297 Associatieve transsonanties – Aleksandr Poesjkin, ‘Zware bobbels bloemkool in de ochtendmist’
Een zaaier ging uit om te zaaien
Zware bobbels bloemkool in de ochtendmist
Heb ik zien rennen door de eeuwigheid.
Nering doende roeken zijn neergestreken
Op het station – de opscheppers.
Hoewel de trein naar Bazel door alle seinen reed
Had ik geen tijd om daarbij stil te staan
Ik in mijn boerenkloffie, ik wacht op Trudi.
Daar komt ze. Daar is ze in haar rode jurk.
Schoongewassen en fris als lente-uitjes.
Waarom moet ik bijna huilen als ik haar zie?
Haar strikken hebben mij verstrikt.
Nu weet ik waarom het land op z’n kop stond:
Groen mos overwoekert mijn oogleden.
Ik, vrijheidszaaier in de woestijn
Was vroeg op pad gegaan, nog vóór de sterren,
Met schone lei en handen in onschuld gewassen.
In de voren die zuchtten in slavernij
legde ik levenbrengende graankorrels –
Tijdverspilling was het, niets anders,
Goede zin en goede werken vergingen me.
Graas maar verder, vreedzame volkeren!
Deze nobele oproep zal jullie niet wekken!
Waarvoor vrijheid aan het vee gegeven?
Je kan het hoogstens slachten of scheren.
Dat is wat de ene stam van de andere erft:
De halsband met belletjes en de knoet.
_____
Het vertaalprocédé zijn er dit keer twee. De eerste helft bestaat uit een klassieke vertaling naar klank ofwel associatieve transsonantie; de tweede helft uit een ugly, voor-de-vuist-weg vertaling naar betekenis, zonder met enig rijm of ritme rekening te houden. Het resultaat? Oordeel zelf. Een hutspot? Dacht het niet. Het verhaal van Trudi in haar rode jurk op het station wordt moeiteloos meegenomen in het verhaal over de vergeefse moeite volkeren uit hun knechtschap te ontketenen. De vrijheidszaaier is zelf met halsband met belletjes gestrikt... Afkomstig uit: Platforum 77. Tekening: Liza Pereverzeva.
Zware bobbels bloemkool in de ochtendmist
Heb ik zien rennen door de eeuwigheid.
Nering doende roeken zijn neergestreken
Op het station – de opscheppers.
Hoewel de trein naar Bazel door alle seinen reed
Had ik geen tijd om daarbij stil te staan
Ik in mijn boerenkloffie, ik wacht op Trudi.
Daar komt ze. Daar is ze in haar rode jurk.
Schoongewassen en fris als lente-uitjes.
Waarom moet ik bijna huilen als ik haar zie?
Haar strikken hebben mij verstrikt.
Nu weet ik waarom het land op z’n kop stond:
Groen mos overwoekert mijn oogleden.
Ik, vrijheidszaaier in de woestijn
Was vroeg op pad gegaan, nog vóór de sterren,
Met schone lei en handen in onschuld gewassen.
In de voren die zuchtten in slavernij
legde ik levenbrengende graankorrels –
Tijdverspilling was het, niets anders,
Goede zin en goede werken vergingen me.
Graas maar verder, vreedzame volkeren!
Deze nobele oproep zal jullie niet wekken!
Waarvoor vrijheid aan het vee gegeven?
Je kan het hoogstens slachten of scheren.
Dat is wat de ene stam van de andere erft:
De halsband met belletjes en de knoet.
Het vertaalprocédé zijn er dit keer twee. De eerste helft bestaat uit een klassieke vertaling naar klank ofwel associatieve transsonantie; de tweede helft uit een ugly, voor-de-vuist-weg vertaling naar betekenis, zonder met enig rijm of ritme rekening te houden. Het resultaat? Oordeel zelf. Een hutspot? Dacht het niet. Het verhaal van Trudi in haar rode jurk op het station wordt moeiteloos meegenomen in het verhaal over de vergeefse moeite volkeren uit hun knechtschap te ontketenen. De vrijheidszaaier is zelf met halsband met belletjes gestrikt... Afkomstig uit: Platforum 77. Tekening: Liza Pereverzeva.
Reacties
Een reactie posten