302 Geografische onoplosbaarheden


   Tot de hoofdkrabbende realia in kindergedichten horen ook de geografische bijzonderheden mochten die erin voorkomen. Wat doe je met Piccadilly Circus? Wat doe je met het Rode Plein? Vooral als die locaties niet het belangrijkste zijn in het gedicht maar er staan voor het broodnodige contact met de werkelijkheid.
   Laten staan, zodat het gedicht exotischer wordt dan het oorspronkelijk was? Veranderen in locaties van bij ons, zodat het lijkt of het zich hier afspeelt? Of wegmoffelen, zodat het gedicht inboet aan realiteitsgehalte?
   Deze kwestie kan alleen maar dogmatisch, ex cathedra worden opgelost, door de enige vertaalwet waarvoor wij deemoedig ons hoofd moeten buigen – en die wet luidt: dat hangt ervan af. Dat zul je telkens opnieuw helemaal zelf ad hoc moeten uitpuzzelen. Soms dit, soms dat, en soms iets anders.
   Het origineel van Wat een warhoofd speelt zich in Leningrad af. De straat waar hij woont heet de Oelitsa Bassejnaja. Nou is het in grotemensenboeken al de vraag wat je met straatnamen doet – sommige vertalers laten ze staan, sommige leggen de naam in een voet- of eindnoot uit, sommige vertalen hem maar helemaal – maar in de kinderliteratuur is het probleem nog urgenter. Wat moet een kind (of een voorlezer) bij ons met zo’n moeilijk uitspreekbare en geen enkel beeld tevoorschijn roepende exotische naam als Oelitsa Bassejnaja? Een naam die grotendeels ook voor het rijm met warhoofd (rassejannyj) gekozen lijkt te zijn. Waarbij komt dat er in de verste verte geen bassejn (1 reservoir, 2 zwembad) te bekennen valt in die Petersburgse contreien anno 1930. De straatnaam is gegeven in 1739, omdat zich er twee reservoirs bevonden die de fontein van de Zomertuin van water voorzagen, een groot en een klein, maar de reservoirs werden in 1891 geleegd en verwijderd en de gracht is gedempt. Toevallig werd in hetzelfde jaar 1891 het eerste openbare zwembad – ook bassejn – in Rusland geopend, in Moskou.
   Geografisch-chronologisch is het een chaos. We zitten in een straat die inmiddels een andere naam heeft in een stad die inmiddels een andere naam heeft en geen zwembad laat staan waterreservoir in de nabije omgeving te bekennen. Maar of ik hem nu Waterreservoirstraat noem of Zwembadstraat: als die een Nederlandse naam heeft, kan het zich dan nog wel in Leningrad afspelen? Dat ligt toch in Rusland? Hebben de straten daar Nederlandse namen?
   Kapotredeneren kun je alles. Enige mate van opschorting van ongeloof komt er altijd bij kijken. Een Russische stad Leningrad waar zich een Waterreservoirstraat, Zwembadstraat of Badhuisstraat bevindt ligt binnen het voorstellingsbereik van zelfs de minst fantasierijke kleuter. (Over volwassenen weet ik het niet zo zeker.)
   Ik heb er uiteindelijk Eerste Badhuisdwarsstraat gemaakt om verschillende moverende redenen. Ten eerste vind ik Zwembadstraat niet klinken, en Waterreservoirstraat ook niet. Met een korte naam als Badhuisstraat vul ik de regel niet: het heeft maar drie lettergrepen en de Oelitsa Bassejnaja wel zeven. Oké, maar dan had ik er ook de Openbare Badhuisstraat van kunnen maken, of in de gruwelijke spelling van nu Openbarebadhuisstraat. Zit ik precies op zeven! En op negen met het noodzakelijke In de ervoor, terwijl het Russisch met het voorzetsel na (‘in’) uitkomt op dezelfde zeven als de straatnaam in z’n eentje al had. Tovenarij? 1 + 1 = 1? Nee, in de verbuiging Bassejnoj verliest Bassejnaja een lettergreep, vandaar. Badhuisdwarsstraat diende zich aan als authentiek Nederlandse (of Amsterdamse) oplossing, maar dan vond ik een getalsbepaling nog authentieker. Bij mij om de hoek bevindt zich het openbare Marnixbad, en als je vanaf de Westerstaat begint te tellen, zou je kunnen zeggen dat de Anjeliersstraat (geboorteplek van Jan Klaassen) de Eerste Badhuisdwarsstraat is. Als dat niet moverend is.
   Ik voelde me verder gesterkt in de naamsverandering door de omstandigheid dat die hele Oelitsa Bassejnaja in Leningrad niet bestond. Of liever gezegd wel bestond maar toen Marsjak het gedicht schreef, in 1928, was die hele straat al tien jaar omgedoopt in Nekrasovstraat. (In 1954 kwam er een nieuwe Oelitsa Bassejnaja, maar heel ergens anders in de stad.) Maar in de volksmond droeg hij nog steeds de oude naam. Ook in een kindergedicht van Wolf Erlich uit 1929 komt hij onder die naam voor (Hoe professor O.N. Verstand op vakantie ging, in Bij mij op de maan, 387-388) en in een Voorval van Charms uit die tijd.

   De professor vertrekt met de tram naar het station, waar hij in een ontkoppelde wagon stapt en in slaap valt. Drie keer wordt hij wakker en vraagt hij op welk station ze nu stilstaan. Daarbij is hij nog wel zo gis en bij de pinken om de tweede en derde keer de namen van stations te noemen waarvan hij denkt dat de trein er nu stilstaat. De eerste keer zijn dat Bologoje en Popovka, twee stations op de lijn Petersburg-Moskou. Popovka is een pittoresk stationnetje niet ver van Petersburg. Bologoje, bijna precies halverwege de twee steden, heeft een spooremplacement om nooit te vergeten.
   We kunnen in elk geval (voorlopig) concluderen dat het station dat op bladzijde 5 staat afgebeeld het Moskou-station is en dat de geachte warhoofdige op weg was naar de hoofdstad, ongetwijfeld om een conferentie bij te wonen waar niemand hem gemist zal hebben.
   Maar hoe vertaal je Bologoje en Popovka? Niet als Biddinghuizen en Abcoude, dat zou al te Nederlands worden. Laten staan is eigenlijk ook geen optie: Leningrad en Moskou zijn daar groot genoeg voor, maar deze twee tussenstations – die nochtans vrijwel iedere Rus van naam wel zal kennen – klinkt onzelanders als niet-leuke abracadabra in de oren. Mijn oplossing, waarover te twisten valt, is dubbelgetand. Van het ene plaatsje maak ik iets quasi-Nederlands, Ballegooyen, dat wat uitspraak betreft vrij dicht in de buurt komt van Bologoje, zodat je ook nog kan denken dat hij het wat particulier uitspreekt. Van het tweede station maak ik dan Madrid, dat ieder kind wel van naam zal kennen. De impliciete inferentie is dan a) dat het station lijkt op dat van Madrid en/of b) dat de professor werkelijk helemaal de weg, de draad, de kluts kwijt is.
   Hij valt weer in slaap en als hij weer wakker wordt noemt hij nog twee stations, Diboeny en Jamskaja, die zich vreemd genoeg niet op de lijn Petersburg-Moskou bevinden. Diboeny ligt de heel andere kant op, richting Finse golf, en Jamskaja is een gehucht in het gouvernement Moskou zonder enig stationnetje. Ik vermoed dat de laatste plaats gekozen is om te rijmen op takaja in de vorige regel. In elk geval geeft het mij de vrijheid om minder strikt en rigoreus met de geografische realia om te springen. Om er toch een tintje Russisch in te houden maak ik van de eerste pleisterplaats Novgorod – en van de tweede Rome: je bent immers een verstrooide professor of je bent het niet...

_____

   Verwijzingen. De Konasjevitsjen hieronder uit 1933 en 1937 komen uit Albert Lemmens en Serge Stommels, Russian Artists and the Children’s Book 1890-1992, LS, Nijmegen, 2009. De plattegrond met de waterreservoirs komt van het internet, hier. Een doorlopend bijgewerkt cumulatief register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 241, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

448 Wreede Piet

445 Frederik de wrederik gecloseread

440 Voor spek en bonen