306 De verpieterde, verpeuterde, verkleuterde IJscokar
O nee hè! Ditmaal is het verhaal echt helemaal naar de haaien gegaan! Tot nu toe hadden we relatief lichte maar lelijke ingrepen, aanpassingen om het verhaal te stroomlijnen, voor wie er prijs op stelde (ik niet). Maar nu, in 1957, besluit Marsjak om de hele satirische insteek te laten vallen en er helemaal een kleuterverhaaltje van te maken. Het blijkt vanuit een kinderperspectief geschreven en begint met twee regels die zeggen, verletterlijkt: ‘Wij wonen op de datsja. Het is een hete dag.’ En dan komt de ijscoman over straat, en die brult niet langer (bij mij: ‘roept dat iedereen het hoort’) maar hij zingt. En hij zingt enkel: ‘uitstekend bosaardbeienijs!..’ Vervolgens gaan ‘wij, kinderen’ hem achterna (lief zijn ze, ze zeggen niet blijf staan) en als hij stilstaat geeft de goedijscoman ze ijs (van betalen is geen sprake) en dan ‘zitten we een heel uur te smikkelen en likken we steeds een klein beetje van het randje.’ Je struikelt over de verkleinvormen. En zo gaat het door. Volgt een enorme uitweiding over de productie van roomijs, waardoor je in de zomer van het winterse spul kan genieten: in elke ijskraam spreken de potten ijs (ja ze spreken, het is voor kleuters): ‘De wereld mag in brand staan maar wij brengen jullie plombir en aardbeien- en bosaardbeienijs’. Plombir, roomijs met 12 tot 20 procent melkvet, vanaf 1937 in Rusland geproduceerd, werd na de oorlog populair, vandaar dat het in eerdere versies van het gedicht niet voorkomt. Dat het ijs buitenlands is, wat er al sinds 1925 stond, verdwijnt dan ook in 1957. Deze langdradige terzijde over de fabriek en de pratende potten uit 1957 en 1958 houdt het maar vier jaar vol: in 1961 moet het alweer het veld ruimen, zie ook op de afbeeldingen hieronder.*
De gedichten moesten met hun tijd meegaan, moesten de vooruitgang weerspiegelen. Marsjak paste bijvoorbeeld ook zijn epos Brand aan om de technische ontwikkelingen bij de brandbestrijding een plaats te geven. Bij die aanpassingen hoort ook het veranderen van uit de tijd geraakte rekeneenheden, denominaties en maten en gewichten. De oude lengtemaat arsjin was al in 1929 verdwenen, nu verdwijnen ook tsjetvertak (kwartje), pjatatsjok (vijfkopekenstuk) en tselkovok (roebelmunt). Alleen poltinik (vijftigkopekenmunt) blijft staan.
De dikke man krijgt van de ijscoventer speciaal voor zijn naamdag ‘sinaasappel-naamdagsijs’. Vervolgens loopt de dikzak de bijna lege kar achterna en vraagt nogmaals ijs, nu voor zijn verjaardag, waarop hij ‘ananas-verjaardagsijs’ krijgt. Daarna begint hij langzaam te bevriezen en eindigt het verhaal zoals het eerder ook eindigde.
Nader onderzoek leert mij dat er eerdere nadere onderzoekers zijn geweest die de tekstuele kronkel- en werdegangen van de tekst hebben nageplozen. De geleerde Nikolaj Goestkov heeft uitgezocht dat de tekst in totaal niet minder dan acht keer is aangepast door Marsjak, in 1929, 1940, 1941, 1948, 1957, 1960, 1961 en voor het laatst in 1962. Dat is acht keer in 33 jaar, dat wil zeggen dat als Marsjak nu nog leefde, hij hem nog eens zestien keer zou hebben veranderd. Dezelfde Goestkov heeft ook berekend dat er van de oorspronkelijke tekst zo’n dertig regels onveranderd zijn gebleven, oftewel eenderde van het totaal uit 1925.
Het zou natuurlijk interessant zijn om een boek uit te brengen met alle versies vertaald, tweetalig en met ook alle betreffende tekeningen en hertekeningen en nieuwe tekeningen. En misschien ook het stokje daarna overnemen en er zelf nog wat aanpassingen en aanpassingen op aanpassingen tegenaan gooien, voor nog een aantal potentiële versies meer. Geïnteresseerde uitgevers mogen zich melden. Tot die tijd houd ik het bij de eerste en volgens mij beste versie van nu op de kop af achtennegentig jaar geleden.
_____
* Twee andere kleine wijzingingen in 1961 ten opzichte van de tekst uit 1957 en 1958: Но толстяк молчит wordt А толстяк молчит (zowel no als a betekenen maar, waarbij a ook de nuance van een tegenstellend en heeft); en in de laatste opsomming verdwijnt het geweldige ananas-ijs (прекрасное ананасное), joost mag weten waarom.
_____
Verwijzingen. Over de herschrijvingen, zie een artikel op prosodia.ru, hier. De scans zijn van en uit de Marsjak-uitgaven van 1957 en 1961. Een doorlopend bijgewerkt cumulatief register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 241, hier.
De gedichten moesten met hun tijd meegaan, moesten de vooruitgang weerspiegelen. Marsjak paste bijvoorbeeld ook zijn epos Brand aan om de technische ontwikkelingen bij de brandbestrijding een plaats te geven. Bij die aanpassingen hoort ook het veranderen van uit de tijd geraakte rekeneenheden, denominaties en maten en gewichten. De oude lengtemaat arsjin was al in 1929 verdwenen, nu verdwijnen ook tsjetvertak (kwartje), pjatatsjok (vijfkopekenstuk) en tselkovok (roebelmunt). Alleen poltinik (vijftigkopekenmunt) blijft staan.
De dikke man krijgt van de ijscoventer speciaal voor zijn naamdag ‘sinaasappel-naamdagsijs’. Vervolgens loopt de dikzak de bijna lege kar achterna en vraagt nogmaals ijs, nu voor zijn verjaardag, waarop hij ‘ananas-verjaardagsijs’ krijgt. Daarna begint hij langzaam te bevriezen en eindigt het verhaal zoals het eerder ook eindigde.
Nader onderzoek leert mij dat er eerdere nadere onderzoekers zijn geweest die de tekstuele kronkel- en werdegangen van de tekst hebben nageplozen. De geleerde Nikolaj Goestkov heeft uitgezocht dat de tekst in totaal niet minder dan acht keer is aangepast door Marsjak, in 1929, 1940, 1941, 1948, 1957, 1960, 1961 en voor het laatst in 1962. Dat is acht keer in 33 jaar, dat wil zeggen dat als Marsjak nu nog leefde, hij hem nog eens zestien keer zou hebben veranderd. Dezelfde Goestkov heeft ook berekend dat er van de oorspronkelijke tekst zo’n dertig regels onveranderd zijn gebleven, oftewel eenderde van het totaal uit 1925.
Het zou natuurlijk interessant zijn om een boek uit te brengen met alle versies vertaald, tweetalig en met ook alle betreffende tekeningen en hertekeningen en nieuwe tekeningen. En misschien ook het stokje daarna overnemen en er zelf nog wat aanpassingen en aanpassingen op aanpassingen tegenaan gooien, voor nog een aantal potentiële versies meer. Geïnteresseerde uitgevers mogen zich melden. Tot die tijd houd ik het bij de eerste en volgens mij beste versie van nu op de kop af achtennegentig jaar geleden.
* Twee andere kleine wijzingingen in 1961 ten opzichte van de tekst uit 1957 en 1958: Но толстяк молчит wordt А толстяк молчит (zowel no als a betekenen maar, waarbij a ook de nuance van een tegenstellend en heeft); en in de laatste opsomming verdwijnt het geweldige ananas-ijs (прекрасное ананасное), joost mag weten waarom.
Verwijzingen. Over de herschrijvingen, zie een artikel op prosodia.ru, hier. De scans zijn van en uit de Marsjak-uitgaven van 1957 en 1961. Een doorlopend bijgewerkt cumulatief register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 241, hier.
Reacties
Een reactie posten