57 Godgloeiendekankertering

   Soms weet je zelf niet meer wat je uitgespookt hebt.
   Ik was een keer in Den Bosch bij boekhandel Adr. Heinen om te praten over de wiegeliedjes en bakerrijmpjes uit En weg was haar neus en ook die uit Bij mij op de maan en na afloop van de door de wonderen der techniek met lichtmissen verlustigde lezing werd ik gecornered door een man die het over onze vertaling van Ulysses wilde hebben, die van mij en Erik dus.
   Oeioei, op het matje, dacht ik, maar deze daar lezer was met die onze vertaling eindelijk door Joyce z’n boek heengekomen en hij had nog genoten ook.
   – Maar jullie vertalen soms wel erg vrij, zei hij.
   – O ja? vroeg ik.
   Want we doen desniettegenstaande en aangenomen dat het zo is (wat ik betwijfel) altijd zonder mankeren ons uiterste best om te doen waar het boek om vraagt. Om eist. Ons toe dwingt.
   Wat was er dan zo vrij?
   Dat wist hij niet meer precies. Maar hij kon het opzoeken en me laten zien.
   We liepen naar de schap “J” op de begane grond van het goed gesorteerde boekenimperium en duimelend door onze Ulixes zei hij dat hij zich had afgevraagd, toen hij het las, wat er in het origineel stond, en toen hij daar had gekeken enorm in de lach was geschoten. Omdat hij het zelf nooit verzonnen zou hebben. En omdat het – volgens hem – wel erg vrij was. Leuk, daar niet van, maar vrij.
   Hij bladeren, bladeren, en daar had hij het.
   Het was het Cycloop-hoofdstuk, waarin naar hartelust wordt geouwehoerd en gevloekt, en het bewuste woord dat hem als zo’n vrije vertaling was voorgekomen stond op bladzijde 352. Daar lazen wij de beknopte alinea:
   – Godgloeiendekankertering, zegt ik.
   En wat stond er dan in het Engels? – vroeg ik hem.
   Ja, ‘godglowingcancerconsumption’ zal er niet gestaan hebben. Het is iets bij uitstek Nederlands om te vloeken met ziektes, en wil je de sjeu en de smeu er een beetje in houden, kun je dat niet verwaarlozen, al vertalende, en zeker niet in dit ongelofelijk spreektalige hoofdstuk van Ulysses. Dan ben je een dief van je eigen taalportemonnee.
   Maar wat stond er oorspronkelijk dan wel? Wist hij dat nog? Wist ik dat nog?
   Neen. Dat wisten wij niet meer, dus we gingen naar boven om het op te zoeken in de afdeling Engelstalig van de uitstekend geoutilleerde literaire eerstelevensbehoeftenzaak. Ik was wel benieuwd. Waren we dan toch te vrij geweest? Het zal toch niet?!
   Gelukkig (natuurlijk) hadden ze den Ulysses in volle Engelse glorie eveneens in de kast staan.
   We vonden het fragment al snel.
   Er stond, in het Engels:
   – O hell, says I.
   Vrij? Vrij? Hoezo vrij? Niks vrij! De spijker op zijn kop!

_____
   Verwijzing. Bovenstaand waargebeurd avontuur stond (korter en verhaspeld) in de Onze Taal scheurkalender van 2020, welke dag weet ik niet meer.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

373 Nacht, trottoir – als a-tal

372 Nacht, straat, straatlantaarn, apotheek

374 Nacht, trottoir – als sonnet

371 Pak aan, nageslacht! — Interview met Anatoli Mariëngof

376 Delina Delaney, hoofdstuk II

370 Koning Bub

369 Dierenmoeder houdt van dierenkind

375 Nacht, trottoir – als Herman Gorter

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)