39 De warm

   Ik zit als gederadicaliseerd antigelovige niet meer zo goed in mijn katholieke kerkgebruiken – ben in mijn leven ook maar twee keer ter kerke geweest, een keer om gedoopt te worden en een keer om mijn ‘eerste heilige communie’ te mogen doen of ontvangen. Kreeg ik iets op de tong gelegd wat ik eenmaal weer thuis beschreef als een ‘eenhapscracker’ maar waarvan ik niet wist wat ik ermee aanmoest, en dat ik dus maar liet smelten op de tong – wat kennelijk precies de bedoeling was. (Jezus, smelt op de tong.) Verder is mijn (buitentoeristisch) kerkbezoek niet gekomen. Of toch nog, hier en daar een begrafenis. Maar al met al heb ik geen idee wat er zich allemaal voor poespas en hocuspocus afspeelt.
   Het vertaalprobleem is dit: in Rusland voor de Revolutie kregen misgangers in de Russisch-Orthodoxe kerk niet alleen tijdens de dienst het bloed en het lichaam van Jezus te verorberen, maar als ze weggingen kregen ze ook nog een slokje miswijn ‘for the road’, wat bij hun heette ‘de warm’. Tenminste, zo schrijft Mariëngof in zijn memoires, hoe zijn njanja met hem op zondag wel drie kerken afliep om er te delen in vooral het bloed van Christus tijdens de mis en nog een slokje als het afgelopen was, ‘teplota’, ‘de warm’.
   Die ‘teplota’ is een bijnaam: de praktijk heet ‘zion’ of ‘zeon’, naar de gouden schenkkan waarmee kokend water in de kelk wordt gegoten. De miswijn was ‘kagor’ (een verbastering van Cahors), extra gesuikerd, en dus na afloop met kokend water aangelengd voor ‘de warm’. Het was zo populair dat er zelfs nu nog huisrecepten voor bestaan. Zeg maar een soort religieus-alcoholische Beierse Schorle met wijn en warm. Men zegt dat het gebruik ontstond om geen miswijn te hoeven weggooien als er over was, maar dat lijkt me sterk. Die popes en andere hoogwaardigheidsbekleders wisten er ook wel weg mee.
   Hoe aangelengd ook, je bleef er kennelijk wel voor binnen en ging niet voor het zingen de kerk uit so to speak.
   De vraag is: heeft onze katholieke kerk ook zo’n vrolijkmakende rite?
   Ik vroeg raad bij een andere gederadicaliseerde antigelovige, Geert Lernout. Die is van Antwerpen en spreekt in het dagelijks leven niet alleen vloeiend Latijn maar is ook expert op het gebied van het peilloze ongeloof van James Joyce.
   Hij antwoordde dat de katholieken zo’n ritueel helaas ontbeerden. ‘Bij de meeste protestantse kerken in Engeland en de VS wordt er thee met koekjes gegeven (watjes zijn het!). Maar katholieken sturen iedereen koud de straat op. Sommige katholieken laten ook wijn drinken tijdens de dienst, maar dat is verschrikkelijke nieuwlichterij. De priester krijgt brood en wijn (bloed en lichaam), maar de gelovige alleen brood.’
   Zo! Dat is bij de orthodoxen wel anders. Daar worden vrolijk bacillen en virussen doorgegeven. Helemaal met Pasen als iedereen het kruis kust dat drie keer rond de kerk is gegaan. Onze Liza is één keer meegegaan toen ze heel klein was – haar grootmoeder was niet gelovig en niet bijgelovig maar ze vond het toch belangrijk – en toen is ze me daarna toch een partij ziek geworden van dat vervloekte kruis kussen. Ze heeft drie dagen liggen ijlen op bed... Dat nooit meer!
   Heb ik wat aan mijn anderstalige collega’s in dezen? (Kan nooit kwaad om ze erbij te hebben.) De Duitse, Eva Rönnau, vertaalt het regeltje (‘Da jesjtsjo «teplotoe».’) letterlijk als in het Russisch, met ganzevoetjes en al: ‘Und dann die »Wärme«.’ (Het Duits en Russisch hebben gek genoeg omgekeerde guillemetten.) De Franse, Anne-Marie Tatsis-Botton, vertaalt de bijnaam met de werkelijke liturgische naam, waaraan ze dan een voetnoot plakt: ‘Et puis nous buvions aussi le zéon(1) – encore du vin.’ Met voetnoot: ‘(1) Eau bouillante qu’après la communion le diacre verse dans le calice.’ Dat lijkt me een beetje de omgekeerde weg bewandelen, een redelijk begrijpelijk woord met obscuur kerkjargon vertalen.
   Dan maar doen alsof de bijnaam duidelijk genoeg is. En indien niet, dan kun je er zelf wel wat bij bedenken. Ik kan altijd nog een aantekening achterin toevoegen.
   Laatste probleem: ‘de’ of ‘het’ warm? Wat is leuk? – vroeg Pontius Pilatus zich al af, zijn handen in miswijn wassend.

_____
   Verwijzingen. Het standaardwerk op het gebied van het (on)geloof van Joyce is Geert Lernout, Help My Unbelief, James Joyce and Religion, Continuum, London & New York, 2010. Aanrader!

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

367 Delina Delaney, hoofdstuk I

365 Er liep een man op straat

366 Hoe schrijf je geen gedicht

364 Wereldkampioen alles

363 De wezel en de ezel

361 Harry Mulisch als vertaler

370 Koning Bub

369 Dierenmoeder houdt van dierenkind

368 De kikker