293 Charms geveild
Bij Christie’s in Londen werden eind 2021 twee manuscripten van Charms geveild. Ze behoorden tot een grote collectie (233 kavels) van manuscripten (gedichten, brieven, proza) en gesigneerde foto’s van een resem literaire grootheden onder wie Achmatova, Blok, Chlebnikov, Gorki, Ilf, Mandelstam, Solzjenitsyn, Tolstoj, Tsvetajeva, Toergenjev, Tsjechov, Zjoekovski en Zosjsjenko, om enkel de allergrootsteten en -bekendsteten te noemen, maar ook Catharina de Grote, de regisseurs Mejerhold en Stanisavski en de schilder Viktor Vasnetsov zaten ertussen.
Het eerste Charms-manuscript is van het kindergedicht Wij gaan vandaag voor het eerst naar school, zoals ik het in Bij mij op de maan vertaald heb, Мы спешим сегодня в школу, letterlijk: Wij haasten ons vandaag naar school, uit 1936. Het is een van de handvol kindergedichten van Charms waarin een soort van moraal te horen valt. Een andere enigszins moralistisch kindergedicht is bijvoorbeeld Wat we zoal inmaken voor de winter, Что мы заготовляем на зиму, uit 1931, dat begint als een bijna parodistisch educatief gedicht – zonder rijm of ritme – over de kolchoz en welke groenten en vruchten weckbaar zijn en tot confituur te bereiden, maar dat op het eind helemaal ontspoort als de verteller de lezers ook aanspoort om in de zomer grote voorraden klei aan te leggen om er ’s winters poppetjes van te maken, vooral jezelf, en als je dat heel goed doet, zullen ze dat beeld in brons gieten en in het museum zetten en zullen de mensen zeggen: ‘Kijk, daar heb je de nieuwe sovjet-kunstenaar.’ En dat doodserieus, zonder verpinken of blikken of blozen.
Het manuscript van Wij gaan vandaag voor het eerst naar school laat doorhalingen zien en een slot waarvan hij de regels zodanig omgooit dat hij het opnieuw – in potlood uitschrijft.
Een letterlijke Engelse vertaling is te vinden bij de beschrijving van het manuscript op de site van Christie’s, mijn bijmijopdemaanse verdichting is de volgende:
Wij gaan vandaag voor het eerst naar school
Acht uur, acht uur
Slaat het klokje aan de muur.
Eindelijk, ’t is tijd om op te staan!
Eindelijk, de grote dag breekt aan!
Uit de veren,
In de kleren,
Vandaag begint het avontuur!
Maak de badkamer gereed,
Zeep en water, niet te heet:
Was die handen!
Poets die tanden!
Ik spoel de slaapjes uit m’n ogen –
Eerst nog even goed afdrogen,
En dan rits-rats aangekleed.
Ik wurm me in m’n schone goed
Waarom dat toch zo moeilijk moet:
M’n broek daar steekt een arm doorheen,
M’n rechtermouw zit aan m’n linkerbeen –
Wat doen die sokken aan m’n oren?
Alles zit achterstevoren,
Binnenstebuiten, ondersteboven,
Het is echt niet te geloven.
Maar eindelijk ben ik aangekleed,
Eindelijk ben ik compleet,
En vlieg ik, roetsj ik rap omlaag
Naar beneden van de trap,
Want vandaag,
Geloof het maar,
Is de goedste,
Beterste,
Beste dag van het hele jaar.
Leve de jool!
Ik buitel
En ik koppeltjeduikel,
Want ik ga vandaag voor ’t eerst naar school!
En ik ren-ren-ren,
Dat ik er snel-snel ben,
En ik roep: ‘Opzij voor mij!
Aan de kant, het hele land!’
En de mensen roepen: ‘Halve zool!
Kijk eens uit jij, gladiool!
Moet dat zo gauw, kleine rabauw,
Jij kleine blaag?’
En ik roep terug: ‘Ja! Nou!
Want ik ga voor ’t eerst naar school
Vandaag!’
Het 47-regelige gedicht is zoals gezegd een beetje een vreemde eend in de bijt. Het maakt sterk de indruk werk in opdracht te zijn, ‘schrijf iets over de eerste schooldag’ en is niet honderd procent geslaagd. De dichter houdt zich enigszins afwezig in het gedicht, op de vlakte, blijft als het ware achter het gordijn, in de coulissen, hij laat het achterste van zijn tong niet zien. Er zat meer in. Meer, dat wil zeggen in het ideale geval: minder – in de zin van korter, want korter zou hier duidelijk beter zijn geweest – maar dat is er noch in het Russisch noch in het Nederlands van gekomen. Het Nederlands heeft weliswaar één regel minder, maar is wel wat woordrijker geworden – om het te laten rijmen en lopen. Het is ook wat uitbundiger in woordkeus dan het Russisch. Wie weet maak ik ooit nog eens een nieuwe vertaling waarin ik louter de leuke stukjes aaneenrijg tot een echt charmsiaans kort en krachtig geheel. Het tweede Charms-manuscript dat bij Christie’s werd geveild was het klassieke Tijger op straat._____
Verwijzingen. Wij gaan vandaag voor het eerst naar school staat in Bij mij op de maan op blz. 466-467, Wat we zoal inmaken voor de winter aldaar op blz. 444-446. Het manuscript, ingezet op 2000-3000 pond sterling, veranderde op 1 december 2021 voor 18.750 pond sterling van eigenaar. De veiling van manuscripten, Exiles and Idealists: A Private Collection of Russian Literary Manuscripts, staat online hier. Charms’ gedicht over de eerste schooldag heeft dit als url.
Het eerste Charms-manuscript is van het kindergedicht Wij gaan vandaag voor het eerst naar school, zoals ik het in Bij mij op de maan vertaald heb, Мы спешим сегодня в школу, letterlijk: Wij haasten ons vandaag naar school, uit 1936. Het is een van de handvol kindergedichten van Charms waarin een soort van moraal te horen valt. Een andere enigszins moralistisch kindergedicht is bijvoorbeeld Wat we zoal inmaken voor de winter, Что мы заготовляем на зиму, uit 1931, dat begint als een bijna parodistisch educatief gedicht – zonder rijm of ritme – over de kolchoz en welke groenten en vruchten weckbaar zijn en tot confituur te bereiden, maar dat op het eind helemaal ontspoort als de verteller de lezers ook aanspoort om in de zomer grote voorraden klei aan te leggen om er ’s winters poppetjes van te maken, vooral jezelf, en als je dat heel goed doet, zullen ze dat beeld in brons gieten en in het museum zetten en zullen de mensen zeggen: ‘Kijk, daar heb je de nieuwe sovjet-kunstenaar.’ En dat doodserieus, zonder verpinken of blikken of blozen.
Het manuscript van Wij gaan vandaag voor het eerst naar school laat doorhalingen zien en een slot waarvan hij de regels zodanig omgooit dat hij het opnieuw – in potlood uitschrijft.
Een letterlijke Engelse vertaling is te vinden bij de beschrijving van het manuscript op de site van Christie’s, mijn bijmijopdemaanse verdichting is de volgende:
Wij gaan vandaag voor het eerst naar school
Acht uur, acht uur
Slaat het klokje aan de muur.
Eindelijk, ’t is tijd om op te staan!
Eindelijk, de grote dag breekt aan!
Uit de veren,
In de kleren,
Vandaag begint het avontuur!
Maak de badkamer gereed,
Zeep en water, niet te heet:
Was die handen!
Poets die tanden!
Ik spoel de slaapjes uit m’n ogen –
Eerst nog even goed afdrogen,
En dan rits-rats aangekleed.
Ik wurm me in m’n schone goed
Waarom dat toch zo moeilijk moet:
M’n broek daar steekt een arm doorheen,
M’n rechtermouw zit aan m’n linkerbeen –
Wat doen die sokken aan m’n oren?
Alles zit achterstevoren,
Binnenstebuiten, ondersteboven,
Het is echt niet te geloven.
Maar eindelijk ben ik aangekleed,
Eindelijk ben ik compleet,
En vlieg ik, roetsj ik rap omlaag
Naar beneden van de trap,
Want vandaag,
Geloof het maar,
Is de goedste,
Beterste,
Beste dag van het hele jaar.
Leve de jool!
Ik buitel
En ik koppeltjeduikel,
Want ik ga vandaag voor ’t eerst naar school!
En ik ren-ren-ren,
Dat ik er snel-snel ben,
En ik roep: ‘Opzij voor mij!
Aan de kant, het hele land!’
En de mensen roepen: ‘Halve zool!
Kijk eens uit jij, gladiool!
Moet dat zo gauw, kleine rabauw,
Jij kleine blaag?’
En ik roep terug: ‘Ja! Nou!
Want ik ga voor ’t eerst naar school
Vandaag!’
Het 47-regelige gedicht is zoals gezegd een beetje een vreemde eend in de bijt. Het maakt sterk de indruk werk in opdracht te zijn, ‘schrijf iets over de eerste schooldag’ en is niet honderd procent geslaagd. De dichter houdt zich enigszins afwezig in het gedicht, op de vlakte, blijft als het ware achter het gordijn, in de coulissen, hij laat het achterste van zijn tong niet zien. Er zat meer in. Meer, dat wil zeggen in het ideale geval: minder – in de zin van korter, want korter zou hier duidelijk beter zijn geweest – maar dat is er noch in het Russisch noch in het Nederlands van gekomen. Het Nederlands heeft weliswaar één regel minder, maar is wel wat woordrijker geworden – om het te laten rijmen en lopen. Het is ook wat uitbundiger in woordkeus dan het Russisch. Wie weet maak ik ooit nog eens een nieuwe vertaling waarin ik louter de leuke stukjes aaneenrijg tot een echt charmsiaans kort en krachtig geheel. Het tweede Charms-manuscript dat bij Christie’s werd geveild was het klassieke Tijger op straat.
Verwijzingen. Wij gaan vandaag voor het eerst naar school staat in Bij mij op de maan op blz. 466-467, Wat we zoal inmaken voor de winter aldaar op blz. 444-446. Het manuscript, ingezet op 2000-3000 pond sterling, veranderde op 1 december 2021 voor 18.750 pond sterling van eigenaar. De veiling van manuscripten, Exiles and Idealists: A Private Collection of Russian Literary Manuscripts, staat online hier. Charms’ gedicht over de eerste schooldag heeft dit als url.
Reacties
Een reactie posten