40 Sonja in het rijk der mirakels

   Ik heb net een website ontdekt met daarop heel Alice in Wonderland in alle Russische vertalingen tot nu toe. En dat zijn er, hou je vast, dertig. Dertig! Waarvan één uit de negentiende, veertien uit de twintigste en een coole vijftien uit onze net uit de startblokken struikelende eenentwintigste eeuw. Nog tachtig jaar voor de boeg en nu is de vorige al ingehaald.
   Daar steekt Nederland een beetje bleek bij af, met een schamele stuk of dertien “die de noemer vertaling ‘waardig’ zijn” in de telling van Janne Van Beek in haar gedreven en bedreven masterscriptie.
   Rondkijkend op het meer dan volprezen internet krijg ik niet de indruk dat de Franse en Duitse vertalingen veel paddestoeleriger uit de grond geschoten zijn. Het houdt daar ook niet echt over. Maar de Engelsen maken het helemaal bont. Geen enkele Engelse vertaling heb ik gevonden! Niet één!
   In Rusland lijkt het een soort volkssport geworden te zijn, Alice in Wonderland vertalen. En de vertalingen verdringen elkaar niet: ook de oude, zelfs de stokoude, blijven maar uitgegeven worden, in vele verschillende edities. De populariteit van Alisa is in grote mate te danken – behalve aan een magistrale dubbelelpee van een hoorspel met liedjes van Vysotski – aan twee evenzeer magistrale vertalingen die halverwege de vorige eeuw verschenen, die van Nina Demoerova in 1965 en die van Boris Zachoder in 1972. Door die vertalingen hebben de Russen Alice (of Alisa, zoals ze daar doorgaans heet) in het hart gesloten, en ook de smaak van het vertalen te pakken gekregen.
   In de vrijdagse webfilterkolommen heb ik een drieluik gewijd aan een viertal Russische vertalingen. Eerst de twee klassieke en de curiositeit van Nabokov uit 1923, en daarna vond ik ook nog de voorganger van Demoerova, een vertaling uit 1940, waarvan ik ook de eerste twee alinea’s vertaalde om te kijken wat de bewuste vertaalmanieren waren, de toon, de sfeer, de manier van vertellen. Zeg maar de dingen die de aangenaamheid van lezen uitmaken.
   En dat om te kijken of we die Russische vertaalmanieren ook in het Nederlands zouden kunnen toepassen.
   Het was me dus niet te doen om de vertalingen met het origineel te vergelijken, en eigenlijk ook niet eens met elkaar. Ik wilde alleen uitvinden wat de fragmenten van zichzelf zeiden. Dewelke de toon is die ze willen aanslaan en in wat voor registers ze van de toren wensen te blazen, if any. Wat is de sfeer? En die sfeer, de toon wordt altijd gezet in de eerste regels, dus dat is de plek om die te gaan proeven.
   Zou ik zo ook de Nederlandse vertalingen kunnen vergelijken? In het eerste webfilterstuk liet ik ook de meest recente Nederlandse vertalingen de revue passeren, van Matsier, Engelsman, A. de Jong en Bulthuis-Reedijk-Kossmann. Meer kende ik er niet. Maar Nederlandse vertalingen bestaan in het Nederlands, de Russische niet. De Nederlandse vertalingen liggen open voor kritiek, de Russische vertalingen zijn niet meer dan mogelijkheden voor toekomstige Nederlandse, hoe het ook misschien kan. Uitprobeersels.
   En nu blijk ik plotseling te kunnen kiezen uit wel dertig verschillende vertaalmanieren en vertelstemmen. Alle dertig ‘vertalen ze wat er staat’ (wat is het toch een debiele frase) – en rara, alle dertig doen ze het weer anders. Hoe kan dat toch, hè..
   Wacht. Eindelijk weet ik hoe ik moet antwoorden. Ja, vertalers vertalen wat er staat, maar alleen de besten vertalen ook wat er niet staat. Wat er tussen de regels door gelezen wordt. De sfeer, de toon, de stijl. Kortom dat wat het boek – als het goed is – goed maakt.
   Laten we gewoon beginnen, dan zien we wel waar we uitkomen. Ganeme. Op weg. Veiligheidsriemen om. Mombakkesen aangesnoerd. Oren uitgespoten. De ovenwanten Humpty en Dumpty aan en het knijnehol in.
   De eerste Russische vertaling is van 1879 en werd anoniem uitgebracht. Door sommigen wordt de vertaling aan de pianiste Olga Timirjazeva (1831-1897) toegeschreven. Net als de eerste Nederlandse vertaling krijgt Alice in haar eerste incarnatie een andere naam. In Nederland is het Lize, in Rusland Sonja. Sonja in het rijk der mirakels heet de Russische vertaling, en de eerste twee alinea’s luiden:

1879. Sonja in het rijk der mirakels (anoniem)
   Saai vond Sonja het om doelloos in de tuin naast haar oudere zus te zitten. Een keer of twee had ze bij haar in haar boek gekeken, maar niks geen plaatjes, niks geen dialogen. Leuk hoor, een boek zonder plaatjes en dialogen!
   De dag was warm en benauwd en Sonja was helemaal week en slaperig geworden. Ze dacht erover om een krans te gaan vlechten, maar daarvoor moet je opstaan en bloemen gaan plukken. ‘Opstaan of niet opstaan,’ aarzelde Sonja, toen er plotseling, uit het niets, vlak langs haar heen een Konijn kwam rennen – met een witte vacht en roze ogen.

   We kunnen de vertaling op dit moment alleen met zichzelf vergelijken. Dat is een beetje weinig. Wat de toon betreft valt de ironie op in de eerste alinea. ‘Leuk hoor!’ denkzegt Sonja, daarmee te kennen gevend dat het een pittige jongedame is die niet alles voor zoete koek aanneemt, maar gewoon haar mening zegt als ze er een heeft en dat is vermoedelijk altijd.
   Die pittige jongedame wordt echter meteen in de tweede alinea opnieuw neergezet als twijfelaarster, een cunctatrice (wel van hamletiaanse allure), die al haar verontwaardiging van zonet ineens helemaal kwijt is.
   Dus je wordt een beetje heen en weer geslingerd, in deze vertaling.
   Natuurlijk is zo’n Shakespeare-verwijzing altijd meer dan meegenomen. En de ironische kreet ‘leuk hoor’ is ook mooi sfeerzettend.
   De teerling is geworpen. Wat doen de anderen na deze baldadige, wellicht dissonerende eersteling? Ik ben benieuwd.

_____
   Verwijzingen. De website met de dertig Russische vertalingen van de eerste paar alinea’s staat hier. Over die eerste anonieme Russische vertaling staat meer hier. Voor een Engelstalig stuk over die eersteling zie een stuk van Victor Fet in de Knight Letter 97, najaar 2016, p. 25-34, hier. De masterscriptie van Janne Van Beek heet Van archetype tot ‘gewoon’ Alice, De evolutie van het meisjesbeeld in de Nederlandse vertaalgeschiedenis van Alice’s Adventures in Wonderland, Universiteit van Utrecht, 2018. Mijn Alisa-drieluik van 2020 op de Vrijdag Vertaaldag van webfilter staat hier, hier, en hier. Meer Alice in webfilter is onder andere te vinden in het drieluik uit 2018 van Janne Van Beek, hier, hier en hier. Ook de papieren Filter schreef in 1996 over Alice, hier. Een anonieme kortlopende blog ‘In de geest van Lewis Carroll’ besprak ook Nederlandse vertalingen, hier. Het Russische Alisa-hoorspel is te beluisteren hier. Doen!

   Naschrift 1 april 2022. In het derde Filterstuk verbaas ik me erover dat de Nederlandse naam vrijwel altijd Alice is gebleven, waarvan je niet weet hoe je hem moet uitspreken. Uitzonderingen: Lize (1875), Elsje (1924), Alies (2012, in het Gulpener plat). Nu kan daar bijkomen Elles, in het boekje bij een hoorspelbewerking uit 1977, zie Henri Ruizenaar in de Phlizz van het Lewis Carroll Genootschap, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

434 Voer geen fatbike aan je neefje

428 Rijmlozigheid

427 De kalief zonder hoofd als gedicht

433 Opkalefateren

430 Denken denken

432 Klopt ook niet? Meer vragen bij de lectuur van Alice in Wonderland.

429 Rekenen met/zonder rijm

431 Slaapkindjesslaap

1 Zelfreflectie