411 Klopt niet? Vragen bij de lectuur van Alice in Wonderland.


[Dit stuk verscheen eerder in het online-magazine van het Lewis Carroll Genootschap, de Phlizz, hier. Het is hier licht aangepast.]

_____

Dat Alice door een konijnenhol naar beneden tuimelt langs planken en planken en schappen en schappen vol spullen en zelfs heel langzaam weet te vallen, dat het onder de grond licht genoeg is om de prachtigste tuin te laten bloeien – dat accepteren we allemaal zonder verpinken. Ook voor pratende konijnen in jacquet en met een zakhorloge en een hoofdpersoon met een nek van een kilometer lang draait ons voorstellingvermogen zijn hand niet om. Kletsgrage bloemen, onuitstaanbaar klierige eieren, een snurkende koning die jou droomt – kan allemaal. Toch zijn er ook dingen die met de beste wil van de wereld in de twee Alice-boeken niet kunnen, omdat ze tegen de logica ingaan of het verhaal tegenspreken. Je leest er als lezer zo overheen, maar als vertaler zit je als je ze tegenkomt met de handen in het haar. Hier een kleine lijst met zestien dingen die ondanks de strenge en strikte logica van Carroll mij voor vraagtekens plaatsen, dertien over Alice’s Adventures in Wonderland, twee over Through the Looking-Glass and What Alice Found There en één over allebei. Als er lezers zijn met antwoorden, ik hou me aanbevolen, op rjhenkes apestaartje xs4all punt nl. De paginaverwijzingen zijn naar de Penguin Classics-editie geredigeerd door Hugh Haughton, met ervoor het hoofdstukcijfer.

1 (I.12) Als Alice een tweede ronde maakt door de lange, lage hal (long, low hall), ziet ze een tot de grond afhangend gordijn dat haar eerst niet was opgevallen (a low curtain she had not noticed before), maar hoe kan ze dat toch behoorlijk grote gordijn, zoals de waarheidsgetrouwe illustratie laat zien, hebben gemist? Het klopt alleen als je not noticed leest als dat ze er geen aandacht aan had besteed, er (gedachteloos) voorbij was gelopen.

2 (II.17) Als Alice na het eten van het cakeje als een telescoop uitschuift en rather more than nine feet high wordt (plm. twee meter zeventig), stoot ze met haar hoofd tegen het plafond van de hal, die zojuist nog long en low genoemd is. Is twee meter zeventig laag? Of alleen naar uppermiddleclass Britse begrippen? Standaard socialewoningplafondhoogte is 2 meter 44. Oplossing, met dank aan aliceologe Lenny de Rooy): de hall is eerder een zaal, en met dat als vertaling is het meteen minder een vraag.

3 (II.19-20) Als Alice de handschoenen en de waaier van het Witte Konijn heeft opgeraapt, gaat ze weer krimpen, en blijft krimpen tot haar grote schrik: she soon found out that the cause of this was the fan she was holding, and she dropped it hastily – maar hoe kan weten dat ze krimpt door de waaier vast te houden als ze hem niet eerst een keer loslaat en het dan merkt? Je zou zeggen dat het and in and she dropped it hastily gelezen moet worden als when: when she dropped it hastily – maar het staat er niet.

4 (II.21) Als Alice het over poes Dinah heeft tegen de zwemmende Muis, raakt die geheel van streek: de Muis is bristling all over staat er, maar hoe kun je je haren opzetten als je kletsnat bent?

5 (IV.37) Als Alice in het huis van het Witte Konijn dankzij naar binnen gekatapulteerde in cakejes veranderde kiezelstenen weer krimpt en naar buiten rent, vindt ze quite a crowd of little animals and birds waiting outside. In het Engels wordt het woord animals ook wel voor zoogdieren gebruikt en klinkt niet verkeerd, wat dieren en vogels in het Nederlands wel doet, maar hoezo waiting? Want de dieren wachten niet op Alice, ze zijn Hagedis Bill aan het verzorgen na zijn lancering door de schoorsteen. In het Engels is waiting minder strikt en letterlijk beperkt tot het feitelijke wachten, het kan ook iets van staan betekenen, maar toch denk je heel even, besmet door het Nederlands: hoezo waiten ze op Alice?

6 (VIII.70) Als Alice drie schoppen-hoveniers in de tuin ziet, zijn die de witte bloemen van een large rose-tree rood aan het verven: We put a white one in by mistake, leggen ze Alice uit, we hebben per ongeluk een witte geplant, of er een witte tussengezet. Het zou kunnen dat de rozen net uitgekomen zijn en dat ze nu het verschil pas zien, want anders is het vreemd dat je een volwassen rozenboom (getuige de illustratie) plant, of hij had op de tekening in een pot moeten staan. Hoe zit dat?

7 (VIII.72) Als Alice de drie schoppen-hoveniers in een grote bloempot verbergt, lopen de soldaten nog a minute or two naar ze te zoeken en voegen zich dan weer bij de inmiddels doorgelopen stoet met de Koningin. De lezer neemt aan dat Alice nog bij de bloempot staat, maar de Koningin richt het woord tot Alice met de vraag of ze kan croquetten (al schreeuwt ze, maar dat doet ze altijd). Waar bevindt Alice zich? Waarschijnlijk loopt de stoet, zoals stoeten gewoon zijn (suggereerde Lenny de Rooy terecht) heel langzaam en kan Alice de Koningin makkelijk bijhalen.

8 (VIII.75-76) Als Alice hoort hoe de Koningin tijdens het croquetten al drie van de spelers ter dood heeft veroordeeld for having missed their turns, komt die mededeling niet lang nadat er is gezegd dat er helemaal geen beurten zijn: The players all played at once, without waiting for turns (VIII.74). Zijn er nu wel of geen beurten? Oplossing: de Koningin vindt dat er beurten zijn, of in elk geval dat het een reden is om iemand te laten onthoofden. De grap is dus dat ze de spelers veroordeelt omdat ze hun beurt gemist zouden hebben.

9 (VIII.74) Over hetzelfde fragment: de Koningin schreeuwt about once a minute dat iemand zijn of haar kop eraf moet, maar even later heeft ze pas drie van de spelers ter dood veroordeeld. Is het spel dan pas vijf minuten aan de gang? Of is about once a minute een overdrijving zoals we die wel vaker zien? In het Engels is een minute net zo min als een second een strikte tijdsbepaling.

10 (X.87) Als Alice door de Mock Turtle (dat wordt de Aardappelschilpad) wordt gevraagd of ze wel eens aan een kreeft is voorgesteld, staat er, tussen haakjes: Alice began to say “I once tasted——” but checked herself hastily, and said “No, never”. Betekent she began to say dan ‘ze wilde gaan zeggen’? Of lezen we and said als ‘en eindigde met’? Slikt ze het eerste helemaal in of alleen het laatste woord? Wat zei ze nu precies hardop en wat niet? De hoofdletter van No lijkt te willen zeggen dat dit het enige was dat ze zei, maar waarschijnlijk slikt ze haar laatste woorden in en zegt het wel uitgesproken no, never.

11 (X.87) Als de Mock Turtle en de Gryphon de eerste figuur van de Kreeftenquadrille uitleggen, eindigen ze met change lobsters, and retire in same order. Misschien was dat de gebruikelijke manier om danspassen te benoemen, maar ik zou in plaats van de same order eerder een reverse order verwachten.

12 (X.91) Als de Griffioen Alice verordonneert het gedicht ’Tis the voice of the sluggard op te zeggen, begint Alice met de verhaspeling ’Tis the voice of the Lobster, maar als ze het tweede couplet moet opzeggen (X.92), herhaalt ze die eerste regel zonder verhaspelingen, I passed by his garden, dus zo verkeerd komen haar woorden er dan kennelijk niet uit. Dat komt omdat Carrolls tweede couplet geen parodie is, maar hij had wel kunnen doen alsof, door de Griffioen iets te laten zeggen als I came to his bedroom, wat Alice dan verhaspelt. Zoals het er nu staat, is het vreemd, want kennelijk door Alice niet verhaspeld. Vertaalprobleem!

13 (XI.95) Als Alice het proces bijwoont, kijkt ze eerst naar alles om zich heen to pass away the time, nadat we niet lang geleden tijdens het mesjokkene theekransje juist hebben geleerd dat de Tijd van zulke dingen niet houdt. He wo’n’t stand beating (beat time, de maat aangeven, VII.63), hij houdt er niet van te worden verspild, verknoeid, verpest of gedood, waarmee in het vervolg alle uitdrukkingen met ‘tijd’ verdacht worden, ook die met verspillen, verknoeien, verdoen enzovoort, maar hier kan Alice hem blijkbaar wel laten pass away, verkortwijlen.

14 (III.152) Als Alice in het grote donkere bos komt waar dingen geen naam hebben, denkt ze: I wonder what’ll become of my name when I go in? en zal moeten zoeken naar het dier dat haar oude naam heeft. Maar als je je naam kwijtraakt wil dat logischerwijs niet automatisch zeggen dat een ander die krijgt. Of is dit weer een hersenkraker waarmee Carroll zijn gehoor gek wilde maken? Carroll speelt bijna onmerkbaar subtiel met het verschil tussen fysiek iets kwijtraken, een paraplu bijvoorbeeld, die dan wel blijft bestaan, volgens de wetten der objectpermanentie, en iets mentaal kwijtraken, je verstand of je naam, dat zich dan vreemd genoeg ook niet meer ergens anders bevindt (behalve in Spiegelland dus).

15 (VI.184) Homptie Domptie vraagt aan Alice hoe oud dat ze zei dat ze was en dan staat er: Alice made a short calculation, and said “Seven years and six months.” – terwijl ze nog maar heel kort geleden, op het vorige Veld, haar leeftijd al genoemd had aan de Rode Koningin: I’m seven and a half, exactly (V.174). Dan zou ze dat op Homptie Dompties vraag niet meer hoeven uitrekenen, maar kon er staan: ‘Daar hoefde Alice niet lang over na te denken,’ of iets dergelijks.

16 Ook daarover: in Through the Looking-Glass zegt Alice dus (tweemaal zelfs) dat ze precies zeveneneenhalf is – waarmee we achteraf te weten komen dat Wonderland zich op haar zevende verjaardag afspeelde, maar in dat verhaal wordt geen enkele toespeling gemaakt op die voor een jong meisje toch heugelijke dag. In Alice in Wonderland, met andere woorden, is 4 mei alleen de verjaardag van Alice Liddell en niet van de Wonderland-Alice, terwijl hij dat in Through the Looking-Glass plotseling wel is. Hoe kan dat? Ik weet het wel, Carroll bedacht in het vervolgdeel pas om het particuliere grapje van de gedeelde verjaardag te openbaren, maar het is toch gek dat Alice in het eerste boek jarig blijkt te zijn en je hoort er niets over.
_____

   Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

417 Domkoppen

414 Genomineerd

416 Nacht, trottoir – 40.320 maal

415 Het Pruikement van de Wesp

413 Enige vertaalproblemen in hoofdstuk V

418 Kindermenu

420 Vroeger was ik oud en groot

419 Varen in een zeef

412 Delina Delaney, hoofdstuk V