305 De herschreven en hertekende IJscokar

   Een uitgave is ook maar een tussenstand. Voor schrijvers, tekenaars en vertalers is nooit iets helemaal af, ga het ze maar vragen, ook in hun kist.
   De Radoega-uitgaven van 1925 en 1929 hebben we gezien, met een veranderd einde in de derde editie. Volgde een editie die ik niet heb, in een bijlage bij de Jozj uit 1929 uit een bundeling van verhalen van Marsjak met nieuwe, zwartwit-tekeningen van Lebedev, Vesiolyj tsjas, Het vrolijke uur, waarvan ik een paar tekeningen heb gevonden (zie hieronder, met een eerste schets voor de dikzak), maar of de tekst is veranderd weet ik niet.
   In 1941 volgde een editie, getekend door Vladimir Konasjevitsj. En what do you know, het zal ook niet, je kon erop wachten – ook aan die tekst is weer een en ander geprutst. De aangeprezen soorten ijs hebben gezelschap gekregen van ananasijs – was dat er plotseling in 1941? Als de dikzak – geen dikke bourgeois meer, maar een onbestemde vetprop in hemdsmouwen – zegt dat het zijn naamdag is, zegt de ijscoventer niet alleen ‘Hier, voor uw naamdag, meneer!’ maar in plaats van het uitroepteken staat er een dubbele punt en blijkt hij hem een heel assortiment te geven, bosaardbeitjes-, ananas- en sinaasappelijs. Een heel vrijgevige ijscoventer. Waarna de dikzak niet alles in één keer naar binnen kiept, maar ‘heel diep zucht, nog eens voor een kwartje neemt en dan opnieuw begint’ en voor een roebel laat aanrukken. De verwondering dat hij niet barst is geschrapt. Het aanroepen en de komst van alle collega-ijscoventers is verdwenen. Jammer, het gaf er wel een absurd tintje aan – maar des te begrijpelijker dat het in socialistisch-realistische tijden niet meer kon. Het verder eten en langzame bevriezen wordt ook danig ingekort: twaalf regels maken plaats voor vier magere nieuwe, waarin de dikzak zwijgt, niets hoort, een walm van ananas uitademt, een grijs hoofd en een witte baard krijgt. Dan volgen de twee regeltjes dat hij stokstijf stilstaat terwijl om hem heen een sneeuwstorm woedt, en dan krijgen we het einde zoals dat in 1929 al veranderd was, maar ook weer aangepast. De slotalinea begint nu niet dat er tegenover onze binnenplaats een berg is gegroeid, maar Marsjak haalt een oude sprookjesformule van stal waar verhalen mee begonnen en eindigden en die Tsjoekovski ook wel gebruikt: ‘Hoe op onze binnenplaats vandaag een berg gegroeid is en de hele weg versperd heeft.’ Is dat alles? Nee! In 1929 gleed het volk nog vrolijk, in 1941 deed het volk dat op sleetjes, en er ligt geen ijs onder de sleetjes maar onder de ijzers. Het gebeurt gelukkig nog wel steeds op aardbeienijs en niet op ananasijs.


   De versie van 1941 is vervolgens, vanaf 1953, terechtgekomen in dikke bundelingen van kindergedichten van Marsjak. Ik heb er hier drie, uit 1957, 1958 en 1961. Eentje is er ongeïllustreerd (de vierdelige verzamelde werken, waarvan één deel voor kinderen, 1958), de andere twee hebben de illustraties van Konasjevitsj uit 1941, maar dan zwartwit. Maar hebben ze ook de tekst uit 1941?...

_____

Verwijzingen. De schets van Lebedev en de tekeningen uit de Jozj zijn overgenomen van de website livejournal, hier en hier. Lebedev heeft zijn Marsjak-illustraties uit Het vrolijke uur in 1935 aangevuld voor de 204 pagina’s tellende uitgave Skazki, Pesni en Zagadki, een voorloper van het gelijknamige verzamelde kinderwerk van Marsjak uit 1953 en later – maar zonder Morozjenoje, vreemd genoeg. Hieronder de voorkant van de Jozj-bijlage Het vrolijke uur uit 1929 en van Skazki, Pesni i Zagadki (Verhalen, Liedjes en Raadseltjes, Uitgeverij Kinderliteratuur, Moskou, 1971).
   De versie van 1941 met de tekeningen (in kleur) van Konasjevitsj staat op liveinternet, hier. Mijn papieren uitgave is het 200 bladzijden tellende Djetjam (Voor kinderen, Malysj, 2017), een bundeling van veertien klassieke verhalen, allemaal met tekeningen van Konasjevitsj, zie hieronder.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

448 Wreede Piet

445 Frederik de wrederik gecloseread

440 Voor spek en bonen