294 Tijger bij Christie’s
Er is iets vreemds aan de hand met dit manuscript. Het bestaat uit twee delen, een verzorgd netschrift van het gedicht Tijger op straat (Тигр на улице), dat een vaste plek heeft verworven in de charmsiaanse kindercanon en een snipper met een tot nu aan de literatuurwetenschap onbekend gedicht dat met een speld aan het Tijger-gedicht lijkt te zijn vastgehecht.
Is dat tweede gedicht wel van Charms? Bij beide gedichten staat geschreven ‘Чиже очень срочно’, ‘naar het Sijsje zeer dringend’ (Sijsje, Tsjizj was het kindertijdschrift waarvoor Charms schreef en waarin ook dit gedicht verscheen, mei 1936) en daaronder de vermelding dat het in tweevoud moet gebeuren of is gebeurd, ‘2 экз’, twee exemplaren. Verder zijn er alleen maar verschillen tussen de twee snippers, orthografisch, inhoudelijk en ethisch. Tijger op straat is met kroontjespen geschreven, in verzorgd schuinschrift, terwijl het andere gedicht met vulpen haastig, met rechte letter, is geschreven. Charms gebruikt in het eerste gedicht steevast als schrijfletter t de gebruikelijke Russische m, en hij zet er ook geen liggend streepje op, wat ook wel gebeurt om verwarring met andere schrijfletters te voorkomen. Ook in het andere manuscript gebruikt hij enkel een streeploze m voor de t. In het tweede gedichtje echter staan wel streepjes op de m en bovendien duikt er ook een andere schrijfletter t op, de (hangende) T, als viernalaatste letter van het middelste woord van regel 2 (пулеметчик, mitrailleurschutter) en het tweede woord van regel 5 (что, wat).
Inhoudelijk is het tweede gedicht ook zeer oncharmsiaans. Er staat, verletterlijkt: ‘Geen piloot is hij, geen mitrailleurschutter is hij, en nooit heeft hij gevochten – waarom hem dan een/de vijfpuntige ster geven?’ Dit kan alleen maar gaan over een hoge functionaris, misschien iemand van de geheime dienst, die ordetekenen, een medaille of besterde epauletten, opgespeld heeft gekregen zonder dat die in de oorlog verdiend zijn. Van politieke onderwerpen hield Charms zich in geschrift altijd verre, en waarschijnlijk in gedachten ook. Wat zou het hem kunnen schelen wie er onderscheiden werd? Zolang ze hem maar lieten schrijven en publiceren. Je zou kunnen uitzoeken of er in of kort voor april 1936 iemand uit literaire kringen op die manier geëerd is, maar het blijft een Charms wezensvreemd thema.
Ten slotte is het ethisch vrijwel onbestaanbaar dat Charms dit versje in deze tijd, praktisch op het hoogtepunt (dat wil zeggen dieptepunt) van de Stalinistische terreur bedacht zou hebben, laat staan opgeschreven, en al helemaal onbestaanbaar is dat hij het aan iemand heeft toegestuurd, die hij daarmee evenzeer in gevaar zou brengen. Op de redactie van het Sijsje mogen het allemaal nog zulke toffe grieten en gozers zijn geweest, het risico dat het versje in verkeerde handen viel en iemands jaloerse onmin zou wekken kon nooit worden uitgesloten, daar was iedereen in die tijd tot in het bange merg van doordrongen. Wat er dan precies aan de hand is met het versje, en hoe het aan Tijger op straat vastgespeld is geraakt, is een vraag waarop we het antwoord waarschijnlijk nooit zullen weten. Komt het manuscript wellicht uit de archieven van de geheime dienst, en is Charms met dit gedichtje geframed, erbij gelapt? Maar hij werd pas in 1941 opnieuw (en voor het laatst) gearresteerd, vijf jaar later, dus dat is niet waarschijnlijk. Wat het dan is, is een raadsel.
Toch een poging wagen om het te vertalen?
Hij is geen vliegenist,
Hij is geen mitraillist,
Nooit was hij een seconde oorlogsheld –
Waarom hem dan de ster met de vijf punten opgespeld?
_____
Verwijzingen. Deze manuscript-pagina, ingezet op 2000-3000 pond sterling, bracht op 1 december 2021 uiteindelijk 75.000 pond op. Bij Christie’s is de pagina (en de achterkant) te zien hier. Over het tweede gedichtje houdt het veilinghuis zich wijselijk op de vlakte: ‘The second poem, although noted for inclusion in Chizh, is apparently unpublished – perhaps unsurprisingly in view of its content.’
Is dat tweede gedicht wel van Charms? Bij beide gedichten staat geschreven ‘Чиже очень срочно’, ‘naar het Sijsje zeer dringend’ (Sijsje, Tsjizj was het kindertijdschrift waarvoor Charms schreef en waarin ook dit gedicht verscheen, mei 1936) en daaronder de vermelding dat het in tweevoud moet gebeuren of is gebeurd, ‘2 экз’, twee exemplaren. Verder zijn er alleen maar verschillen tussen de twee snippers, orthografisch, inhoudelijk en ethisch. Tijger op straat is met kroontjespen geschreven, in verzorgd schuinschrift, terwijl het andere gedicht met vulpen haastig, met rechte letter, is geschreven. Charms gebruikt in het eerste gedicht steevast als schrijfletter t de gebruikelijke Russische m, en hij zet er ook geen liggend streepje op, wat ook wel gebeurt om verwarring met andere schrijfletters te voorkomen. Ook in het andere manuscript gebruikt hij enkel een streeploze m voor de t. In het tweede gedichtje echter staan wel streepjes op de m en bovendien duikt er ook een andere schrijfletter t op, de (hangende) T, als viernalaatste letter van het middelste woord van regel 2 (пулеметчик, mitrailleurschutter) en het tweede woord van regel 5 (что, wat).
Inhoudelijk is het tweede gedicht ook zeer oncharmsiaans. Er staat, verletterlijkt: ‘Geen piloot is hij, geen mitrailleurschutter is hij, en nooit heeft hij gevochten – waarom hem dan een/de vijfpuntige ster geven?’ Dit kan alleen maar gaan over een hoge functionaris, misschien iemand van de geheime dienst, die ordetekenen, een medaille of besterde epauletten, opgespeld heeft gekregen zonder dat die in de oorlog verdiend zijn. Van politieke onderwerpen hield Charms zich in geschrift altijd verre, en waarschijnlijk in gedachten ook. Wat zou het hem kunnen schelen wie er onderscheiden werd? Zolang ze hem maar lieten schrijven en publiceren. Je zou kunnen uitzoeken of er in of kort voor april 1936 iemand uit literaire kringen op die manier geëerd is, maar het blijft een Charms wezensvreemd thema.
Ten slotte is het ethisch vrijwel onbestaanbaar dat Charms dit versje in deze tijd, praktisch op het hoogtepunt (dat wil zeggen dieptepunt) van de Stalinistische terreur bedacht zou hebben, laat staan opgeschreven, en al helemaal onbestaanbaar is dat hij het aan iemand heeft toegestuurd, die hij daarmee evenzeer in gevaar zou brengen. Op de redactie van het Sijsje mogen het allemaal nog zulke toffe grieten en gozers zijn geweest, het risico dat het versje in verkeerde handen viel en iemands jaloerse onmin zou wekken kon nooit worden uitgesloten, daar was iedereen in die tijd tot in het bange merg van doordrongen. Wat er dan precies aan de hand is met het versje, en hoe het aan Tijger op straat vastgespeld is geraakt, is een vraag waarop we het antwoord waarschijnlijk nooit zullen weten. Komt het manuscript wellicht uit de archieven van de geheime dienst, en is Charms met dit gedichtje geframed, erbij gelapt? Maar hij werd pas in 1941 opnieuw (en voor het laatst) gearresteerd, vijf jaar later, dus dat is niet waarschijnlijk. Wat het dan is, is een raadsel.
Toch een poging wagen om het te vertalen?
Hij is geen vliegenist,
Hij is geen mitraillist,
Nooit was hij een seconde oorlogsheld –
Waarom hem dan de ster met de vijf punten opgespeld?
Verwijzingen. Deze manuscript-pagina, ingezet op 2000-3000 pond sterling, bracht op 1 december 2021 uiteindelijk 75.000 pond op. Bij Christie’s is de pagina (en de achterkant) te zien hier. Over het tweede gedichtje houdt het veilinghuis zich wijselijk op de vlakte: ‘The second poem, although noted for inclusion in Chizh, is apparently unpublished – perhaps unsurprisingly in view of its content.’
Reacties
Een reactie posten