cottage all alone’ en bovendien ‘ever since the days of yore’. Dat kon niet door de beugel.
De ganse vertaling moest op de schop. En ging op de schop.
Te beginnen met de woonplaats van de reus. Dat werd ‘High up on a mountain range’ – waar hij woonde – ‘very strange’. Maar nu net, jaren later, bedacht ik als een soort modern ‘land of Sorrow’ een ander land, ‘the land of Sorry’. En dan kon ik een oogrijm met ‘full of worry’ maken. Oogrijm hoort niet, natuurlijk, maar ik beschouw het maar als een stijlmiddel op zich. Anders had ik ‘in no hurry’ kunnen schrijven, maar alles wat iets niet is in plaats van wel is nog slapper.
Affijn. Nog steeds klooi ik ermee.
Hoofdzaak was dat de zinloosheid de drijvende kracht bleef van de inspanningen van de reus. Zijn rondspeuren mocht absoluut nergens op slaan.
Ik ben er nog steeds niet achter wat de auteur (ik) daarmee wil zeggen. Is het een satire op de zinloze bezigheden van de mensen? Of juist de wens dat we ons meer met zinloze dingen moeten bezighouden?
Wie het weet mag het zeggen.
Reacties
Een reactie posten